100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitgebreide collegeaantekeningen ontwikkelingspsychologie €3,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Uitgebreide collegeaantekeningen ontwikkelingspsychologie

 12 keer bekeken  1 keer verkocht

Uitgebreide collegeaantekeningen van het vak ontwikkelingspsychologie pedagogische wetenschappen universiteit Leiden.

Voorbeeld 4 van de 67  pagina's

  • 9 november 2022
  • 67
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Mitch van geel
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (8)
avatar-seller
AnnexD
Inleiding in de ontwikkelingspsychologie colleges

College 1  Hoofdstuk 1 en 2 developmental psychology
Ontwikkelingspsychologie
 Hoe ontwikkelen mensen (kinderen) zich op psychologisch vlak?  kinderen maken
de meeste ontwikkelingen door, maar het gaat om de ontwikkeling van mensen. Bij
ontwikkeling gaat het dus om verandering. We kijken niet naar statische dingen maar
kijken naar nu ben je zo maar dat gaat veranderen. Je gaat dingen leren en andere
kunnen. Ontwikkelingspsychologie gaat echt over ontwikkeling en verandering.
 Hoe hangen vroege gebeurtenissen/ontwikkelingen samen met latere uitkomsten?
 dus als kinderen nu iets meemaken wat betekent dat over 10/20/30 jaar voor hen.
Veel vroege ervaringen hebben vaak een uitwerking. Dat is handig om te weten want
dan weten we wanneer we moeten ingrijpen omdat anders de volwassene er jaren
later last van heeft. Veel vroege gebeurtenissen zijn belangrijk en hoe kunnen we
daar op ingrijpen.
 Hoe kunnen we deze inzichten toepassen? 
 Verandering en tijd zijn belangrijk voor ontwikkelingspsychologie

Nature (nativism) & nurture (empiricism)
Nature en nurture werken vaak op hele complexe manieren met elkaar samen.
 Nature wordt ook wel aangeduid met de term nativism dus eigenlijk de biologische
ontwikkeling bijv. de genetica. Nature hebben we het vaak over dat het is
aangeboren.
 Nurture gaat het om leerprocessen. Het woord dat daar bij hoort is empiricism en dat
is de overtuiging dat menselijke ontwikkeling vooral door nurture komt. Belangrijke
empiristen zijn skinner, watson.

Behaviouristen dachten dat menselijke ontwikkeling vooral kwam door wat ze gaande weg
leerde. Watson geloofde helemaal niet in nature en dacht dat mensen als blanko blad op de
aarde kwamen. Als baby wisten ze nog helemaal niks, alles wat later in het leven kwam was
puur door die leerprocessen. Skinner was minder extreem dacht dat het vooral door leer
kwam maar ontkende niet dat er nature was. Wetenschappers die meer aan de nature kant
zaten zijn Eisink die dacht dat persoonlijkheid sterk biologisch bepaald was en die ruimde in
zijn werk een hele grote rol genetica in. Die heeft niet ontkent dat we ook leren maar had
het heel vaak over die nature kant. Heel veel dingen die we doen zijn nou eenmaal
aangeboren en dat verschillen tussen mensen ook aangeboren zijn.

Problematische stellingen
 Nature
 Geboren misdadigers (vergelijk Oliver Twist boek)  je merkt in dat boek dat
arme mensen geneigd zijn om slechte dingen te doen bijvoorbeeld stelen,
moorden. Veel van de rijke mensen zijn veel beter.
 Aangeboren verschillen in intelligentie (etniciteit)  onderwijs zou dan geen zin
hebben. Eisink zei dat er verschillen waren tussen intelligentie en etniciteiten.
Mensen van verschillende etniciteiten hebben verschillende intelligenties.
 Superieur soort mens (denk aan rassenleer tweede wereldoorlog)  dat
sommige mensen superieur geboren worden dan andere.

,  Nurture
 Ijskastmoeders  wanneer kinderen autistisch worden dat komt door de moeder
omdat de moeders niet genoeg liefde tonen aan hun kinderen. Wat we nu weten
is dat autisme sterk biologisch bepaald is.

Hoe ontwikkelt pesten?
 Tweelingonderzoek  genetische aanleg om neiging te pesten
 Psychopathie (deels genetisch bepaald) hangt sterk samen met pesten
 Positive reinforcement (meelopers)
 Populariteit
 Optreden leerkracht
 Verdedigers

Modellen van ontwikkeling
Continu vs discontinu
Een ontwikkeling is bijvoorbeeld hoeveel woorden kennen jullie in het Frans. Als je zou leren
voor Frans leer je er steeds meer woorden bij door studietijd en woordenkennis.
Bijvoorbeeld ieder uur dat je leert leer je er 20 woorden bij en dat is een continu model van
de ontwikkeling dus hoe langer jullie leren hoe meer frans jullie zullen leren.

Een voorbeeld bij het discontinu model is bijvoorbeeld kinderen niet kruipen kunnen en
opeens kunnen ze wel kruipen, en dan kruipen ze en dan kunnen ze opeens staan en lopen
en dan zijn ze weer in een nieuwe fase. Dat is een discontinu model van ontwikkeling waarbij
een kind eerst iets niet laat zien en dan plotseling doen ze het wel. Bijvoorbeeld dat een
kwartje valt bij wiskunde waardoor je wel opeens alle sommen kunt oplossen.

Bij overlapping waves doe je als ware één strategie gebruiken totdat we een betere strategie
leren. Zo zie je dat de tweede parabool de tweede strategie is en het gebruik van de eerste
strategie steeds minder wordt. Bijvoorbeeld kind rolt eerst, daarna kan het gaan kruipen en
dan zal het kind steeds minder gaan rollen en steeds meer gaan kruipen. Daarna gaat het
kind lopen en dan gaat het kind minder kruipen

Continu model: Discontinu model: Overlapping waves:




Critical & sensitive periods
 Critical period: een periode (leeftijd) waarbinnen een gebeurtenis/gebeurtenissen
noodzakelijk zijn voor een typische ontwikkeling
 Sensitive period: een periode (leeftijd) waarbinnen een gebeurtenis/gebeurtenissen
belangrijk zijn voor een typische ontwikkeling. Zonder de gebeurtenissen kan de

, typische ontwikkeling nog gebeuren maar heeft dan veel meer moeite nodig of
gebeurd niet zo goed meer als het tijdens de sensitive period was gebeurd.
 Zie boek: deprivatie voor 6 maanden minder gevaarlijk voor cognitieve ontwikkeling
dan deprivatie na zes maanden. De eerste 6 maanden zijn minder belangrijk voor de
cognitieve ontwikkeling dus als die daar deprivatie mee maakt is dat minder
belangrijk. Na die eerste 6 maanden is die deprivatie wel heel belangrijk. Een
voorbeeld van een sensitieve periode vaak met heel veel moeite een ontwikkeling
nog wel mogelijk. Kritieke periode = de sensitieve periode. Bij hele jonge kinderen zie
je dus dat deprivatie dus allerlei problemen in de opvoeding zoals minder voeding en
minder verzorging minder gevaarlijk is voor 6 maanden maar na 6 maanden treedt
daar een sensitieve periode op en dan is het heel belangrijk dat die kinderen de input
krijgen.
 Ook aanwijzingen voor bijvoorbeeld taal en hechting. Dat er bepaalde periodes zijn
waar bepaalde input essentieel is om taal te kunnen leren en dat een bepaalde
periode essentieel is om te kunnen hechten.

Waar stopt de ontwikkeling? (Allport, 1954)
 Autoriteit nodig voor adolescenten (leerkrachten wegpesten)  adolescenten
hebben een autoriteitsfiguur nodig die ze als ware strak houdt. Hij schrijft over het
wegpesten van leerkrachten en doen ze helemaal niet omdat ze leerkrachten
vervelend vinden maar dat doen ze wanneer leerkrachten niet genoeg autoriteit
tonen. De leerlingen zeiden over de leerkracht die was weggepest van hij hield ons
niet kort genoeg.
 Ontwikkeling gaat door in de volwassenheid
 Zelfspot na adolescentie  We moeten om onszelf kunnen lachen
 Leren jezelf minder serieus te nemen
 Stoppen met rebelleren tegen ouders
 Huwelijk maakt mensen volwassen
 Verantwoording nemen
 Bewust zijn van behoeftes anderen
 Dat zijn essentiële stappen om een weldenkende en goed functioneerde volwassene te
worden

Individu vs omgeving
Individu Omgeving
Genetica Ouders
Persoonlijkheid Vrienden
Intelligentie Thuisomgeving
Psychopathologie Samenleving
Wanneer we praten over individu hebben we het ook over dingen zoals genetica,
persoonlijkheid, intelligentie, psychopathologie. Dat zit vaak typisch gezien in het
persoon/individu zelf.

Wanneer we spreken over de omgeving wordt daarmee bedoelt bijvoorbeeld de ouders. Die
zijn buiten het individu zelf en maken deel uit van de omgeving. Die zijn dus een essentieel
deel van de omgeving. Wanneer pedagogen praten over de omgeving om het kind heen gaat
het om de ouders, vrienden, thuisomgeving en samenleving ook.

,  Individu en omgeving beinvloeden elkaar (kind beinvloedt ouders en ouders
beinvloeden kinderen)  een kind dat veel huilt zal veel worden opgepakt door de
ouders en zal veel in handen zijn en zo beinvloedt het als het ware de ouders
 Individu en omgeving interacteren (samen groter dan de som der delen)  die
interactie tussen die twee is belangrijk.

Cross-cultureel onderzoek
 We kunnen ook naar hele andere culturen kijken voor die kinderen. We kunnen
daarvan leren bijvoorbeeld mindfulness wat in het boedhisme wordt gebruikt wat
handig kan zijn voor kinderen met ADHD.

Leermogelijkheden uit cross-cultureel onderzoek
 Co-sleeping  in westen vaak advies om kind in eigen bed te laten slapen om
wiegendood te voorkomen. In veel andere culturen slaapt het kind bij de ouders en
kan het voor de hechting misschien wel heel goed zijn en dan zijn er ook manieren
om slapen bij de ouders een stuk veiliger te maken.
 Familieverplichtingen  mensen zich verplicht voelen om iets voor hun familie te
doen. Vaak bij migranten jongeren is het vaak iets goeds, dan raken ze meer
betrokken bij school omdat ze denken de familie zorgt nu voor mij en daar moet ik ze
later voor terugbetalen om voor mij familie te zorgen dus daarom moet ik nu goed
mijn best doen op school. Ook doen jongeren minder ongein/onrust uithalen omdat
ze niet willen dat de familie zich voor hen schaamt. Dit komt vooral voor in niet-
westerse culturen maar dit kan ook goed zijn voor westerse jongeren.
 Naschoolse activiteiten  heel gewoon voorbeeld in Zuid Korea. Dat je op school nog
allerlei activiteiten extra doet zoals toneelles, schaakclub. In Nederland denken we
van die kinderen moeten ook vrije tijd hebben en zich kunnen ontspannen. Terwijl
voordelen zien is dat kinderen minder de mogelijkheid hebben om bijvoorbeeld te
gaan drinken.
 ‘Tijgermoederen’  bijv. 4 uur achter elkaar je kind piano te laten spelen
 Overeenkomsten ook belangrijk (genetische basis?)

Bronfenbrenner Ecological perspective
 Pijltjes wijzen ook de andere kant op bijvoorbeeld ouders beinvloeden ook de politiek
door te stemmen. Ontwikkeling van kind is zo ingewikkeld omdat er heel veel
factoren zijn.

Moeilijk
 Veel variabelen blijken belangrijk voor ontwikkeling kinderen
 Wat zijn de belangrijkste?
 Hoe meet je die?
 Hoe interacteren die variabelen?
 De wereld verandert steeds  moeten we bijhouden en hebben we nieuwe
uitdagingen

Ontwikkelstadia van Freud
Fase Problemen (fixatie)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnnexD. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75057 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen