Biologie hoofdstuk 8 evolutie
§1. Oorsprong van het leven
Eerste denkbeelden
De algemene opvatting van mensen over het ontstaan van het leven is in de loop der tijden
gewijzigd. Het Bijbelse scheppingsverhaal bepaalt het denkbeeld over leven op aarde. In het
Genesis, het eerste testament, wordt beschreven hoe God de organismen schiep in zes dagen.
Een gevolg van dit geloof in de schepping was dat onderzoekers aannamen dat soorten niet
veranderden, maar bleven zoals ze geschapen waren.
Evolutie en nieuwe soorten konden niet bewezen worden met dit geloof. Cuvier bestudeerde
fossielen, restanten van vroeger levende organismen. Omdat hij fossielen ontdekte die toen
niet meer voorkwamen, bedacht hij de catastrofetheorie. Hij baseerde deze op
natuurrampen, aardbevingen of overstromingen beschreven in de Bijbel. Door een catastrofe
verdwenen alle levende organismen, waarna nieuwe soorten ontstaan.
Andere denkbeelden
Denkbeelden begonnen te veranderen. Natuuronderzoekers trokken de conclusie dat soorten
wel kunnen veranderen en dat uit een soort een andere kan ontstaan. Deze ontwikkeling heet
evolueren. De eerste evolutietheorie van Lamarck verklaart hoe soorten evolueren,
geconcludeerd door overeenkomsten in lichaamsbouw in afzettingslagen. Lamarck stelde dat
organismen nieuwe eigenschappen kunnen aannemen als aanpassing aan hun omgeving.
Evolutie door selectie
Charles Darwin kwam met een andere evolutietheorie: de leefomgeving oefent een
selectiedruk uit op de overlevingskansen van alle individuen. Na enkele generaties bestaat
het grootste deel van de populatie uit individuen die zijn aangepast aan de omgeving.
Tegen de stroom in
De evolutietheorie van Darwin kan geen verklaring geven voor het overerven van
eigenschappen of voor het ontstaan van een nieuwe soort. De erfelijkheidswetten van Mendel
gaven wel het overerven van eigenschappen en vormden de neodarwinistische theorie.
, §2. Ontstaan van nieuwe soorten
Aanpassen om te overleven
Darwin beschrijft in zijn boek ‘On the Origin of Species by means of Natural Selection’ hoe
soorten veranderen door natuurlijke selectie. Dit begrip bestaat uit twee processen:
Struggle for life: in elke omgeving voeren organismen een dagelijkse strijd met
soortgenoten om te overleven. De omgeving oefent een selectiedruk uit op de
overlevingskansen van individuen.
Survival of the fittest: individuen met eigenschapen die gunstig zijn bij die
selectiedruk hebben betere kansen om te overleven.
Darwin merkte op dat variatie in eigenschappen tussen soortgenoten een belangrijke
voorwaarde is bij dit proces van natuurlijke selectie. Na Darwin ontdekten wetenschappers
dat mutaties in het DNA en recombinatie van allelen door voortplanting voor die grote variatie
zorgen.
De populatiesamenstelling verandert
Wanneer individuen met gunstige eigenschappen veel nakomelingen krijgen, neemt met elke
nieuwe generatie ‘sterkere individuen’ in een populatie relatief gezien toe.
Gesplitste populaties
De evolutietheorie van Darwin verklaart nog niet hoe natuurlijke selectie tot nieuwe soorten
leidt. Mayr gaf een verklaring met behulp van allopatrische soortvorming; de splitsing van
een populatie door een barrière leidt tot verschillende eigenschappen als gevolg van verschil
in mutatie en selectiedruk. Bij het opheffen van de barrière kunnen de eigenschappen zo
verschillen dat individuen uit beide populaties elkaar niet meer herkennen als soortgenoten of
zelfs geen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
Partnerselectie
Ook zonder barrière kunnen nieuwe soorten evolueren: sympatrische soortvorming. Deze
soortvorming is een gevolg van seksuele selectie.
Door variatie in kleurgevoeligheid van de ogen zien vrouwtjes van Pundamilia Pundamila
alleen blauw gekleurde mannetjes, vrouwtjes van Pundamilia nyererei zien alleen rood
gekleurde mannetjes. Hierdoor zijn verschillende soorten cichlidensoorten ontstaan.
Selectie door mensen
Het fokken van dieren of kweken van planten met gewenste eigenschappen heet kunstmatige
selectie. Kunstmatige selectie bij het fokken van honden heeft tot ruim 470 hondenrassen
geleid. Alle verschillende hondenrassen horen allemaal tot dezelfde diersoort: Canis lupus
familiaris.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RosanneSluimer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.