100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Bestuursrecht 1 (cijfer: 8.8) €8,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Bestuursrecht 1 (cijfer: 8.8)

 9 keer bekeken  0 keer verkocht

De samenvatting bevat alle onderdelen en aspecten ter voorbereiding op het tentamen.

Voorbeeld 3 van de 21  pagina's

  • Ja
  • 16 november 2022
  • 21
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (35)
avatar-seller
KSophie
Bestuursrecht

WEEK 2 LES 1
H 1.1 t/m 1.3, 1.5 t/m 1.6
H 3.4
H 4.3

De definitie en de functies van het bestuursrecht beschrijven;
Bestuursrecht heeft betrekking op relaties tussen de overheid (bestuursorganen) en burgers
(belanghebbenden). Het bestuursrecht geeft regels voor de verhouding tussen bestuursorganen en
belanghebbenden, in het bijzonder voor de situatie waarin het bestuur handelt op basis van
publiekrechtelijke bevoegdheden.

Verschillende functies
Het bestuur dat handelt op grond van een publiekrechtelijke bevoegdheid, oefent macht uit. Op
basis van een wet is het bestuur dan namelijk bevoegd tot juridische maatregelen die burgers en
rechtspersonen niet ter beschikking staan. Bijzonder aan deze bevoegdheid is dat het bestuur zonder
instemming van de burger kan bepalen wat de rechten en plichten van die burger zijn, dat noemen
we eenzijdige rechtshandelingen. Het bestuur kan alleen eenzijdige rechtshandelingen verrichten als
de wetgever hem die bevoegdheid heeft toegekend in een wettelijk voorschrift. à Publiekrechtelijke
bevoegdheid. Dit is de instrumentele functie.

Bestuursrecht geeft aan de burger de middelen om het beleid van het bestuur te beïnvloeden en zich
daartegen teweer te stellen. Zo geeft het bestuur inspraakmogelijkheden en regelt het wie tegen
welke overheidsbesluiten mag opkomen bij de bestuursrechter. Dit is de waarborgfunctie van het
bestuursrecht. De het bestuursrecht geeft de burgers bescherming tegen de overheid en haar
besluiten.

In een procedure kunnen burger zich beroepen op normen waar het bestuur zich bij de uitoefening
van zijn bevoegdheid aan moet houden.
Het specialiteitsbeginsel is verwoord in artikel 3:4, eerste lid, Awb: ‘het bestuursorgaan weegt de
rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit
de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit.’ Op grond van dit artikel
gelden er dus beperkingen voor de algemene belangen die een bestuursorgaan bij zijn afweging mag
betrekken. Het specialiteitsbeginsel is een van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, die
bestuursorganen moeten respecteren als zijn handelen. Dit is de normerende functie.

Karakter en functies kunnen worden geplaatst in het licht van de democratische rechtsstaat,
waarbinnen het bestuur alleen mag handelen wanneer het daartoe door de wetgever bevoegd is
gemaakt en waarbinnen democratische besluitvorming en toegang tot een onafhankelijke rechter
belangrijke uitgangspunten zijn.

Algemeen en bijzonder bestuursrecht
Algemeen bestuursrecht wordt behandeld in de Awb. In deze wet worden algemene regels gegeven
over de rechtsbescherming, handhaving en bepaalde begrippen.

Bijzonder bestuursrecht richt zich op een bepaald onderdeel van het bestuursrecht.
Vreemdelingenrecht, belastingrecht, milieurecht en het ruimtelijke bestuursrecht zijn voorbeelden
van onderwerpen die in speciale bestuursrechtelijk wetten worden geregeld.

,Het begrip bestuursorgaan uitleggen;
Bestuursorgaan
Besturen kan bestaan uit het vaststellen van regelgeving, het nemen van beschikkingen (het eenzijdig
bepalen van iemands rechtspositie), het besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke
rechtshandelingen en uit feitelijke handelingen. Kortom: bepalend voor de toepasselijkheid van Awb-
bepalingen is dat er sprake moet zijn van een bestuursorgaan. Artikel 1:1 Awb beschrijft de definitie
van bestuursorgaan.
Er zijn twee verschillende soorten bestuursorganen. A-bestuursorgaan en B-bestuursorgaan.
Een orgaan is een deel van het openbaar bestuur (overheid) met een eigen taak en met een
zelfstandige plaats.

A-bestuursorgaan
Wanneer een instantie onderdeel uitmaakt van een publiekrechtelijke rechtspersoon, dan is er
sprake van een zogenaamd a-bestuursorgaan (de staat, de provincie en de gemeente) als er in de
wet staat: ‘er is een organisatie x en deze x bezit rechtspersoonlijkheid’ dan kan je uit deze zin
afleiden dat deze organisatie bij wet rechtspersoonlijkheid toegekend heeft gekregen en daarmee
dus ook al publiekrechtelijk rechtspersoon kwalificeert. Een orgaan van een privaatrechtelijke
rechtspersoon kan nooit een a-bestuursorgaan zijn.

B-bestuursorgaan
Bij een B-bestuursorgaan is het bepalend wat deze personen of colleges doen en welke
bevoegdheden ze daarbij uitoefenen. Alleen voor zover deze handelingen en bevoegdheden een
publiekrechtelijke karakter hebben, oftewel als er openbaar gezag wordt uitgeoefend, spreken we
van b-bestuursorganen. Het gaat daarbij vaak om privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke
personen waaraan een deel van een overheidstaak is opgedragen. Artikel 2:3 BW somt de
verschillende privaatrechtelijke rechtspersonen op. zij zijn door de wetgever met openbaar gezag
belast. Dat betekent dat zij publiekrechtelijke handelingen kunnen verrichten.

Verschil
Tussen a-en b-bestuursorganen dat a-organen voor al hun handelingen (dus ook feitelijke en
privaatrechtelijke) zijn gebonden aan de Awb, terwijl b-organen alleen aan de Awb zijn gebonden
voor zover zij publiekrechtelijke bevoegdheden uitoefenen (dat wil zeggen voor zover zij besluiten
nemen).

De begrippen attributie, delegatie en mandaat omschrijven;
Verkrijging van bevoegdheid: attributie
Het legaliteitsbeginsel eist dat een publiekrechtelijke bevoegdheid wordt verleend door een
zelfstandig tot wetgeving bevoegde instantie. Dat kan de formele wetgever zijn (regering en
parlement) of bijvoorbeeld een gemeentelijke regelgever (de gemeenteraad). Het op deze manier
rechtstreeks toedelen van bevoegdheden door een wetgever wordt attributie genoemd. De
wetgever schept in een dergelijke situatie namelijk zelfstandig een voordien nog niet bestaande
bevoegdheid en kent die toe aan een orgaan.

Regelgevende bevoegdheid kan alleen worden geattribueerd via de Grondwet of een wet in formele
zin. De wetgever kan een bestuursbevoegdheid toedelen aan enkelvoudig of meervoudig
samengestelde bestuursorganen. Enkelvoudige bestuursorganen (minister, commissaris van de
koning, burgemeester of belastinginspecteur. Meervoudige bestuursorganen (de Kroon c.q. de
regering, gedeputeerde staten, het college van burgemeester en wethouders of de Dienst Uitvoering
Onderwijs). Ook kunnen bevoegdheden worden geattribueerd aan rechtspersonen opgericht op
grond van het privaatrecht, zoals de NV Nederlandse Bank en de Stichting Centraal Bureau
Rijvaardigheidsbewijzen. Soms vindt attributie aan ambtenaren plaats. Reden voor de wetgever om

, dat te doen kan bijvoorbeeld zijn dat een bevoegdheid binnen zeer korte tijd moet kunnen worden
uitgeoefend of dat het een zeer technische aangelegenheid betreft.

Overdracht van bevoegdheid: delegatie
Onder delegatie wordt verstaan: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn (krachtens
attributie verkregen) bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander (meestal:
bestuursorgaan) dat deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (artikel 10:13
Awb). Delegatie is alleen toegestaan als de bevoegdheid daartoe in een wettelijk voorschrift is
neergelegd (artikel 10:15 Awb).
Omdat delegatie een wijziging aanbrengt in de wettelijke bevoegdheidstoedeling is een wettelijke
grondslag noodzakelijk.
Heeft het oorspronkelijk bevoegde orgaan (de delegans) tot overdracht besloten, dan kan dat orgaan
de overgedragen bestuursbevoegdheid zelf niet meer uitoefenen. Alleen de delegataris (het orgaan
dat de bevoegdheid heeft gekregen) is daarna tot uitoefening bevoegd (artikel 10:17 Awb).
Wel kan sprake zijn van voorwaardelijke delegatie, waarbij de bij de uitoefening van de bevoegdheid
gestelde voorwaarden in acht moeten worden genomen. Ook kan in het delegatiebesluit een
voorbehoud worden gemaakt of kan daarin de bevoegdheid zijn opgenomen om bijzondere of
algemene aanwijzingen te geven. Als daarover in het delegatiebesluit niets is geregeld dan bepaalt
artikel 10:16 Awb dat het bestuursorgaan te zake van de gedelegeerde bestuursbevoegdheid allen
maar beleidsregels kan geven; bijzondere aanwijzingen voor concrete gevallen zijn dus niet mogelijk.

Opdracht van bevoegdheid: mandaat
Bij mandaat betreft het geen overdracht , maar wordt door de mandaatgever (mandans) aan de
gemandateerde (mandataris) opgedragen om in zijn naam beslissingen te nemen of handelingen te
verrichten.
Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te
nemen (artikel 10:1 Awb). De verantwoordelijkheid voor deze besluiten blijft bij de mandaatgever
(mandans). De mandans blijft ook steeds bevoegd (artikel 20:7 Awb); het door de mandataris
genomen besluit gels als besluit van de mandans (artikel 10:2 Awb). Dat betekent onder meer dat bij
de laatste ook een eventueel bezwaarschrift tegen het door de mandataris genomen besluit moet
worden ingediend.

Mandaat van bestuursbevoegdheden is blijkens artikel 10:3, eerste lid, Awb steeds mogelijk (er hoeft
geen wettelijke grondslag voor te bestaan), tenzij het wettelijk voorschrift waarop de bevoegdheid
zich verzet tegen mandaat. Artikel 10:3, tweede lid, Awb bepaalt dat bepaalde bevoegdheden in
ieder geval, niet kunnen worden gemandateerd:
• Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening kan die
bevoegdheid uitdrukkelijk is voorzien in de mogelijkheid van mandaat;
• Besluiten die met een gekwalificeerde meerderheid moeten worden genomen of waarvan de
besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen mandaatverlening verzet;
• Het beslissen op een beroepschrift;
• De goedkeuring (of onthouding daarvan) van een besluit van een ander bestuursorgaan.

Er zijn verschillende soorten mandaat die kunnen worden onderscheiden.
Bij beslissingsmandaat is de uitoefening van een bestuursbevoegdheid opgedragen aan een
ambtenaar.
Van ondertekeningsmandaat wordt gesproken indien de handtekening die onder het besluit staat
afkomstig is van een ambtenaar die zelf geen betrokkenheid heeft gehad bij de
besluitvormingsprocedure, maar met het plaatsen van zijn handtekening aan een vormvereiste voor
rechtsgeldigheid voldoet.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper KSophie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 80630 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,49
  • (0)
  Kopen