Partusassistentie uitvoeren.
Elke maand verplaatst zich een eiblaasje naar de oppervlakte en barst open,
waardoor een eicel vrijkomt. Dit noemt men de ovulatie of eisprong. Sommige
vrouwen voelen dat gebeuren en ervaren pijn (middenpijn). Zo komt de
maandelijkse menstruele cyclus op gang. Deze begint op de eerste dag dat de
vrouw menstrueert of ongesteld is. Het is het proces dat zorgt voor de periodieke
rijping van eicellen en voor de opbouw en afbraak van het baarmoederslijmvlies.
Een Graafse follikel is een blaasje met vocht waarin zich een eicel bevindt.
De zaadcellen worden gemaakt in de zaadballen van de man. De zaadcel bestaat
uit drie delen: een kop met daarin de erfelijke informatie, een hals die voor
energie zorgt en de staart waarmee hij zich snel kan voortbewegen. Zaadcellen
kunnen in de baadmoeder één à drie dagen blijven leven.
De bevruchting
De eicel moet na de ovulatie binnen 12-24 uur worden bevrucht, anders sterft zij
af. De geslachtscellen (eicel en zaadcel) hebben elk 23 chromosomen waarop de
erfelijke informatie is vastgelegd. Alle andere lichaamscellen hebben het dubbel
aantal chromosomen, namelijk 46. Bij de bevruchting smelten de kernen van de
eicel en de zaadcel tot één nieuwe cel met 46 nieuwe chromosomen, de zygote
of vrucht.
De ontwikkeling van bevruchte eicel tot foetus
De bevrucht eicel begint zich al in de eileider te delen. Er ontstaat zo een klompje
van cellen dat morula wordt genoemd. Het eitje nestelt zich nu in het slijmvlies
van de baadmoeder. Op de plaats van de innesteling wordt het
baadmoederslijmvlies beschadigd, zodat het eerste contact met het moederlijke
bloed ontstaat. Op deze plaats vormt zich nu de placenta of moederkoek.
Al in de eerste maand begint de ontwikkeling van het zenuwstelsel en worden het
spijsverteringsstelsel en de bloedsomloop aangelegd. In de tweede maand wordt
het hoofd groter. Er zijn al oogjes, oortjes en een neus zichtbaar. Als de vrouw zes
weken over tijd is, kun je al een hartslag op de echo zien. In de derde maand
worden de laatste organen gevormd, waaronder de geslachtsorganen. Aan het
eind van de derde maand is het embryo ongeveer 8 centimeter lang. Het embryo
is nu duidelijk als baby herkenbaar en wordt vanaf nu foetus genoemd.
Ontwikkelingsstadia van de foetus
Met 20 weken is de zwangerschap halverwege. Zijn huid is bedekt met lanugo of
donshaar en ook op het hoofd zitten al de eerste haartjes. Organen als lever,
galblaas en nieren beginnen te werken. In de darmen vormt zich meconium, de
eerste stroperige ontlasting. Met 25 weken is de baby in principe levensvatbaar.
In de zevende maand gaat de baby meestal met het hoofdje naar benden gericht
in de baarmoeder liggen (indalen). Tussen de 37e en de 42e week is de baby
volgroeid. Blijft het kind uit tot na de 42ste week van de zwangerschap, dan wordt
de bevalling meestal in het ziekenhuis ingeleid. De placentafunctie en de
hoeveelheid vruchtwater nemen dan namelijk af, waardoor het gevaar voor het
kind kan ontstaan.
Zwangerschapsverschijnselen signaleren
In het prille begin van de zwangerschap is een vrouw zich vaak niet bewust dat
ze zwanger is. Het eerste wat zij vaak merkt is het uitblijven van de menstruatie,
dat noemen we ook wel amenorroe.
, o gespannen en pijnlijke borsten door zwelling van het klierweefsel
o de bruine kringetjes rond de tepels worden donkerder
o vaker urineren op een dag
o moeheid in de loop van de dag en het toenemen van de slaapbehoefte
o dikker worden rondom de heupen
Na enkele weken kunnen verschijnselen van voortdurende moeheid, misselijkheid
en malaise ontstaan. Omstreeks het eind van de derde maand of het eerste
trimester nemen deze verschijnselen af. Ongeveer in de vierde maand kan de
vrouw ‘leven’ gaan voelen. Op de buik kan een witte streep van het schaambeen
naar de navel lopen, de linea alba. Soms noemt men deze linea nigra omdat hij
donkerder kan kleuren.
Vaststellen van de zwangerschap
Als een vrouw zeker wil weten of zij zwanger is, kan ze een zwangerschapstest
doen. Hierbij wordt bepaald of in de urine het zwangerschapshormoon HCG
aanwezig is. Voor de test kan het beste ochtendurine gebruikt worden, omdat die
het meeste geconcentreerd is. Soms wordt de zwangerschap aangetoond door
een echografie of echo. Als het begin van de zwangerschap wordt de eerste dag
van de laatste menstruatie genomen. In werkelijkheid is de bevruchting pas na
ongeveer 14 dagen later, na de ovulatie. In de verloskunde wordt de
zwangerschap vaak ook verdeeld in drie gelijke trimesters of perioden van 3
maanden.
De baring
Bij de geboorte legt het kind de weg naar buiten af, deze weg heet het
baringskanaal. Er zijn vier periodes, waarin het baringsproces is verdeeld. Deze
heten het ontsluitingstijdperk, het uitdrijvingstijdperk, het nageboortetijdperk en
het postplacentaire tijdperk.
Het baringskanaal of het geboortekanaal is de weg die het kind moet afleggen
om van de baarmoeder in de buitenwereld te komen. Tot het weke baringskanaal
behoren de volgende organen: de baarmoederhals en mond, de vagina en de
bekkenbodem. De toestand van het weke baringskanaal tijdens de bevalling
bepaalt mede hoe lang de uitdrijving van het kind duurt.
Het benige baringskanaal bestaat uit:
o heiligbeen
o staartbeen
o twee heupbeenderen
o bekken (ingang, holte, uitgang).
Van belang is echter niet de grootte van het bekken, maar of het bekken van
deze vrouw doorgankelijk is voor het kind. De verloskundige beoordeelt dat door
via een inwendig onderzoek of vaginaal toucher de vlakken van Hodge te meten.
De vier baringstijdperken
Alle tijdperken kenmerken zich door contracties van de baarmoeder of de weeën.
Dit zijn samentrekkingen van de baarmoeder. Het verloop van weeën is te
vergelijken met een golfbeweging: ze zwellen aan en nemen weer af. Sommige
vrouwen ervaren de weeën als pijn in de rug (rugweeën). Bij anderen trekt de pijn
naar de benen. Als de barende zich ontspant en de pijn accepteert, komt er een
ander hormoon vrij, namelijk endorfine. Door dit morfineachtige hormoon heeft
de barende minder pijn, het is een natuurlijke pijnstiller.
De laatste weken van de zwagerschap zijn er al weeën waarneembaar. Dit zijn
zogenoemde harde buiken: de zwangere voelt haar buik hard worden als zij