Doelstellingen:
- kunnen uiteenzetten wat bedoeld wordt met de 'body of knowledge' sportpsychologie, waarin dit
zich onderscheidt van het kennisbestand van de 'algemene' psychologie en waarin dit overeenkomt
- kunnen uiteenzetten welke betekenis de sociale psychologie kan hebben voor het stimuleren van
mensen tot grotere fysieke activiteit
- een beknopte beschrijving kunnen geven van de geschiedenis van de sportpsychologie
Definitie: psychologie is de wetenschap van het gedrag -> sportpsychologie is dat deelgebied van de
psychologie waarin gedrag in sportsituaties wordt bestudeerd. Gedrag is observeerbaar, maar wordt
bepaald door precessen die niet observeerbaar zijn (psychologie); niet alleen mentale processen zijn
van belang voor gedrag, maar ook biologische en sociale processen hebben invloed en bepalen voor
een deel hoe mensen zich gedragen. Dus: psychologie gaat om de bestudering van gedrag en de
cognietief-affectieve, sociale en biologische basis daarvan. Daarnaast bestudeert de psychologie de
verschillen in gedrag.
Waarom apart sportpsychologie: sport heeft zoveel specifieke kenmerken dat het zonder meer
toepassen van kennis en theorieën van de psychologie tekortschiet.
Specifieke sportkenmerken:
- leveren van (zware) lichamelijke inspanning
- vrijwillig opwerpen van hindernissen en obstakels die het lastiger maken doelen te bereiken
- vrijwillig afzien, pijn lijden en risico's nemen
- veel inspanning leveren tegen weinig of geen materiële beloning
- optreden voor het oog van veel toeschouwers
- situaties opzoeken die makkelijk tot negatieve emoties leiden (teleurstelling, kwaadheid, verdriet,
angst/onzekerheid)
- sterke wedijver
Veel gedrag kan worden teruggevoerd op de competentiebehoefte: waarom mensen vaardigheden
willen leren en daarin steeds beter willen worden. Nog een andere reden voor sportpsychologie: veel
methoden en (meet)instrumenten moeten speciaal ontwikkeld worden om bruikbaar te zijn bij de
sport.
Ontwikkeling van de sportpsychologie: begin rond 1955, maar eerste onderzoeken dateren al eind
19e eeuw (Triplett; wielrenners -> aanwezigheid van anderen beïnvloed de prestatie positief). Sociale
facilitatie: het verschijnsel dat prestaties vaak beter zijn als ze worden geleverd als er andere mensen
aanwezig zijn. Volgens Zajonc (1965) geldt dat als taken goed beheerst worden de arousal van de
aanwezigheid van anderen zorgt voor een verbetering van de prestatie, maar wordt de taak niet goed
beheerst dan werkt de arousal averechts.
1925: Coleman Griffith (vader sportpsychologie) ; Avksentij Puni en Carl Diem
1955: draad weer opgepakt; al werd er wel nog sceptisch naar de sportpsychologie gekeken
na 1985 omslag
nu: steeds meer aandacht.
Exercise psychology: hierin staan vragen centraal over fysieke activiteit en lichamelijke inspanning
zoals: wat bepaalt of iemand een actieve leefstijl heeft of niet? Op welke manier kunnen mensen ertoe
aangezet worden vaker te bewegen?
Sociale psychologie: aangezien exercise en sport gedragingen zijn die worden uitgevoerd in sociale
, contexten heeft sociale psychologie een grote rol in het begrijpen van motivatie en gedrag van mensen
bij zowel recreationele sport voor gezondheid als voor competitieve sport. Ook is de sociale
psychologie meer divers dan andere gebieden van toegepaste psychologie omdat het wordt
ondersteund door onderzoek uit andere gebieden van de sociale en gedragswetenschappen. In
Amerika meer psychologische sociale psychologie: op de basis van empirisch onderzoek aan de hand
van falsificatie en disconfirmatie antwoorden vinden. In Europa meer sociologische sociale
psychologie: meer gericht op de persoonlijke dingen als ervaring, betekenissen, cultuur etc; hoe
interpreteren en construeren mensen ideeën over activiteit.
Fysieke activiteit: alle typen bewegingen die energie gebruiken; "any bodily movement produced by
skeletal muscles that results in energy expenditure". Meer een parapluterm.
Exercise: gestructureerde fysieke activiteit met als doel het verbeteren van de gezondheid.
Sport: nog meer gestructureerd dan exercise, heeft specifieke regels en bevat vaak competitie.
De rol van sociale psychologie: een manier om exercise deelname te promoten is het gebruiken van
theorieën van sociaal gedrag die de belangrijkste voorlopers en mechanismen van motivatie
uiteenzetten; en deze dan testen in het domein van de fysieke activiteit. De promotie van fysieke
activiteit moet je zien als een doorgaand proces dat bestaat uit identificatie van voorlopers van
participatie in fysieke activiteit (vormend onderzoek) en uit toegepast onderzoek dat de bruikbaarheid
van interventies evalueert. Dus met onderzoek kan je de variabelen onderzoeken die ten grondslag
liggen aan het al dan niet uitvoeren van beweging.
2. Motivatie in de sport (1)
Doelstellingen:
- kennis hebben van en inzicht in factoren die van invloed zijn op het deelnemen aan sportactiviteiten
- een beschrijving kunnen geven van Scanlans 'sport-commitment'-model en de beperkingen van dit
model kunnen aangeven als het gaat om topsport-commitment
- een uiteenzetting kunnen geven over de rol van plezier in de motivatie om te sporten
- een uiteenzetting kunnen geven over de begrippen intrinsieke en extrinsieke motivatie en de in dat
kader relevante motivatietheorieën (voornamelijk self-determination theory en cognitieve evaluatie
theorie)
Motivatiepsychologie: in te delen in twee categorieën. De eerste heeft te maken met de richting van
het gedrag: waarom gaan mensen aan de slag met die activiteit en niet met een andere? De tweede
betreft het energetische aspect: waarom investeren mensen energie in de gekozen activiteit en waarom
gaan ze ermee door?
Motieven/beweegredenen: betrekkelijk stabiele eigenschappen van mensen die hen aanzetten tot
bepaalde gedragingen of activiteiten. Motieven hebben te maken met wat mensen willen en wat zij
waardevol achten. Prestatiemotief: zet aan tot het leveren van goede prestaties, goed in de ogen van
jezelf en van anderen. Mensen met een sterk prestatiemotief willen uitblinken en het leveren van
goede prestaties vertegenwoordigt waarde voor ze. Machtsmotief: zet aan tot het (willen) uitoefenen
van macht over anderen. Gezondheidsmotief: beweegt mensen ertoe zich zo te gedragen dat hun
gezondheid gehandhaafd blijft of verbetert. Motieven komen niet permanent tot uitdrukking in het
gedrag, dat gebeurt alleen als de omstandigheden ernaar zijn of als de situatie daartoe uitnodigt. Een
motief is meer sluimerend aanwezig en niet op elk moment manifest.
Motivatie: heeft betrekking op de toestand waarin iemand op een bepaald moment verkeert, een
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Gwen13. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.