Week 1 Inleiding belastingheffing en formeel belastingrecht :
Belastingwetgeving wordt alleen maar complexer omdat belastingplichtigen op zoek gaan
naar wetgeving en kijken hoe ze dat zo voordelig mogelijk voor zichzelf kunnen uitleggen,
dus zodat ze minder belasting hoeven te betalen. Reactie wordt door de wetgever
aangepast, vaak aangescherpt. Ieder jaar met prinsjesdag zijn er allerlei fiscale
wetsvoorstellen, waardoor de bundel dikker en dikker wordt, zodat de fiscale wetgeving
beter bereikt wat we ermee beogen te bereiken.
Belastingrecht: de regels die bepalen hoeveel belasting moet worden betaald, door wie en
hoeveel.
Indirecte belastingen: omzet over consumptie (de btw).
Directe belastingen: belasting over inkomen.
Dit wordt uitgegeven aan collectieve voorzieningen (bv zorg, onderwijs, veiligheid en
infrastructuur).
Belastingen Nederland
Spelers:
•Ministerie van Financiën —> fiscale wetgeving komt hier vandaan.
•Belastingdienst —> gaat over het toepassen en innen van belastingen.
•Hoge Raad —> ga je heen indien er onduidelijkheid bestaat over de fiscale wet, hoe die
geïnterpreteerd dient te worden.
•Belastingplichtigen —> betalen belasting.
•Maatschappij —> belang bij belastingheffingen vanwege maatschappelijke voorzieningen.
•Wetenschap —> hoe zouden we fiscale wetgeving kunnen vormgeving zodat het beter
wordt?
•Fiscalisten
Voorstellen van fiscale wetgeving op Prinsjesdag, wijzigingen gaan op 1 januari het jaar
daarop in. Als er wetgeving wordt aangenomen geldt het met terugwerkende kracht (tot
prinsjesdag) tot publicatie van het voorstel. Eind december wordt duidelijk of het in die
periode anders is geworden.
Belastingheffing
Belasting: verplichte afdracht in geld aan de staat in ruil voor niet-rechtstreekse
tegenprestatie —> je bent verplicht geld te betalen aan de staat, krijgt er iets voor terug
maar niet direct, het zijn namelijk collectieve voorzieningen. Is te verklaren vanuit de aard
van een democratische rechtsstaat, die als functie heeft het bevorderen en optimaliseren
van het welzijn van een bevolking, wat gebeurd door het voorzien in deze voorzieningen.
Iedereen heeft daar toegang tot, maar kunnen we niet aan de markt overlaten omdat het
dan beperkt tot stand komt of de prijs dan voor de meesten te hoog wordt. Daarom is dit
vanuit de overheid beschikbaar.
•Staat: ‘optimaliseren welzijn bevolking’
•Collectieve voorzieningen
•Functies belastingheffing —> budgettaire: het financieren van de collectieve
voorzieningen, centrale functie van belastingheffing. Instrumentele: bepaald gedrag
stimuleren middels belastingheffing. Bv accijns op alcohol en tabak of juist stimulatie voor
klimaatvriendelijke bedrijven.
1
,•Belastingheffing op verschillende niveaus:
•Rijk
-o.a. inkomsten-, loon-, vennootschaps-, en omzetbelasting
•Provincie
-o.a. motorrijtuigenbelasting
•Gemeente
-o.a. onroerende zaakbelasting, toeristen-, honden- en parkeerbelasting.
Beginselen belastingheffing
•Fiscale soevereiniteit staten —> Nederland mag zelf bepalen welke personen ze gaan
belasten, welke activiteit, welk vermogen, de hoogte ervan en mag zijn eigen systeem
ontwerpen. Dit is in beginsel, Verdragen spelen ook een rol.
•Heffingsbevoegdheid economische activiteiten en personen (aanknoping voor belasting):
- Woonlandbeginsel —> als je hier woont.
- Nationaliteitsbeginsel —> als je de nationaliteit hebt van een land.
- Bronlandbeginsel —> als je hier niet woont maar wel werkt.
•Kern
- Profijtbeginsel (‘benefits principle’): personen die profijt (kunnen) hebben van de
voorzieningen moeten bijdragen aan het betalen van de collectieve voorzieningen.
Hierdoor kan dubbele heffing ontstaan, bv wonen in Nederland en in België werken.
In (bilaterale (tussen twee staten)) belastingverdragen is echter afgesproken dat als
je een inwoner hebt uit een staat en inkomen uit een andere staat, er geprobeerd
wordt de dubbele heffing tot een enkele te brengen, dit komt door nadere regelgeving
en desnoods eenzijdig.
- Draagkrachtbeginsel (‘ability to pay principle’): hoeveel de personen moeten
betalen; ‘sterkste schouders het meeste’, progressief systeem, naarmate je meer
verdient moet je meer belasting betalen.
•Belastingontwijking (?) —> als je ergens bent in een land, als natuurlijke of als
rechtspersoon, en je hebt profijt, vinden we dat je mee moet betalen aan de belasting. Als
iemand dat niet doet voelt dat als niet eerlijk.
Nederlandse belastingwetten
Wettelijke bescherming:
•Art. 104 GW (legaliteitsbeginsel) —> de Grondwet bepaalt dat belastingen worden geheven
uit kracht van de wet, moet dus ALTIJD een wettelijke basis voor zijn, ter bescherming van
belastingplichtigen.
•Materieel belastingrecht (o.a. IB, lb, Vpb, BTW, Wet BB 2021, Div.bel) —> heffingswetten.
Antwoord op de vraag wie de subjecten (rechtspersoon of natuurlijk) zijn, de grondslag, het
tarief en op welk moment.
- Wie, waarover, wanneer, hoeveel belasting.
•Formeel belastingrecht (o.a. AWR, Inv.) —> hoe je de belasting moet betalen, hoe dit bij
de belastingdienst komt en welke rechten en plichten je hebt hierbij (wat de spelregels zijn).
•Rechtszekerheid vs. misbruik van recht —> kan ik vertrouwen op de tekst? Beginsel van
rechtszekerheid: als belastingplichtige vertrouwen op de tekst van de wet, maar ook in oog
nemen wat de bedoeling is geweest van de wetgever. Als je als belastingplichtige voordeel
probeert te krijgen door het kunstmatig inlezen dat je ergens onder valt, maak je misbruik
van belastingrecht. De letterlijke wettekst wordt opzij gelegd, om beter recht te doen aan de
2
,bedoeling van de wetgever. Bij wetsvoorstellen ook memorie van toelichting waar dit in is te
lezen.
Richtige heffing —> goede heffing.
Fraus legis —> als uiterste redmiddel wettekst opzij, en hoe zit het echt? Ogv de
jurisprudentie van de Hoge Raad.
Formeel belastingrecht
Materiële belastingschuld —> daarin is geregeld wanneer de schuld ontstaat. Bepaald feit
doet zich voor, leidt tot belastbaar inkomen waar belasting over moet worden betaald.
Ontstaat door een verloop van feiten. Moet worden geformaliseerd voordat je daadwerkelijk
belasting moet betalen.
Formele belastingschuld —> dan moet je daadwerkelijk belasting gaan betalen.
Hoe je van deze tot de formele komt staat geregeld in bv de inkomstenbelasting. De wet
schrijft een van de twee manieren voor:
•Aanslag
-‘aanslagbelastingen’ —> materiële belastingschuld wordt geformaliseerd door het
opleggen van een aanslag door een inspecteur van de belastingdienst. Belastinginspecteur
stelt de materiële belastingschuld vast, kijkt naar de feiten, waarna je moet betalen. Bv
inkomstenbelasting, in de regel ook belastingaangifte maar als hulpmiddel van de
inspecteur, zodat hij makkelijker de aanslag kan opleggen.
•Aangifte
-‘aangiftebelastingen’ —> materiële belastingschuld wordt geformaliseerd door het doen
van aangifte door de belastingplichtige of inhoudingsplichtige. Bv loonbelasting of
omzetbelasting, om te formaliseren. Hier moet je aangifte doen, als onderdeel van het
formaliseren.
•Voldoening op aangifte —> voldoe je je eigen belasting, bv omzet.
•Afdracht op aangifte —> je draagt de belasting die een ander verschuldigd is af.
Belastingaangifte
Bij beide wordt er aangifte gedaan door een belastingplichtige.
Art. 8 AWR zegt dat als je als belastingplichtige aangifte doet, dit ‘duidelijk, stellig en zonder
voorbehoud’ moet zijn, zowel voor de inkomstenbelasting als loonbelasting. Je moet dus ook
als belastingplichtige eerlijk zijn en de feiten zoals ze zijn opnemen. Geldt voor zowel
natuurlijke als rechtspersonen. Als je onjuist aangifte doet kun je een boete opgelegd
krijgen, of als je het echt te bont maakt kun je zelfs een gevangenisstraf krijgen (fiscaal
strafrecht).
Meestal ben je verplicht aangifte te doen van je belasting, altijd bij aangiftebelastingen. Als
je eej uitnodiging ontvangt tot het doen van aangifte moet je dit doen, als je dit niet ontvangt
maar weet dat je belasting verschuldigd bent moet je de inspecteur vragen om te worden
uitgenodigd. Als je niet bent uitgenodigd of geen belasting verschuldigd bent, hoef je geen
aangifte te doen, maar kan dit echter voordelig zijn zodat je geld terug krijgt.
Bij de inkomstenbelasting wordt er rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden, bij
de loonbelasting niet.
Formaliseren en wat als te weinig belasting betaald
Als er een fout is gemaakt kan dat in bepaalde gevallen worden omgezet.
Aangiftebelasting:
3
, •Art. 19 AWR: ziet op het formaliseren.
-Aangifte binnen één maand na tijdvak/tijdstip
•Naheffing
•Art. 20 AWR: wat als er iets niet goed is gegaan, te weinig belasting betaald. Kan worden
rechtgezet door naheffing. Naheffingsaanslag via de inspecteur wordt het alsnog opgehaald
bij de belastingplichtige. Het is bij de aangiftebelasting de belastingplichtige die formaliseert.
-Voorwaarden (niet zo streng):
•Te weinig belasting betaald.
•Standaardtermijn 5 jaar na afloop van het ontstaan van de schuld (daarna niet meer
naheffen, maar kunnen wel vragen de belastingplichtige vrijwillig dit te doen).
Aanslagbelasting: inspecteur formaliseert.
•Art. 11 AWR:
-Binnen drie jaar na het opleggen van de aanslag door de inspecteur sinds materiële
belastingschuld. Zal eerst vragen belastingplichtige aangifte te doen. Krijgt ook best veel
informatie van de bank.
•Navordering (indien te weinig belasting is betaald):
•Art. 16, lid 1 AWR: binnen de termijn (uitgangspunt van 5 jaar tenzij geld uit het buitenland,
dan 12 jaar (wel met redelijke voortvarendheid oppakken), soms kortere termijn van 2 jaar).
•Voorwaarden (strenger dan bij naheffing):
-Nieuw feit of kwade trouw —> nieuw feit is een feitelijke omstandigheid die de inspecteur
niet wist en ook niet redelijkerwijze van op de hoogte hoefde te zijn, of als er geen nieuw feit
is maar als de belastingplichtige te kwader trouw (opzettelijk juiste informatie achterhouden
of opzettelijk onjuiste informatie in je aanslag opnemen). Dan is navorderen toegestaan.
-Art. 16 lid 2 AWR —> extra omstandigheden waarin kan worden nagevorderd, bv
redelijkerwijs kenbare fout (te lage belasting). Ongeacht de fout, kan dan worden
nagevorderd. Het verschil tussen de belasting die je hebt betaald en hebt moeten betalen
moet hiervoor 30% zijn. Bij een afwijking als gevolg van een fout kun je dus navorderen mits
het een redelijkerwijs kenbare fout is; en binnen 2 jaar nadat de foute aanslag is opgelegd
heeft de inspecteur 2 jaar de tijd. De HR zegt dat het wel moet gaan om fouten als tikfouten,
niet onjuist inzicht in de werking van het recht (dus geen ambtelijk verzuim)!
Fouten van de belastingdienst via automatisering moeten voor rekening van de
belastingdienst komen.
Rechtsbescherming
Bezwaar bij belastinginspecteur (wanneer hij een aanslag oplegt en jij denkt dat dit niet
klopt, hiervoor heb je 6 weken de tijd):
Fiscale regel gaat boven de algemene Awb. 6 weken na de dag van dagtekening. Ze
dagtekenen de aanslag in de toekomst zodat ze zeker weten dat je hem voor die datum
ontvangt en precies 6 weken bezwaar kunnen maken. Belastinginspecteur neemt een
beslissing op het bezwaar, vervolgens beroep rechtbank, gerechtshof en in cassatie bij de
Hoge Raad (echter alleen rechtsvragen niet meer inhoudelijk). In bepaalde gevallen EHRM
(bv bij discriminatie of ongestoord eigendom). Als de fiscale wetgever een ruime
beoordelingsvrijheid heeft, in maar een beperkt aantal gevallen succes voor
belastingplichtigen. Voor Nederland speelt ook nog het Unierecht; gelijke gevallen moeten
gelijk worden behandeld.
•Art. 26, lid 1 AWR (aanslag/beschikking) en lid 2 (aangifte), Afdeling 6 en 7 Awb
4