Samenvatting AWV, geschreven door Lieke Touwen (2021). Alleen voor individueel gebruik.
AWV Blok Jaar 3
HC 1: Critical Appraisal of a Topic: introductie
Begrijpen achtergrond van Critical Appraisal of a Topic
Stel, je bent dokter en moet een lokaal behandelprotocol maken. Er moeten dan veel verschillende
vragen worden beantwoord, zoals wanneer de diagnose wordt gesteld, welke behandeling, welke
testen gedaan moeten worden, bijwerkingen, etc. Het protocol wordt gebaseerd op bewijs, dat
wordt opgezocht op het internet. Er is veel informatie beschikbaar op het internet, waardoor het
lastig is om daaruit een protocol op te baseren. Soms staat niet alle informatie erin, of de juiste
informatie, waardoor er goed gedestilleerd moet worden.
De oplossing hiervoor is een Critical Appraisal of a Topic. Dit laat zien hoe de dokter denkt en bevat
onderwerpen uit de dagelijkse praktijk. Met behulp van de CAT kan een conclusie over een
onderwerp worden gevormd, dat de volgorde van handelen en behandelingen laat zien. Dit is de
tussenstap van de vragen over de anatomie, fysiologie en pathofysiologie en werkingsmechanismen
naar de vragen over onzekerheid ten aanzien van het juiste medisch handelen. Het is een belangrijke
stap in het medisch denken. Op basis van kennis kan de arts tot een behandelbeslissing komen, dat
cruciaal is voor het arts zijn.
De uitdagingen op dit moment is de informatie omzetten naar beslissingen. De onderwerpen hierin
zijn de diagnose, behandeling, prognose, voorkeur patiënt en beschikbaarheid middelen. Onder de
diagnose valt de soort test, dus welke test en wat zegt deze test over de waarschijnlijkheid van de
ziekte? De behandeling focust zich bijvoorbeeld op de beste behandeling, meest kost-effectief of met
de minste bijwerkingen. De prognose laat zien hoe de toekomst voor de patiënt eruit kan zien. Het is
tijd gespecificeerd. Naast dit bewijs zijn de voorkeuren van de patiënt en de beschikbaarheid van
middelen natuurlijk ook belangrijk in de beslissing. Dit weegt vooral veel mee bij minder acute
situaties, op de lange termijn en in arme landen.
Evidence based medicine (EBM) bestaat uit de onderdelen (patho)fysiologie (klachten, ziekte,
behandeling), de patiënt (prognose, voorkeur), evidence (bewijs uit onderzoek) en expert (expertise,
faciliteiten, voorkeur). Op basis hiervan wordt een beslissing genomen. Dit is een keuze met
betrekking tot het medisch handelen. De stap tussen de onderdelen en de beslissing is de CAT. Bij
een CAT wordt aan de hand van een casus uit de praktijk een klinische vraag gesteld, waarop een
antwoord wordt geformuleerd dat onderbouwd is met het beste wetenschappelijke bewijs op dat
moment voorhanden. Dit is dus toepasbaar op de patiënt.
De CAT bestaat uit een introductie waarbij het probleem wordt benoemd en het belang hiervan, het
middenstuk met de kritische blik, en de discussie waarbij er naar een bredere context wordt gekeken
en wat de uitkomst voor de toekomst betekent.
De CAT is een format om EBM-gestuurde beslissingen te nemen. De oorsprong is altijd vanuit de
medische praktijk. Aan de hand van een aantal stappen wordt systematisch een antwoord gezocht
op een vraag na aanzien van patiëntencontact.
HC 2: Critical Appraisal of a Topic: de 7 stappen
Kennis van de verschillende methodologische domeinen
De methodologische domeinen zijn diagnostisch, prognostisch, therapeutisch en etiologisch.
Een therapeutische vraag vergelijkt de effectiviteit van bepaalde interventies. Het onderzoek is aan
strikte regels gebonden. Zo moet de indicatie kristalhelder zijn (selectie), moet de interventie
nauwkeurig omschreven zijn, met er rekening worden gehouden met het natuurlijk beloop, moet
vertekening (bias) worden voorkomen en moet er genoeg zekerheid zijn over het effect.
1
, Samenvatting AWV, geschreven door Lieke Touwen (2021). Alleen voor individueel gebruik.
Het wordt onderzocht in een RCT, waarbij er via een steekproef uit een populatie twee groepen
worden gevormd met verschillende behandelingen. Dit is volledig random met een bepaalde
uitkomst. Dit is de gouden standaard voor het aantonen van de effectiviteit van een interventie door
randomisatie en blindering.
Een diagnostische vraag kan gaan over het gehele diagnostisch proces. Er kan onderzoek worden
gedaan naar de testdrempel = aandoening met voldoende zekerheid uitgesloten, en/of de
behandeldrempel = aandoening met voldoende zekerheid aangetoond. Dit laat zien wanneer een
ziekte is uitgesloten of aangetoond. Dit is cruciaal voor het verdere beloop van de ziekte.
De prognostische vraag kan over verschillende onderwerpen gaan, zoals wat de ziekte betekent voor
de toekomst, of de ziekte vanzelf over gaat, of het te genezen is met bepaalde behandelingen, wat
de kans op overlijden is met de aandoening en welke factoren mogelijke complicaties, recidieven en
kwaliteit van leven voorspellen. Dit wordt het minst vaak onderzocht in de CAT, maar is wel een
belangrijk onderzoek. Het laat zien hoe het met de patiënt gaat in de loop van de tijd.
Er zijn verschillende soorten uitkomsten, namelijk dichotoom = ja of nee (overlijden, uitzaaiingen),
ordinaal = schaal (sterkte, ernst) en continue (kwaliteit van leven).
Kennis van alle stappen van de CAT
Kunnen benoemen van de elementen klinisch scenario
Kunnen benoemen van de elementen PICO-klinische vraag
De 7 stappen van de CAT zijn de verschillende denkstappen die moeten worden genomen in het
proces en verwerkt worden in het verslag om tot het antwoord op de vraag te komen.
1. Klinische scenario = casus met medische en
niet-medische elementen
2. Klinische vraag = PICO
3. Literatuuronderzoek
4. Kritische beoordelen artikel
5. Evidence
6. Commentaar: besluitvormingsproces en EBM
verwoorden
7. Bottom line: altijd uitkomen op een antwoord
voor de patiënt
Het klinisch scenario is een korte en bondige presentatie met verschillende elementen. De
elementen zijn de naam, leeftijd, anamnese met voorgeschiedenis/co-morbiditeit, lichamelijk
onderzoek, uitslagen van diagnostische tests, aandoening(en) en/of verdenking daarop, specialisatie
arts en setting, verwachting patiënt en voorkeur van de patiënt en arts. Dit laat een klinisch dilemma
zien waaraan de klinische vraag de relevantie ontleent.
De klinische vraag kan diagnostisch, therapeutisch en prognostisch zijn. Het is belangrijk om het
duidelijk op te schrijven waar duidelijk de kern van het dilemma naar voren komt.
De therapeutische vragen kunnen focussen op de effectiviteit van de interventie/therapie, het
verschil in bijwerkingen, verschil in kosten, voorkeur van de behandelaar of voorkeur van de patiënt.
Dit bestaat uit de patiënt met aandoening, interventie, controlebehandeling, uitkomstmaat en tijd.
De diagnostische vragen kunnen gaan over het inschatten van de a priori kans op ziekte, bij welke
kans er geen verdere diagnostiek/behandeling nodig is, bij welke kans de behandeling start/geen
diagnostiek méér, risico’s/complicaties van de aandoening (fout negatieven), de risico’s voor de
standaardbehandeling (fout positieven) en waarom testen op een specifiek moment.
Dit bestaat uit de patiënt met kenmerken/symptomen, aandoening waarop verdenking,
diagnostische test en referentie test.
2