100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Goederenrecht hoorcollege week 2 €6,91   In winkelwagen

College aantekeningen

Goederenrecht hoorcollege week 2

 2 keer bekeken  0 keer verkocht

Goederenrecht, gegeven in jaar 2, periode 2: Hoorcollege week 2.

Voorbeeld 2 van de 10  pagina's

  • 15 november 2022
  • 10
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Rik mellenbergh
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (98)
avatar-seller
berkaykibar
Goederenrecht – Hoorcollege 1

Onderwerpen hoorcollege 1
 Eigendom van roerende zaken
 Eigendom van onroerende zaken
 Eigendomsvoorbehoud (inleiding)
 Gemeenschap (Titel 7 van Boek 3 BW)
 Mandeligheid (art. 5:60 e.v. BW)

Een paar basisbegrippen
1. Eigendom ex art. 5:1 BW
2. Zaak ex art. 3:2 BW
a. Dieren ex art. 3:2a BW
3. Roerend/onroerend ex art. 3:3 BW
4. Gemeenschap ex art. 3:166 e.v. BW
5. Mandeligheid ex art. 5:60 e.v. BW

1. Eigendom van roerende zaken (verkrijging, natrekking, vermenging, zaaksvorming,
oneigenlijke vermenging)

1a. Verkrijging van eigendom van roerende zaken
 Bijzondere titel, e.g. overdracht (e.g. koop) en verjaring ex art. 3:80 lid 3 BW.
 Algemene titel, e.g. juridische fusie of (af)splitsing van een rechtspersoon, erfenis ex
art. 3:80 lid 2 BW.
 Overige wijzen van verkrijging ex art. 3:80 lid 3 BW:
o Toe-eigening ex art. 5:4 BW
 Alleen bij roerende zaken zonder eigenaar – het bezit is prijsgegeven:
res nullius ex art. 5:18 BW.
 Inbezitneming ex art. 3:113 lid 1 BW – zich de feitelijke macht
verschaffen.
 Een onroerende zaak heeft altijd een eigenaar ex art. 5:24 BW.
 De Nederlandse Staat is eigenaar van onroerende zaken die
geen andere eigenaar hebben.
o Vinderschap ex art. 5:5 e.v. BW – te goeder trouw (de eerlijke vinder)
 Alleen bij een roerende zaak, niet zijnde een schat.
 Onbeheerd, dus niet in de macht van een ander.
 De roerende zaak moet onder zich worden genomen, plus aangifte bij
de daartoe aangewezen gemeenteambtenaar doen.
 Vindersloon bij opeising door eigenaar (“naar omstandigheden
recht op een redelijke beloning” ex art. 5:10 BW).
 Eigendomsverkrijging na één jaar na aangifte ex art. 5:6 lid 1 BW –
daarvoor houder.
 Beperkte rechten op de zaak vervallen dan ook.
o Schatvinding ex art. 5:13 BW
 Roerende zaak van waarde
 Zo lang verborgen dat daardoor de opsporing van de eigenaar
onmogelijk is geworden.

,  Aangifte doen bij de gemeente.
 Schat komt toe aan de ontdekker én de eigenaar van de zaak waarin
de schat wordt aangetroffen (gemeenschappelijke eigendom; Titel 3.7
BW).
 In geval van een archeologische vondst bij de opgraving
gevonden, en waarbij niemand zijn recht van eigendom kan
bewijzen, geldt een aparte regeling in de Erfgoedwet ex art. 5.7
Erfgoedwet.
o Vruchttrekking ex art. 5:17 BW
 Natuurlijke vrucht: was eerst bestanddeel van een andere zaak ex art.
3:9 lid 1 jo. art. 3:4 BW.
 Wordt door afscheiding een zelfstandige zaak ex art. 3:9 lid 4
BW.
 Eigenaar van de zaak wordt in beginsel eigenaar van de
afgescheiden vrucht ex art. 5:1 lid 3 BW.
o Uitzonderingen: vruchtgebruiker (art. 5:17 BW jo. art.
3:216 BW), erfpachter (art. 5:89 lid 1 BW), pachter (art.
7:316 BW), eventueel de huurder (art. 7:202 BW), in
geval van eigendomsvoorbehoud (art. 7:9 lid 3 BW jo.
art. 7:14 BW).
 Burgerlijke vrucht: vruchten van goederen (denk aan: rente).
o Wordt door opeisbaarheid een zelfstandig recht ex art.
3:9 lid 4 BW.
o Natrekking, vermenging en zaaksvorming
 Heeft gevolgen voor de eigendom.
 Natrekking: voorheen individuele zaken worden één zaak.
 (Eigenlijke) vermenging: vloeistoffen, gassen, zand, e.d.
 Oneigenlijke vermenging: zaken blijven afzonderlijke zaken, maar wie
precies eigenaar van welke zaak is kan niet meer worden bewezen.
 Zaaksvorming: ‘iemand’ vormt uit roerende zaak/zaken een nieuwe
zaak.

1b. Natrekking
Hoofdzaak, bestanddelen
 Hoofdzaak ex art. 5:14 lid 3 BW:
o Waarde hoofdzaak aanmerkelijk hoger dan die van de andere zaak (die
bestanddeel wordt).
 HR 14 augustus 2015 (Glencore/Nationale Borg-Maatschappij): in
geval van vermenging van gelijksoortige zaken is dit het enige
criterium (in dat geval spelen verkeersopvattingen dus geen rol).
o Volgens verkeersopvatting als hoofdzaak te beschouwen.
 Bestanddeel:
o Al hetgeen volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak uitmaakt ex art.
3:4 lid 1 BW.
 HR 15 november 1991 (Dépex/Bergel)
o Afscheiding niet mogelijk zonder beschadiging van betekenis ex art. 3:4 lid 2
BW – het zogenaamde schadecriterium.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper berkaykibar. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,91. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 60904 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,91
  • (0)
  Kopen