HC1 Elements of the immune system and their role in defense
Part 1 → Immune system and defense
Twee soorten immuniteit bij infectie; lichaam kan niet overleven zonder beide
immuunsysteem.
- Innate immunity
- Adaptive immunity
Chemokinen en cytokinen
- Chemokinen= Molecuul die signaleert voor migratie route die cellen gaan
afleggen.
- Cytokinen= Molecuul die signaleert voor activatie.
Innate immunity= Aangeboren immuniteit die gelijk optreed bij een infectie.
- Eerste lijn gevormd door epitheelcellen, deze hebben een slijmvlies met mucosal
weefsel en treden gelijk op bij infectie.
- Tweede lijn is inflammation= Rode kleur, warm, zwelling en pijn bij een infectie.
➢ Inflammation ontstaat: pathogeen komt de cel binnen → cytokines worden
uitgescheiden → cytokines binden aan receptorcellen van bloedbaan cellen
gaan ver uit elkaar, membraan wordt permeable witte bloedcellen komen het
weefsel binnen (inflammatory cells) deze cellen zorgen voor onder andere
zwelling en de rode kleur.
➢ Verschillende soorten cellen aanwezig bij innate immunity; neutrofielen,
macrofagen, complement en NK cellen.
- Innate immunity aspecten: Snel (uren), gefixeerd, kleine specificiteit en constante
duur van de reactie.
Adaptive immunity= Derde lijn van infectiebestrijding, T en B cellen.
- Na innate immunity worden lymfocyten (stamcellen in lymfoïd weefsel) aangezet
die specialiseren naar nieuwe specifieke cellen verder specialiseren via kloneren.
- Adaptive immunity aspecten: Traag (weken), variabel, grote specificiteit en
snellere duur naarmate reactie duurt.
Verschillende immuuncellen ontstaan bij infectie reactie: Uit hematopoietic cel (stam cel)
ontstaan verschillende soorten cellen, doet aan self-renewal.
- Myeloïde cellen: Specialiseren in granulocyten en monocyten.
➢ Granulocyten= Effector cellen gestimuleerd door innate immunity, bevatten
biochemische stoffen die leiden tot inflammation.
o Neutrofiel= Bekendste granulocyt, specialiseert zichzelf tot doden van
micro-organismen door middel van fagocytose. Neutrofielen leven kort en
gaan dood in het weefsel, veel dode neutrofielen zijn pus.
o Eosinofiel en basofiel= Minder bekende granulocyten, doden ook cellen.
➢ Monocyten= Effector cellen aanwezig in het weefsel.
1
, o Macrofaag= Enorm grote granulocyt, ‘eet’ pathogenen op. Macrofaag
betekent grote fagocyt, neutrofiel betekent kleine fagocyt.
o Dendritische cel= Stervormige cellen aanwezig in het weefsel. Hun taak is
om te bepalen waar en wanneer het innate immuunsysteem overloopt tot
het adaptive immuunsysteem.
- Lymfoïde cellen (lymfocyten): Specialiseren in de B cellen en de T-cel/ILC.
➢ B cellen= Cellen met B-cel receptoren, ontstaan in het beenmerg.
➢ T cellen= Cellen met T-cel receptoren, ontstaan in de thymus.
➢ NK cellen (natural killer cells)= Cytotoxic lymfocyten die reageren op virale
infecties. Cellen koppelen aan het virus en doden het gehele virusinfectie
stopt.
Antigenen zijn receptoren op de cel, ookwel antigen-receptors. Tegen deze antigenen
kunnen antilichamen worden gemaakt.
Opsonisatie en neutralisatie (mogelijk bij granulocyten) = 2 manieren waarop het pathogeen
verwijderd worden tijdens een infectie.
- Opsonisatie: Antilichamen (met complement) binden aan gehele pathogeen,
antilichamen binden ook aan cel pathogeen wordt afgebroken door fagocytose.
- Neutralisatie= Antilichamen binden aan toxines van pathogeen, antilichamen
binden ook aan cel toxines worden afgebroken door fagocytose.
- Lymfocyten zijn aanwezig in lymfoïde
weefsels beenmerg en thymus. In de
lymfeweefsels worden lymfocyten gemaakt en
door geëvalueerd (B en T cellen) →
ontwikkeling immuuncellen.
- Activatie vindt pas plaats in de
secundaire lymfoïde weefsels Lymfeknopen,
milt (spleen) en GALT → activatie imuuncellen.
- Lymfeknopen verbonden door
lymfevatenstelsel. Hierdoor ‘stromen’ de
lymfocyten, ook veel lymfocyten in slagaders en
weinig in aders. Lymfevatenstelsel wordt niet
aangedreven door het hart dus de stroming is
traag.
- Lymfeklieren zijn erg gestructureerd en hebben verschillende in en uitgangen voor
immuuncellen.
- Lymfocyten lekken door bloedbaan door cytokinen en dendritische cellen naar
lymfeknoop waar ze verder evalueren en infectie bestrijden.
Part 2 → The complement system
Complementsysteem (complement)= Enzymen die een onderdeel zijn van het innate
immuunsysteem, zorgen ervoor dat pathogenen gevoeliger worden voor fagocytose.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper donnabakker2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.