Nucleaire Geneeskunde Hoofdstuk 14 - Hart
14.1 De drie meest toegepaste scintigrafische procedures in de cardiologie zijn:
Myocardperfusiescintigrafie met 99mTc gemerkte perfusietracers met Thallium
201 (Th201-chloride wordt bijna niet meer gebruikt.
Radionuclideangiografie m.b.v. humaan serumalbumine of rode bloedcellen
gemerkt met 99mTc.
Vitaliteitsbepaling met metabole tracers zoals 18-F-FDG of perfusietracers zoals
Th-201 Chloride.
14.2 Anatomie en fysiologie Het hart
In het mediastinum, Lengte = 12 cm, Breedte = 8/9 cm, Diepte = 8/9 m, Gewicht = 300
gr (0,5% van totaal)
1) Het veneuze zuurstofarme bloed arriveert in het rechter atrium.
2) Het stroomt via de tricuspidalisklep door naar het rechter ventrikel.
3) Deze stuwt het bloed via de pulmonalisklep de kleine circulatie in: door de aa.
Pulmonales naar de longen en vandaar door de vv. pulmonales terug naar het hart
waar het linker atrium het zuurstofrijke bloed ontvangt en het via de mitralisklep
doorstuurt naar het linker ventrikel.
4) Hier begint de grote circulatie: linker ventrikel pompt het zuurstofrijke bloed via de
aortaklep de aorta in en vandaar via de arteriën naar alle organen. In het capillaire
bed van de organen geeft het bloed de zuurstof af, waarna het zuurstofarme bloed via
de venen wordt teruggevoerd naar het rechter atrium.
Om de functie van het hart vast te leggen en te beschrijven is er het:
Hartminuutvolume (cardiac output): slagvolume x aantal slagen per minuut. Het
niet nauwkeurig omdat een ziek hart een dalend slagvolume compenseert met
een het verhogen van het aantal slagen.
Ejectiefractie (EF): het verschil tussen het einddiastolisch volume en het
eindsystolisch volume, uitgedrukt als percentrage van het einddiastolisch volume.
Einddiastolisch volume
Ejectiesnelheid
Het hart zelf wordt voorzien van zuurstof door de twee grote kransslagaderen: de rechter
en linker a. coronaria. Deze verlopen epicardiaal (over de hartspier) om zich vervolgens
intramyocardiaal (in de hartspier) te vertakken. De a. coronaria ontspringen uit de aorta
direct na de aortakleppen. 5% van de cardiale output is bestemd voor het hart zelf. De
rechter a. coronaria (RCA) vasculariseert het rechter atrium, de vrije wand van het rechter
ventrikel, het deel van het linker ventrikel dat rust op het diafragma en soms een deel
van de achterwand van het linker ventrikel. De linker a. coronaria vertakt zich na de
hoofdstam in twee vaten: de ramus descendens anterior (LAD): voorziet de anterolaterale
wand van het linker ventrikel en het septum. En de left circumflex artery (LCX) of ramus
circumflex (RCX): voorziet het linker atrium en de achterwand van het linker ventrikel.
De bloedvoorziening van het myocard gebeurt tijdens de diastole. Als de hartfrequentie
stijgt, wordt het diastolische interval sterk ingekort en neemt de bloedtoevoer naar de
hartspier af. Bij een stenose (vernauwing) in een kransslagader kan een drukverval
(drukgradiënt) ontstaan waardoor de coronaire doorstroming afneemt.
Vernauwingen in de vaatdoorsnede van minder dan 50% hebben hemodynamisch weinig
invloed, tenzij er ook sprake is van andere hartzieken.
Systole = ejectiefase, uitdrijvingsfase
Bij een hartfrequentie van 75p/min (800 ms per slag) duurt de systole ongeveer 1/3 van
de totale cyclus.
Fase 1: isovolumetrische contractie (gelijkblijvend volume): nadat beide hartkamers
elektrisch geactiveerd zijn, beginnen zij te contraheren. Hierdoor stijgt de druk in de
kamers en worden de tricusmidalisklep en de mitralisklep gesloten. Na 20-30msec is de
druk zo hoog waardoor de pulmonalisklep en de aortaklep open gaan.
Fase 2: de eigenlijke ejectiefase; het bloed vanuit de rechterkamer stroomt de a.
pulmonalis in en vanuit de linker kamer de aorta in.
1
, NG P6 Zelfstudies
Fase 3: aan het einde van de ejectiefase is er plotselinge relaxatie van de ventrikels:
isovolumetrische relaxatie. De pulmonalisklep en aortaklep sluiten zich t.g.v. snelle
drukdaling in de kamers.
Diastole
Fase 1: snelle vullingsfase waarbij de atrioventriculaire kleppen (tricuspidalis en
mitralisklep) zich openen en het bloed van de atria naar de ventrikels stroomt. Dit duurt
ongeveer 1/3 van de diastole.
Fase 2: langzaam vullingsfase: er stroomt bijna geen bloed naar de ventrikels.
Fase 3: contractiefase: beide atria contraheren en er wordt actief bloed gepompt vanuit
de atria naar de ventrikels. Hiermee is de cyclus gesloten en volgt weer de systole.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Dominiquekoolhaas. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.