Systeemziekten kunnen zich uiten of invloed hebben in de mond
Medisch complexe patiënt is iemand van wie de algehele gezondheid ten gevolge van ziekte en of
het gebruik van medicijnen zou kunnen interfereren met het tandheelkundig handelen
Vooral ziekte van Crohn veelal uiting in de mond
Parodontitis —> verhoogd risico op trombose (verergering bestaande aderverkalking) —> hierdoor
hoger risico op hersen/hart infarct
Paro —> Diabetes : ontregeling bloedsuikerspiegel
COPD : meer kans op longinfecties en verergering klachten
Zwanger: meer kans op vroeggeboorte
Infectie prothesemateriaal (bijvoorbeeld kunstkleppen)
VZV (waterpokken) + HZV(herpes) (gordelroos)—> tandheelkundige behandeling uitstellen
Onderdelen anamnese: 1. Vraagverheldering (van patiënt aan jou) en 2. Anamnese (jij aan patiënt)
1. Wensen en verwachtingen, waarom nu, gevoelens omtrent klacht, eigen ideeën
omtrent oorzaak, wat heeft patiënt zelf al ondernomen, rol van naasten en omgeving,
wat verwacht de patiënt van de arts. Het doel hiervan is de patiënt te begrijpen
Eerste lijn is huisarts/tandarts —> tweede lijn is specialist
2. Uitvragen van de klacht, 7 dimensies (aard, locatie, ernst, chronologie, ontstaan,
beïnvloeding, overig/nevenverschijnselen/opvatting) —>ALECOBO
Daarna nog algemene anamnese: tractus anamnese
Algemeen
Huid
Tractus circulatorius
Tractus respiratorius
Tractus digestivus
Tractus urogenitalis
Centraal zenuwstelsel
Zintuigen
Bewegingsapparaat
Endocriene organen
Psychisch
Daarnaast:
Voorgeschiedenis
Medicatie
Allergieën
Intoxicaties
Familieanamnese
Sociale anamnese
Patiënt moet vooral niet medisch slechter worden na je ingreep (primum non nocere)
Anamnese is noodzakelijk voor risico-inschatting
Wat moet tandarts kunnen?
Verband tussen algemene conditie en orale afwijking kennen
Implicaties kennen van systemische ziekten op tandheelkundig handelen
Identificeren van medisch gecompromitteerde patiënt
Voorkomen van medische calamiteiten
Voorbereid zijn op eventuele medische calamiteiten
Doel van arts: medische diagnose
1
,Doel van tandarts: inschatten behandelrisico
Gezondheidsvragenlijst = screening
Bloed en lymfestelsel: bloedziekte, (welke, wordt u hiervoor behandeld, en welke behandeling?)
Heeft u bloedarmoede
Heeft u ooit een trombose of longembolie gehad
Heeft u wel eens langdurige bloedingen gehad na het trekken tanden/kiezen of bij een
verwonding
Heeft u een lymfeaandoening
Als bloedtoevoer naar je kaak niet goed is —> risico op osteoradionecrose, stollingsstoornissen en
medicatie
Epilepsie—> hoog risico op kaakklemmen
Wegraking voor dentaal trauma (buiten bewustzijn geweest?)
Afweersysteem:
Immuunsysteem is betrokken bij parodontitis
Syndroom van Sjögren
Link tussen parodontitis en reuma
Immunosuppressiva
Overig:
Bloedsuikerspiegel —> timing van behandeling na eten
Medicatie (nefrotoxisch)
Stollingsstoornissen, medicatie (hepatotoxisch)
Uiting inflammatoire darmziekten in de mond
Osteoradionecrose (droge mond)
Bisfosfonaten —> belangrijk bij bijvoorbeeld implantaten
Besmettingsgevaar
Medicatie/contra indicaties (bv zwanger)
Validatie gezondheidsvragenlijst:
Coöperatie patiënt
Patiënt moet de taal beheersen
Tandarts moet lijst verifiëren
Vraag bij ieder consult:
Bent u sinds het laatste consult bij een huisarts of specialist geweest?
Is er iets aan uw gezondheid veranderd?
Is er nog iets veranderd aan uw medicatie?
2
,Fysiologie
Sympatisch en parasympatisch = autonoom zenuwstelsel
Onbewuste onderdeel van het zenuwstelsel = autonoom
Sympatisch = fight or flight (via ruggenmerg en ontspringt op meerdere niveaus uit het ruggenmerg
tussen C8 en L2 naar het ganglion (vlakbij de wervelkolom)
Parasympatisch = rest and digest ( met name via hersenzenuwkernen of aan de onderkant van het
savrale ruggenmerg S2 tot en met S4 waarna hij overgaat naar het ganglion (meestal in de organen of
er vlakbij)
Viscero-efferent = zijn zenuwen die lopen van de hersenen naar het lichaam.
Van het lichaam naar de hersenen zijn viscero-afferente vezels.
Sympaticus = adrenerg systeem met daarbij adrenerg neurotransmitters (adrenaline/noradrenaline)
die binden aan adrenerg receptoren (alfa 1+2/ bèta 1+2). Medicijnen kunnen weer ingrijpen op deze
adrenerg receptoren, zoals bèta blokkers.
Parasympaticus = cholinerg systeem met cholinerge neurotransmitters (acetylcholine) met cholinerge
receptoren (Nicotine/muscarine M2+M3)
Elektrische voortgeleiding, prikkels ontstaan in SA knoop (cellen laten pacemakerpotentiaal zien,
welke spontaan depolariseren) deze elektrische activiteit wordt voortgeleid over de atria en komt in
de AV knoop. De hartspiercellen in de atria laten een ander soort AP zien (snelle depolarisatie, klein
plateau en dan repolarisatie).
In AV knoop zitten andere soort pacemakercellen. In deze knoop is een vertraging in voortgang
elektrisch signaal, waarna hij over de bundel van His gaat naar de apex van het hart naar de
purkinjevezels. Vanaf deze purkinjevezels raken alle cellen ge-depolariseert
Actiepotentiaal ventrikel cel duurt de plateau fase langer. Tijdens deze plateaufase stroomt calcium
erin zodat deze cellen zich kunnen samentrekken. De calcium bindt aan troponine (daardoor
schuiving van tropomyosine waardoor bindingsplek zichtbaar wordt op actine). Verschil met
skeletspier is dat Ca2+ bij hartspier deels van de extracellulaire vloeistof naar binnenkomt en deels
vanaf het SR (bij skeletspier komt het allemaal van sarcoplasmatisch reticulum)
ECG vangt deze prikkels op aan de buitenkant van het lichaam. 1 elektrode op rechter +
linkerschouder en 1 rechtsonder. Linksonder is positieve elektrode, rechtsboven is negatieve
elektrode. Als atria beginnen met depolariseren verspreid het signaal over de atria in de richting van
de positieve elektrode (positieve P piek). Als alle cellen zijn gedepolariseerd maar nog niet bij AV
knoop is (platte lijn in ECG). Als signaal wel wordt voort geleid naar de apex vanuit AV knoop begint
QRS complex (depolarisatie ventrikels). Tijdens plateaupotentiaal is er geen voortgeleiding van
elektrisch signaal tot de hartspiercellen repolariseren.
Repolarisatie verspreid zich van de positieve elektrode af waardoor positieve T top ontstaat.
ECG geeft de veranderingen in potentiaalverschillen tussen gedepolariseerde en niet-
gedepolariseerde gebieden weer.
Positieve of negatieve piek hangt af van waar de elektroden zitten.
In ECG is belangrijk om naar ritme te kijken (tussen 2 R toppen) en is dit ritme regelmatig.
Ritmestoornissen niet fysiologische afwijkingen in frequentie of regelmaat van het hartritme zoals
Bradycardie (lager dan 60 slagen per minuut)
Tachycardie (hoger dan 100 slagen per minuut)
Atriumfibrilleren (ongecontroleerde elektrische activiteit in de atria)
Ventrikelfibrilleren (ongecontroleerde elektrische activiteit in de ventrikels)
Premature ventriculaire contracties (PVC’s) ofwel ventriculaire extrasystolen (VES)
Premature atria contracties (PAC’s) ofwel supra-ventriculaire extrasytolen (SVES)
3
, Fibrilleren = volstrekt chaotische elektrische activiteit waardoor spiervezels ongecoördineerd gaan
samentrekken (bij atriumfibrilleren geen echte P toppen meer te herkennen).
- Kenmerkend voor atriumfibrilleren is totale chaos in R toppen en soms kan je niet
elke hartslag aan de pols kunnen voelen (doordat soms bijna geen drukverschil)
Bij atriumfibrilleren ook belangrijk dat het bloed niet gaat stollen als het stilstaat
Ventrikelfibrilleren chaotische elektrische activiteit van ventrikels, leidt tot dood als niet met
defibrillator wordt ingegrepen.
Extrasystolen ergens in atria of ventrikels spontaan een depolarisatie van hartspiercel welke
wordt voortgeleid maar de richting van de voortgeleiding is anders dan normaal waardoor
abnormale P top. Bij SVES = abnormale P top, normaal QRS complex. Bij VES geen P top, abnormaal
QRS complex.
Geleidingsstoornissen = afwijking in prikkel voortgeleiding (vertraging/blokkade) zoals:
Partieel blok
- 1e graad AV blok = verlengde PQ tijd
- 2e graad AV blok = niet op iedere P top volgt een QRS complex
Compleet blok (3e graad blok) AV geleiding is continu onderbroken (ventrikelritme is
onafhankelijk van atriumritme)
Actiepotentialen:
2 typen cellen in het hart myocard en geleidingssysteem (ritme)
Geleidingssysteem:
- Sinoatriale knoop (SA knoop)
- Atrioventriculaire knoop (AV knoop)
- Bundel van His
- Purkinje cellen
Beide typen cellen communiceren via actiepotentialen (ion bewegingen via kanalen in celmembraan)
maar vorm is anders.
Actiepotentiaal myocardcellen 4 fasen.
Fase 4 = rustmembraanpotentiaal
Fase 0 = depolarisatie (openen spanningsafhankelijke Na+ kanalen, waardoor natrium naar
binnen gaat en de binnenkant van de cel nog meer depolariseert wat leidt tot nog meer
opening van nieuwe natrium kanalen en een positief membraan potentiaal.)
Fase 1 = initiële repolarisatie. Spanningsafhankelijke kalium kanalen openen, waardoor
kalium naar buiten stroomt wat zorgt voor de repolarisatie. Deze fase wordt gevolgd door
openen van spanningsafhankelijke calciumkanalen. Natrium inactiveert
Fase 2 = plateau. Spanningsafhankelijke calciumkanalen openen waardoor calcium naar
binnen stroom, de kalium kanalen zijn ook nog steeds open en kalium stroomt naar buiten.
Dit zorgt voor plateau fase.
Fase 3 = repolarisatie. Kalium efflux en calcium inactivatie. Er zijn verschillende typen kalium
kanalen en deze gaan steeds achter elkaar open, waardoor er repolarisatie is en de cel weer
terug komt in de rustmembraan potentiaal.
Actiepotentiaal in cellen van geleidingssysteem (SA-knoop, AV knoop - pacemaker cel)
Fase 1 en 2 zijn niet aanwezig.
Beginnen bij Fase 0 = depolarisatie. Calcium influx door opening spanningsafhankelijke
calciumkanalen en de binnenkant van de cel wordt positief
Fase 3 = repolarisatie. Kalium kanalen gaan open en de cel repolariseert. (cel wordt meer
negatief, en als meer negatief dan -50mV dan gaan funny channels open welke toegankelijk
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RUGvera. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.