,Hoorcolleges
Huid & huidadnexen
Cellen & weefsels
Spieren
Efflorescenties
Homeostase, diffusie & osmose
Algemene farmacologie en het opzoeken van medicijnen
Histopathologie
Zenuwen, sensorieel & autonoom zenuwstelsel
Lipofiel, lipofoob & zuurgraad pH
Kennisclips psychologie
Haarafwijkingen
Licht & laser
Werkcolleges
Communicatie
Evidence based practice
Kliniekles
Inhoud lc
,Huid & huidadnexen
Leerdoelen:
Na afloop van dit college:
Kun je de begrippen gezondheid en ziekten uitleggen
Wanneer is iemand gezond:
Gezondheid is een staat van lichamelijke, geestelijke, sociaal en economische welbevinding
(=welzijn) en dus niet alleen de afwezigheid van ziekten en gebreken.
In het lichaam is een dynamisch evenwicht: homoiostasis
- lichamelijk
- geestelijk
- sociaal (economisch)
Kun je de begrippen fysiologie en pathologie uitleggen
Anatomie is de wetenschap die de bouw van het menselijk lichaam onderzoekt.
Fysiologie bestudeert het normale functioneren van de onderdelen van het menselijk lichaam,
denk hierbij aan processen zoals de spijsvertering en de voortplanting.
Pathologie is de wetenschap die zich bezighoudt met algemene ziekteleer en stoornissen in de
bouw en het functioneren van de onderdelen van het lichaam. Pathologen onderzoeken
ziekten waarbij ze kijken naar de oorzaak van de ziekte, het ontstaan van het ziekteproces en
de gevolgen en het verloop van de ziekte.
Heb je kennis van de anatomie en de fysiologie van de
huid
De huid is opgebouwd uit 3 lagen: epidermis, dermis en subcutis.
De epidermis heeft een tweedimensionaal golvend beloop, delen
hiervan stulpen uit in de dermis dit noemen we retelijsten,
omgekeerd stulpt het vanuit de dermis ook omhoog in de
epidermis en dit noemen we dermale papillen. Deze configuratie
bevordert de hechting van de twee lagen om te hechten.
De vier huidadnexen zijn: haren, nagels, zweetklieren en talgklieren.
Epidermis: is afkomstig van het ectoderm. Het bevat vijf soorten cellen. Keratinocyten
(hoorncellen), melanocyten (pigmentcellen), langerhanscellen, merkelcellen en (in kleine
aantallen) stamcellen.
Keratinocyten komen het meeste voor. Na de celdeling in de onderste laag van de epidermis
schuiven de keratinocyten geleidelijk omhoog in de huid waardoor ze veranderen. Door deze
, verandering heeft de epidermis vier lagen (soms vijf, wegens verdikking zoals op de voeten).
Van binnen naar buiten: stratum basale, stratum spinosum, stratum
granulosum, stratum lucidum (is dus alleen op bijv. de voeten), en
stratum corneum.
Het proces:
1. Kiemlaag (Stratum Basale): De binnenste laag waar de
keratinocytcellen worden aangemaakt.
2. Stekelcellige laag (Stratum Spinosum): Keratinocyten
maken keratine (proteïnevezels) aan en krijgen een
stekelvorm.
3. Korrel laag (Stratum Granulosum): De keratinisatie begint: cellen maken harde korrels
aan en wanneer deze korrels naar boven bewegen, veranderen ze in keratine en
opperhuidlipiden.
4. Heldere laag (Stratum Lucidium): De cellen zitten dicht op elkaar, zijn plat en zijn niet
van elkaar te onderscheiden.
5. Hoornlaag (Stratum Corneum): De buitenste laag van de opperhuid met gemiddeld
ongeveer twintig onderlagen van platte, dode cellen afhankelijk van de plaats op het
lichaam van de huid. Deze dode cellen worden regelmatig afgestoten in een proces dat
desquamatie (afschilfering) heet. In de hoornlaag zitten ook de poriën van de
zweetklieren en de openingen van de talgklieren.
Het proces van de celdeling van de huid duurt 28 tot 30 dagen.
De epidermis beschermt ons door de hydro lipide film.
Melanocyten: Het zijn dendritische pigment producerende cellen. Ze zijn gelegen tussen de
basale keratinocyten. Hun functie is het produceren van melaninepigment. De functie is om de
cellen te beschermen tegen beschadiging door ultraviolet licht van de zon. De straling wordt
geabsorbeerd door het melanine. Er zijn twee soorten melanine: Eu melanine (bruin/zwart) &
Fe melanine (geel/rood). Bij een blanke en donkere huid zijn evenveel melanocyten aanwezig.
Melanocyten bevinden zich in de stratum basale.
Langerhanscellen: Dit zijn dendritische cellen die zich boven het stratum basale bevinden. Ze
ontstaan in het beenmerg en migreren vanuit daar naar de huid. De belangrijkste functie om
antigenen aan het immuunsysteem te presenteren (allergen en micro-organismen). Zijn dus
eigenlijk de soldaatjes van het lichaam.
Merkelcellen: Deze cellen liggen in het stratum basale en in de buitenste haarwortelschede.
Deze cellen spelen waarschijnlijk een rol bij tastzin. Het komt van het zenuwstelsel.
Stamcellen: Deze zijn in kleine aantallen aanwezig in de basale laag van de epidermis, aan de
basis van talgklieren en ook in de dermis en subcutis. Stamcellen spelen een rol bij
wondgenezing, regeneratie van de huid en bij haargroei.
Dermis: Het is afkomstig uit het mesoderm. Bevat verschillende soorten cellen en vezels. Ook
bevinden hier zich bloedvaten, lymfevaten, zenuwvezels en delen van de huidadnexen
(talgklieren, zweetklieren, haarfollikels). De dermis is te onderscheiden in het stratum
papillaire en het stratum reticulaire. Het oppervlakkige papillaire bevindt zich direct onder de
epidermis en heeft uitlopers/golven in de epidermis. Het diepere deel van de dermis is het