Cursus eindexamen Nederlands
Formuleringsfouten:
Dubbelop
- Onjuiste herhaling → hierbij is het voorzetsel twee keer gebruikt (voor, voor)
- Tautologie →hetzelfde twee keer gezegd met synoniemen (maar, echter)
- Pleonasme →deel van het woord nog eens door een ander woord gebruikt (groen
gras, minderjarige kinderen)
- Contaminatie → twee woorden/ uitdrukkingen vermengd (het kost duur; het is duur,
het kost veel. Nachecken; nakijken of checken)
- Dubbele ontkenning → twee woorden geven dezelfde ontkenning aan (voorkomen,
geen)
Fouten met verwijswoorden
- Onjuist verwijswoord
de-woorden:
1. mannelijk (tastbaar): hij, hem, zijn, deze, die
2. vrouwelijk (ontastbaar): zij, haar, deze, die
3. meervoud: ze, zij, hen, hun, deze, die
het-woorden: onzijdig: het, zijn, dit, dat
hen: Lijdend voorwerp of na een vz:
hun: Meewerkend voorwerp of bezittelijk voornaamwoord
wat: verwijst naar een hele zin, na overtreffende trap of na een onbepaald
voornaamwoord (alles, iets, niets, enige)
dat: verwijst naar het-woord
wie: personen: voorzetsel + wie (aan wie)
waar: dingen: voorzetsel + wie (waaraan)
iets verwijzen naar iets wat niet in de zin staat of naar meerdere dingen
- Onduidelijk verwijzen
soms wijst een verwijswoord terug naar iets wat helemaal niet in de tekst staat. Het
heeft dan geen antecedent. Je moet dus opzoek naar het goede verwijswoord.
Incongruentie
Persoon en getal komt niet overeen met onderwerp → ev ow/ mv pv of mv ow/ ev pv
de media heeft → de media hebben → media=meervoud
procent van de burgers zijn → procent van de burgers is → procent= ow, niet burgers
, Cursus eindexamen Nederlands
Dat/als-constructie → omdat, dat, wanneer, indien, als, zodat
de bijzin met ‘als’ achteraan in de zin.
Haar vader zei dat als saskia niet op tijd thuis zou zijn, ze de volgende week ook niet
uit mocht gaan. (fout)
Haar vader zei dat Saskia de volgende week ook niet uit mocht gaan, als ze niet op tijd
thuis zou zijn. (goed)
Foutieve samentrekking
Als iets fout wordt weggelaten omdat er herhaling is.
Als je 2 zinnen met ‘en’ of ‘maar’ samenvoegt, mag je delen uit de 2e zin weghalen
- Als de betekenis van weggelaten woorden hetzelfde is
- Vorm hetzelfde (ev, mv)
- Grammaticale functie hetzelfde (ow, pv)
- Plaats van weggelaten woorden hetzelfde tov pv
Jan zet koffie en de tv aan. aanzetten verschillende betekenis (fout)
Jan zet koffie aan en de tv aan (goed)
Foutieve beknopte bijzin
Onderwerp (denkbeeldig) van bijzin komt niet overeen met onderwerp van hoofdzin.
- Maak van beknopte bijzin een gewone bijzin met pv en ow
- zet in bijzin ow dat overeenkomt met ow in hoofdzin (ww erbij)
Fietsend door het bos klom een eekhoorn de boom in (fout)
Fietsend door het bos zag ik een eekhoorn de boom in klimmen (goed)
Zinnen onjuist begrenzen
- Losstaand zinsgedeelte →losstaand zinsgedeelte: als een bijzin losstaat terwijl hij
deel uitmaakt van een samengestelde zin. → komma ertussen of maak van een bijzin
een hoofdzin
- Zinnen ten onrechte samenvoegen → zinnen ten onrechte samenvoegen:
hoofdzinnen worden samengevoegd zonder verbindingswoord. → zet punt,
puntkomma of een verbindingswoord
Gisteren ben ik ziek geworden. Omdat ik iets verkeerds gegeten heb. (fout)
Gisteren ben ik ziek geworden, omdat ik iets verkeerds gegeten heb. (goed)
Onjuiste inversie
als het ow niet achter de pv staat, dus eerst pv dan ow
Op het Peellandcollege (A) hebben (pv) we (o) veel geleerd(A)
Inversie bij 2 hoofdzinnen bij elkaar → ander zinsdeel neerzetten/verwijswoord
Met die jongens heb ik vroeger in de zandbak gespeeld en ben ik nu hun werkgever
(fout)
Met die jongens heb ik vroeger in de zandbak gespeeld en nu ben ik hun werkgever
(goed)
, Cursus eindexamen Nederlands
Geen symmetrie
Als opsommingen niet dezelfde vorm en opbouw hebben.
In plaats van de aanhang van de president, gaan nu zijn politieke tegenstanders de
straat op om te feesten (aanhang → aanhangers of politieke tegenstanders → de
oppositie)
- fout in getal: ene keer ev in de zin, de andere keer mv
De Nederlander houdt zijn uitgaven slechter in de gaten dan Duitsers (Duitsers → de
Duitser of De nederlander houdt→ Nederlanders houden)
- fout in voornaamwoordelijke aanduiding: verschillende vnw in zin (u en je)
De boeren in centraal-Afrika konden niet oogsten als gevolg van aanhoudende
droogte en doordat de guerrillabeweging hun velden in brand stak (als gevolg van
aanhoudende droogte → doordat de droogte steeds maar aanhield)
- fout in grammaticale constructie: vb. woordgroep en bijzin ipv 2x bijzin
Beeldspraak
Vergelijking met als: Het meer (o) schitterde als een diamant (b)
Vergelijking zonder als: Dat meisje (o), die gans (b), is haar sleutels weer kwijt
Metafoor: (ook spreekwoorden en uitdrukkingen) Alleen een beeld, zelf bedenken
waar het naar wijst. Die gans (b) is haar sleutels weer kwijt. We moeten alle zeilen
bijzetten
Personificatie: De wind fluistert in de bomen.
Allegorie: Een hele tekst heeft metaforen die allemaal uit dezelfde hoek komen,
bijvoorbeeld allemaal sportmetaforen of eetmetaforen
Metonymia: Deel/geheel of geheel/deel:
- Nederland heeft gewonnen.
- Geef die snor ook een pilsje!
- Doe mij nog maar een kopje.
- Heb je de laatste Mulisch al gelezen?
Synesthesie: Twee zintuigen gecombineerd
- Een donkere stem, scherpe geur