Hoorcolleges
Verbintenissenrecht
Week 1
De verbintenis
- Een verbintenis is een verhouding tussen personen waarbij de een vorderingsrecht
heeft en de ander een schuld.
- Art. 6:1 BW verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet
voortvloeit.
Uit een
overeenkomst,
contracten,
rechtshandelingen
vloeien
verbintenissen
voort.
Verbintenissen
kunnen ook
voortkomen uit
Verdragen.
Quint/Te Poel 1959
Overeenkomst Quint – Hubert te Poel Quint moet twee winkelhuizen bouwen. Hubert
moet aanneemsom voldoen. Quint bouwt, maar Hubert is blut en betaalt niet. Panden op
terrein Heinrich te Poel. Heinrich door natrekking eigenaar. Heinrich zegt dat zij geen
overeenkomst hebben om het te bouwen en om te betalen. Quint zegt dat hij wel op zijn
grond heeft gebouwd en dat hij daardoor verrijkt is. Rechtbank gaat met Quint mee: er is
geen overeenkomst, maar wel verarming van Quint en verrijking van Heinrich. Dit is een
ongerechtvaardigde vermogensvermeerdering. Het kan dus zo zijn dat Heinricht wel moet
betalen, maar dan moeten er nog andere dingen worden bewezen.
Hof zegt uiteindelijk dat er geen grondslag is in de wet om een vorderingsrecht toe te
kennen aan Quint.
Quint krijgt voor deel gelijk van Hoge Raad. Het feit dat er geen expliciete grondslag in de
wet staat, kan worden gerepareerd als het aannemen van een verbintenis zou passen bij wel
in de wet geregelde gevallen.
- Oud BW (voor 1992) Geen grondslag in de wet voor een verbintenis van Heinrich,
eventueel toch verbintenis, als deze:
a) Pas in stelsel wet
b) En aansluit bij de wel geregelde gevallen
- Inmiddels is er art. 6:212 BW, dus wettelijke grond voor verbintenis.
In dit geval ziet Hoge Raad geen aanleiding om verbintenis aan te nemen (vergelijking met
bijv. huur). Enkele feit dat je eigenaar bent van de grond en een ander brengt daar
,verbetering op aan, betekent niet dat je dan ook maar moet betalen. Er was geen aanleiding
om Quint tegemoet te komen.
Precontractuele fase
Voor het aannemen van een verplichting moet je een grondslag hebben. Zolang er nog geen
contract is gesloten, moet je de grondslag ergens anders vandaan halen.
Fatsoenlijk onderhandelen kan leiden tot een verbintenis en dus tot schadevergoeding.
Precontractuele fase nog geen overeenkomst, maar wel onderhandelingsfase
rechtsverhouding.
Baris/Riezenkamp 1957
Baris leverde onderdelen voor rijwielhulpmotoren aan Riezenkamp. Baris zei in de
onderhandelingen dat een rijwielhulpmotor makkelijk in elkaar worden gezet en dat de
kosten 135 gulden zouden zijn. Er werd een contract gesloten. Onderdelen worden geleverd,
maar Riezenkamp betaalt niet. Baris stapt naar rechter en vordert betaling van koopprijs.
Riezenkamp zegt dan dat in elkaar zetten motor niet 135, maar 230 gulden is en dat de
transactie dus onvoordelig is voor hem.
Hoge Raad zegt dat Riezenkamp zich niet goed heeft voorbereid op de transactie, want wat
hij later te weten is gekomen, had hij ook van tevoren kunnen ontdekken. Hoge Raad
beroept het op dwaling. In de precontractuele fase is er een rechtsverhouding die wordt
beheerst door goede trouw en daarom moet je rekening houden met belangen van andere
partij.
Onderhandelingsfase rechtsverhouding?
- Bijzondere rechtsverhouding
- Beheerst door ‘goede trouw’ (= redelijkheid en billijkheid)
- Gerechtvaardigde belangen wederpartij
Er is zelf een ‘onderzoeksplicht’, maar men mag in beginsel afgaan op juistheid
mededelingen van de wederpartij.
Er is contractsvrijheid en je bent pas gebonden op het moment dat wil en verklaring
overeenstemmen, wanneer er een overeenkomst is. Bij focus op onderhandelingsfase zelf,
dan is er op basis van dit arrest, een door goede trouw beheerste rechtsverhouding.
Plas/Valburg 1982
Plas dingt mee naar de opdracht van de gemeente Valburg om een zwembad te bouwen. Op
een gegeven moment krijgt een andere partij de opdracht. Plas heeft extra werkzaamheden
verricht om plan aan te passen en vertrouwde er daarom op dat hij de opdracht zou krijgen.
Plas vraagt om schadevergoeding, omdat hij allerlei kosten heeft moeten maken voor de
onderhandelingen met de gemeente en winstderving heeft doordat hij dacht dat hij de
opdracht zou krijgen en dan winsten kon halen uit het zwembad.
Rechtbank nam aan dat de gemeente onfatsoenlijk had gehandeld door zich terug te trekken
uit onderhandelingen. Dat is nogal wat als je tot de overeenkomst vrij bent om te
onderhandelen en contractsvrijheid hebt.
Hof zei niets. Hierdoor moest Hoge Raad ervan uitgaan dat de gemeente zich niet mocht
terugtrekken uit de onderhandelingen met Plas. Dan rijst de vraag of je kan aannemen dat
de gemeente de schade van Plas moest betalen.
,Rechtbank zei dat de gemeente zich niet mocht terugtrekken uit onderhandelingen. Hoge
Raad voegt hier nog iets aan toe dat het zo kan zijn dat het zo onaanvaardbaar is dat je je
terugtrekt in verband met verwachting van partij dat er een overeenkomst uit
onderhandelingen zou resulteren, de gerechtvaardigde verwachting, dat er sprake is van
vergoeding van gederfde winst.
Plas/Valburg bijzondere rechtsverhouding onderhandelingsfase partijen die aan het
onderhandelen zijn en steeds dichter bij een overeenkomst komen zich verkeren in een
soort verdichtende relatie. Het wordt steeds duidelijker dat ze een overeenkomst gaan
sluiten.
‘Verdichtende’ relatie
- Stadium 1: vrijheid eerste fase, meer oriënteren.
- Stadium 2: afbreken mag nog, maar niet zonder kostenvergoeding je weet dat
partij al kosten maakt voor je, dan kan je op gegeven moment aannemen dat je nog
wel weg mag, maar niet zonder vergoeding voor gemaakte kosten.
- Stadium 3: afbreken in strijd met redelijkheid en billijkheid; bij vertrouwen dat in
ieder geval enigerlei is er ook plaats voor vergoeding van gederfde winst zo’n
dichte verhouding dat het niet meer redelijk en billijk is om weg te lopen.
CBB/JPO 2005
Praktijk had met leerstuk een loopje genomen.
Afstapje van Plas/Valburg het moet echt onaanvaardbaar zijn. Plas/Valburg moet met
nodige terughoudendheid worden gebruikt. Strenge en tot terughoudendheid nopende
maatstaf.
Ieder in principe vrij om af te breken, tenzij onaanvaardbaar in verband met:
- Totstandkomingsvertrouwen het hoeft niet zo te zijn dat je bij langere
onderhandelingen meer totstandkomingsvertrouwen hebt.
- Of verdere omstandigheden
KLM/CCC 2013
Twee types schoonmaakklussen, CCC dingt naar beide klussen en zij waren de goedkoopste.
KLM ging nog wel wat aanpassen en nog steeds was CCC de goedkoopste. Andere partij krijgt
nog mogelijkheden om te veranderen. Deze partij en CCC krijgen beide een deel van de
klussen. CCC wil alles of niets en krijgt dan niets van KLM. CCC zegt dat dit onfatsoenlijk
onderhandelen van KLM is en dat regels van gelijkheid en transparantie zijn geschonden.
Gelden die regels voor de particuliere sector? Hier blijkt dat de contractsvrijheid geldt
(volgens Hoge Raad). Er zou wel een mogelijkheid zijn voor een kwestie van
onaanvaardbaarheid.
Aanbestedingsrecht voor overheid: gelijkheid en transparantie voorkomen dat overheden
alleen met eigen vriendjes overeenkomsten sluiten, terwijl er een vrije markt is. Er moet een
ideale situatie van vrije markt zijn.
Particuliere ondernemingen zijn niet gebonden aan dat soort regels van transparantie en
gelijke behandeling.
Precontractuele problemen (onderhandelingen zelf, nog geen overeenkomst) – twee typen
1. Onderhandelingen afgebroken; overeenkomst niet ontstaan Plas/Valburg,
CBB/JPO, KLM/CCC
2. Overeenkomst wel ontstaan Baris/Riezenkamp, Dexia.
, DeTreek/Dexia 2009
Bank zegt dat niet wordt betaald, klant zegt dat de bank beter had moeten inlichten over de
aandelen. Als de klant beter was geïnformeerd, had hij de overeenkomst niet gesloten. De
bank had niet de zorg betracht die ze hadden moeten geven, schadevergoeding op grond
van onrechtmatige daad werd gevraagd door klanten.
Bank moest kijken of klant de risico’s wel kon dragen. Onrechtmatige daad wordt
aangenomen, maar dwaling niet.
Bijzondere (precontractuele) zorgplicht van de bank
- Beschermen tegen lichtvaardigheid en dergelijke volgt uit redelijkheid en billijkheid.
- Reikwijdte hangt af van omstandigheden.
Sanctie
- In het algemeen schadevergoeding.
- Eventueel: aftrek wegens eigen schuld.
- Grondslag: contract of onrechtmatige daad.
Rechtshandelingen
- Art. 3:33 BW Wil op rechtsgevolg gericht en door een verklaring geopenbaard.
- Art. 3:35 BW Geen beroep op ontbreken wil bij gerechtvaardigd vertrouwen.
- Art. 3:37 lid 3 BW Werking zodra ontvangen, art. 3:37 lid 1 in gedragingen, art.
6:227c lid 3 bij elektronisch contracteren toegankelijk.
o Ontvangen bij post als het op de deurmat landt, niet of hij er dan ook
daadwerkelijk heenloopt.
o Computerontvangsttheorie of mailboxontvangsttheorie
mailboxontvangsttheorie, ontvangen wanneer het toegankelijk is geworden.
- Soorten
o Meerzijdige, bijv. obligatoire overeenkomst
o Eenzijdige
Gericht, bijv. opzegging of ingebrekestelling
Niet-gericht, bijv. testament
Grondbeginselen overeenkomstenrecht
1. Contractsvrijheid iedereen is vrij om met elkaar contracten te sluiten.
Uitzondering als inhoud in strijd is met goede zeden of openbare orde (art. 3:40 BW).
2. Vormvrijheid (consensualisme) mondeling, schriftelijk, elektronisch
o Uitzondering voor vormvoorschriften art. 3:37 lid 1 BW, als het in een
bepaalde vorm moet geschieden en het gebeurt niet, dan is de overeenkomst
nietig.
o Als schriftelijkheidsvereiste geldt voor overeenkomst, dan kan dat ook
elektronisch (als aan de vereisten wordt voldaan) art. 6:227a BW.
o Als ondertekeningsvereiste geldt voor overeenkomst, dan kan dat ook
elektronisch gebeuren. Er moet dan worden voldaan aan de eIDAS-
Verordening + art. 3:15a.
Op de verordening kan een burger zich rechtstreeks beroepen.