Burgerlijk procesrecht
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleiding burgerlijk procesrecht......................................................................................2
Hoofdstuk 2 De bevoegdheid van de rechter.....................................................................................4
Hoofdstuk 3 Rechtshulpverleners.......................................................................................................6
Hoofdstuk 4 De kosten van de rechtszaak..........................................................................................7
Hoofdstuk 5 De Dagvaarding..............................................................................................................8
Hoofdstuk 6 De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg................................................................10
Hoofdstuk 7 Complicaties in de procedure in eerste aanleg............................................................12
Hoofdstuk 8 Verzoekschrift procedure.............................................................................................14
Hoofdstuk 9 Spoedprocedures.........................................................................................................17
Hoofdstuk 10 Bewijs.........................................................................................................................19
Hoofdstuk 11 Het vonnis..................................................................................................................22
Hoofdstuk 12 Rechtsmiddelen..........................................................................................................25
Hoofdstuk 13 Andere vormen van geschillenbeslechting.................................................................28
Hoofdstuk 14 Executierecht.............................................................................................................31
Hoofdstuk 15 Beslagrecht.................................................................................................................34
Hoofdstuk 16 Ontruiming, dwangsom en lijfsdwang........................................................................37
Burgerlijk procesrecht
1 | Burgerlijk procesrecht
,Hoofdstuk 1 Inleiding burgerlijk procesrecht
Privaatrecht bestaat uit:
- Vermogensrecht
- Rechtspersonenrecht
- Personen- en familie recht
Publiekrecht bestaat uit:
- Staatrecht
- Bestuursrecht
- Strafrecht
Het privaatrecht (burgerlijk recht) bestaat uit 2 delen:
1. Materieel recht
Beschrijft de rechten en plichten van de partijen
2. Formeel recht
Geeft regels van het materieel recht
Het procesrecht beschrijft:
- Hoe een gerechtelijke procedure in gang moet worden gezet
- Het verloop van een gerechtelijke procedure
- De rechterlijke uitspraken na een procedure
- De tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken.
- Rechtsmiddelen die tegen rechterlijke uitspaken mogelijk zijn
- Arbitrage, bindende geschillen beslechting door niet-rechters
Bronnen van procesrecht:
- Grondwet, art. 107
Procesrecht bij wet geregeld
- Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (RV)
Hoe het procesrecht is geregeld.
- Wet op de rechterlijke organisatie (RO)
Organisatie van de rechterlijke macht en de bevoegdheid van de verschillende rechterlijke
colleges.
- Internationale verdragen, EVRM en EEX-verordening
- Advocatenwet, Wet op de Notarisambt, Gerechtsdeurwaarderswet, Wet op de Rechterlijke
indeling, Wet tarieven in Burgerlijke Zaken, wet op de Rechtsbijstand en de Algemene
Termijnenwet.
Het RV is opgedeeld in 4 delen:
1. Procedures bij rechtbank, gerechtshof en Hoge Raad
2. Tenuitvoerlegging
3. Bijzondere procedures
4. Arbitrage
Het EVRM, De grondwet en de Wet RO en RV bevatten een aantal grondregels voor het procesrecht.
2 | Burgerlijk procesrecht
,Deze basisregels garanderen een eerlijk proces waarin beide partijen op dezelfde manier behandeld
worden en een onafhankelijke uitspraak in wordt gedaan.
Basisregels:
1. Hoor en wederhoor art. 19 RV.
De rechter doet geen uitspraak voor dat hij beide partijen in de gelegenheid heeft gesteld om hun
verhaal te doen etc.
2. Openbaarheid van de rechtszitting
Art. 6 EVRM, Art. 121 Grondwet, Art. 27 RV en Art. 4 en 5 RO.
3. Motivering – uitleg waarom de beslissing is genomen.
Art. 121 Grondwet, Art. 5 RO en Art. 30 RV.
4. Hoger beroep en cassatie
Een 4de kenmerk is dat het vaak altijd mogelijk is om in hoger beroep te gaan.
In hoger beroep wordt de zaak opnieuw behandeld.
Daarna kan nog cassatie ingesteld worden bij de Hoge Raad, er wordt dan gekeken naar de juridische
kanten van de zaak.
5. Onafhankelijke en onpartijdige rechter
Voor een eerlijke rechtspraak is het van belang dat de rechter onafhankelijk is. Art. 117 Grondwet.
Ook is het van belang dat de rechter onpartijdig is, anders is een uitspraak niet geloofwaardig.
Als een procespartij van mening is dat de rechterpartijdig is dan kan de partij de rechtbank verzoeken
om wraking. Meent de rechter dat het wraken terecht is wordt een andere rechter toegewezen.
Art. 36 RV.
Als een rechter zelf meent dat hij niet onpartijdig tegenover een bepaalde zaak staat doet hij een
verzoek om zicht te mogen verschonen. Art. 40 RV.
6. Uitspraak binnen een redelijk termijn. Art. 6 EVRM
Twee kenmerken die specifiek gelden voor het burgerlijk proces recht zijn:
1. Lijdelijkheid van de rechter
2. Verplichte procesvertegenwoordiging
De procespartijen bepalen zelf of er wordt geprocedeerd en over welke onderwerpen de rechtszaak
gaat. De rechter is dan dus ook passief, hij neemt de feiten voor ‘waar’ als ze door de wederpartij
niet worden weersproken. De rechter mag niet meer toewijzen dan door de wederpartij is geëist.
Bij het bewaken van de voortgang van de rechtszaak heeft de rechter geen passieve maar een actieve
rol. Hij zal er voor zorgen dat de procedure niet onnodig wordt vertraagd.
Procespartijen kunnen de rechtszaak niet zelfstandig voeren maar moeten dit doen met behulp van
een advocaat.
Burgerlijk procesrecht
3 | Burgerlijk procesrecht
, Hoofdstuk 2 De bevoegdheid van de rechter
Er zijn in Nederland 11 Rechtbanken, 4 Gerechtshoven en 1 Hoge Raad.
Om de bereikbaarheid op peil te houden werken alle gerechten met verschillende zittingsplaatsen.
Het werkgebied is een Arrondissement
Iedere rechtbank is onderdeel van een Ressort
Er zijn 3 type gerechten: (art. 2 Wet RO)
1. Rechtbank
2. Gerechtshof
3. Hoge Raad
Iedere rechtbank en ieder gerechtshof heeft een eigen bestuur. (Art. 6 Wet RO)
Het bestuur stelt de indeling in kamers vast, verschillende afdelingen.
Handelskamer -> handelszaken
Familiekamer -> echtscheidingen, gezag etc.
Absolute competentie
Welk type gerecht gaat de zaak behandelen?
Type recht
Wet RO en RV (o.a. Art. 93, 332, 392 RV)
Kantonzaken
Kantonrechter - Vorderingen t/m € 25.000
- Vorderingen, ongeacht hun hoogte
uit huur, huurkoop, arbeid, pacht,
consumentenkoop,
Rechtbank consumentenkrediet tot € 40.000,-
Civiele zaken
Civiele rechter Alle overige vorderingen
Gerechtshof Hoger beroep van uitspraken van de rechtbank.
Hoge Raad Cassatie van uitspraken waartegen geen hoger beroep meer
openstaat.
4 | Burgerlijk procesrecht