Samenvatting
Europese Politieke integratie
(2020-2021)
1
, Inhoudstafel
1. Theoretische benadering van de Europese integratie
2. Geschiedenis van de Europese integratie
2.1 Europa na WO2
2.2 EGKS soevereiniteitsoverdracht
2.3 Mislukking EDG en EPG
2.4 Vedrag van Rome
2.5 Tegenreactie
2.6 Malaise in jaren 60
2.7 December 1969: Den Haag
2.8 Euroclerose
2.9 Initiatieven om de Europese unie weer op gang te brengen: Naar de
Europese akte
2.10 Toetreding Spanje en Portugal
2.11 Na de Europese akte: initiatieven van de commissie Delors
2.12 Het verdrag van Maastricht
2.13 Na Maastricht
2.14 Naar Amsterdam
2.15 Naar Nice
2.16 Na Nice
2.17 De institutionele crisis
2.18 Pogingen om de trein weer op de rails te krijgen
2.19 Post-Lissabon
2.20 De Eurocrisis slaat toe
2.21 Naar een wissel van de macht
2.22 Van Eurocrisis naar vluchtelingencrisis
2.23 Brexit en Trump
2.24 Een meer eensgezinde EU
2.25 Europese verkiezingen en alsnog Brexit
3 Corona
4 Lidstaten houden sommige touwtjes liever zelf in handen
5 Europese eengemaakte markt
6 Actualiteit
2
, Geschiedenis van de Europese Unie
1. Theoretische benaderingen van Europese integratie
Jaren 50: begin v/d Europese integratie
6 landen hebben begonnen samen te werken rond kolen en staal (=EGKS). Het was meer dan
samenwerken (=vrij, naast elkaar blijven staan), het was integreren: iets oprichten dat voor en stuk
boven de lidstaten zou gaan (supranationaal) → het is nieuw, ze stonden soevereiniteit aan af.
Theoriën:
Ze helpen om een selectie te maken van wat belangrijk is, dateren v/d periode tussen de 2
wereldoorlogen: men zocht naar nieuwe organisatievormen om oorlogen te vermijden.
1. Theoriën vanaf WO I tot WO II:
a. Federalisme: de nationale staten zijn niet meer in staat de veiligheid van hun mensen
te waarborgen → Eur. Federatie creëren, de “Verenigde Staten van Europa”, met een
gezamenlijk gezag = een rechtstreeks verkozen parlement.
Pol. Project van het interbellum, een superstaat creëren.
Kritieken:
i. Zal te ver v/d mensen staan, kloof
ii. Verschuiving v/h probleem: oorlog met andere superstaten ook mogelijk.
b. Functionalisme (Mitrany): de aparte nationale staten zijn niet meer functioneel
(//federalisme) → je moet per dossier opnieuw zoeken naar de meest functionele
manier om daarmee te gaan. Geen superstaat nodig, elke uitdaging aparte bezoeken
de beste organisatie om dit te beheren, functioneel gaan kijken wat het meest
geschikt is.
Vb1: het beheer van spoorwegen moet continentaal zijn, scheepvaart
intercontinentaal.
Vb2: kolen en staal met de 6 landen die ermee begonnen zijn
c. Transactionalisme/ pluralisme: wat federalisten en functionalisten voorspellen zal
niet gebeuren. Mensen voelen zich gebonden aan hun natiestaat, niet aan een
“Verenigde Staten van Europa” of aan iets technocraat. Staan voor een
systeem van afzonderlijke landen die ook kunnen samenwerken.
Interne organisatie, elke staat blijft zijn identiteit te houden. Wanneer
het handiger is zullen staten zelf kiezen om samen te werken, dit volledig vrijwillig
zonder gezag boven hen.
In de jaren ’50 begint de Eur. Integratie met kolen en staal. Er stond iets boven: landen waren bereid
een deel van hun soevereiniteit af te staan. Politicologen wilden dit supranationalisme vatten :
3
, 2. Theoriën die deze integratie verklaren:
a. Intergouvernementalisme (//transactionnisme, pluralisme): nationale domeinen
waar je Spill-over kon verwachten maar waar het niet is gebeurd → de E.U. is niet
anders dan een gewone internationale org. Lidstaten maken afspraken tussen
regeringen (als het in het gemeenschappelijk belang gaat). De lidstaten blijven de
beheersers v/d samenwerking, er is geen interne dynamiek die verder gaat in een
sterker Europa.
EU= vrijwillig samenwerking tussen de regeringen van verschillende lidstaten.
Het is ook geen supranationalisme, lidstaten hebben altijd volledig de controle en het
gaat in hun eigen belang
Niet waar ! → Europese Integratie is eenrichtingsverkeer:
i. Bevoegdheden gaan vanuit lidstaten naar Europa
ii. Het Eur. Parlement krijgt steeds meer macht
iii. Uitbreiding v/d EU naar Oost-Europa is een nadeel voor Zuid-Europese
landen
b. Neo-functionalisme (spill-over): <Haas.
Europese integratie begint in domeinen waar het heel functioneel is maar je kunt het
niet stoppen (//sneeuwbaleffect) want je creëert iets supranationaal → druk om
andere sectoren gemeenschappelijk te gaan beheren. Je hebt altijd meer instellingen
nodig → er ontstaat een politiek apparaat.
Je hele politiek zal zich supranationaal organiseren: iedereen wilt op het hogere
niveau staan → Verenigde Staten van Europa.
Spill-over= het ene plakt aan de andere, je begint met samenwerking op 1 vlak en
neemt er automatisch ook andere dingen bij → één markt creëren (vb: kinder
surprise).
Kritiek:
i. Vrij verkeer van werknemers → wij zouden ook een gemeenschappelijk asiel
beleid hebben maar nee
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper KB2000. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.