paH1. Wat is opvoeding? (Graaf & Tieleman)
Bij een mens is een zeer intensieve opvoeding noodzakelijk t.o.v. dieren. Uit onderzoek is gebleken
dat mensen te vroeg zijn geboren waardoor een opvoeding noodzakelijk is (chimpansee 65% hersen
en baby 30% van uiteindelijke gewicht). Door opvoeding kan er ingespeeld worden op biologische
processen. Opvoeding gaat over de ontwikkeling van een individu en het leren aanpassen aan de
samenleving, maar geen standaard gebruiksaanwijzing door cultuurverschillen/ontwikkelingen.
Verschillende thema’s:
1. Opvoeding en pedagogiek
2. Opvoeding en ontwikkeling
Pedagogiek = de leer van de opvoeding.
= de wetenschap van het begeleiden van kinderen tot aan hun volwassenheid.
Verschillende richtingen binnen pedagogiek:
- Klinisch pedagogiek = gericht op het onderzoek naar opvoedingsprocessen in het algemeen
en naar sociale, culturele en economische factoren die daarop van invloed zijn.
- Orthopedagogiek = gericht op het onderzoek van de hulpverlening aan kinderen die van
het gemiddelde afwijken en de opvoedsituatie waarin zij verkeren.
- Onderwijskunde = gericht op alle vormen van scholing en schoolsystemen.
- Sociale pedagogiek = gericht op het beoordelen van de sociale omstandigheden aan de
hand van pedagogische maatstaven.
- Wijsgerig-historisch pedagogiek = gericht op opvoedingswetenschap in het algemeen en
meer theoretisch.
- Transculturele pedagogiek = gericht op onderzoek naar de opvoeding van kinderen die in
een andere cultuur wonen dan in het land van oorsprong.
Het groeien en de ontwikkeling van de hersenen vindt vooral plaats na de geboorte (15-20
jaar erna). De functie van de baarmoeder wordt overgenomen na de geboorte door de
opvoeding met als gevolg dat de hersenen zich mede vormen naar het opvoedingsklimaat,
oftewel co-evolutie (= evolutionair proces waarbij de ontwikkeling van een organisme wordt
beïnvloed door de ontwikkeling van een ander organisme).
Een vaardigheid kan bijv. onderdeel worden gemaakt van ‘bewust’ manipuleren, waardoor
mensen uiteindelijk ook heel nieuwe patronen aanleren. Concluderend kunnen we dus
stellen dat de opvoedingscontext gedeeltelijk kan fungeren als ‘voorgezette baarmoeder’
voor de ontwikkeling van het brein en het lichaam en dat opvoeding hiermee heel
bijzondere mogelijkheden benut. Opvoeding is essentieel voor een goede ontwikkeling in
het algemeen, zowel van de maatschappij als het individu en zijn brein. Humanisatie is ook
belangrijk als het inslijpen van een gedragspatroon oftewel modeling en imitatie van de
menselijke soort.
De asymmetrische relatie tussen opvoeder en de persoon die opgevoed wordt uiteindelijk
omgezet in een symmetrische relatie (duur ca. 20 jaar). Sinds 1990 heeft een kind recht op
vorm van opvoeding en verzorging, zodat het kan uitgroeien tot een goed functionerend en
verantwoordelijk lid van de samenleving.
In art. 27 en 29 Verdrag inzake de rechten van een kind:
, - Art. 27: Recht op levensstandaard die toereikend is voor zijn lichamelijke, geestelijke,
intellectuele, zedelijke en sociale ontwikkeling (=opvoeding).
- Art 29: Recht op onderwijs dat het kind voorbereidt op een actief en verantwoordelijk
leven in een vrije samenleving, met respect voor anderen en omgeving
- Art. 27: Recht om zijn mogelijkheden te kunnen ontplooien
- Art. 29: Recht om zich te leren aanpassen aan de eisen en verwachtingen van de
samenleving.
Kind wordt ten eerste opgevoed door zijn kerngezin. De totale opvoeding bestaat uit school,
de buurt, de cultuur en de invloed van de leeftijdsgenoten en andere kinderen. Opvoeding is
een proces waarin een onvolwassen mens wordt geholpen en begeleid tot aan het punt
waarop hij/zij de regie over het leven verder kan overnemen en dat ook echt doet. Het is
uitgegroeid tot iemand met wie gesproken wordt als een gelijkwaardige ‘jij’ (=
volwassenheid). Meestal bereikt tussen 17e/18e, wordt de aarzelende of de semi-definitieve
volwassenheid genoemd aangezien je nog vaak afhankelijk bent van jouw ouders. Ook
betekent opvoeden dat kinderen/adolescenten worden gestimuleerd om zich te
ontwikkelen, waarin opvoeders helpen het leven een richting te geven. De opvoeding heeft
een doel, zoals de aanpassing aan de samenleving. De haalbaarheid van deze doelen wordt
onder andere bepaald door mogelijkheden en begrenzingen van de opvoeder en
opvoedeling (bijv. karakter, levensloop, intelligentie).
De wederzijdse beïnvloeding tussen opvoeder en opvoedeling in de verschillende
subsystemen is van belang. Subsysteem = Er staan steeds twee fronten tegen over elkaar
(ouders vs. Kind, leerling vs. Leraar). Het ene front voedt dus het andere op, en dat heeft
gevolgen.
Opvoeders onderscheiden zich op basis van hun persoonlijkheid en capaciteiten. De
beperkingen of kwaliteiten van de opvoeder zijn van invloed op de kwaliteiten of
beperkingen van de opvoedeling, maar dat geldt ook omgekeerd. De opvoedeling heeft ook
een effect op de opvoeder, en dat draagt bij of doet afbreuk aan de kwaliteit van het
opvoedingsresultaat. Zo kan een kind dat snel driftig wordt een ouder demotiveren om met
veel geduld het kind te helpen een vaardigheid onder de knie te krijgen. Aan de andere kant
kan een ouder die heel muzikaal is een kind beter en bekwamer stimuleren in de
ontwikkeling van zijn of haar muzikaliteit.
Het doel van een opvoeding is volwassen worden en die hoeft niet meer terug te vallen op
degene die hem of haar heeft opgevoed. Volwassene neemt eigen beslissingen en
verantwoordelijkheden. Wel kunnen ouders nog steeds adviezen geven over allerlei
praktische zaken, alleen ouders kunnen niet meer verantwoordelijk worden gesteld voor
zelfgemaakte fouten. De taak van de opvoeder is vervuld als zij ‘overbodig’ wordt. Dit
betekent niet dat de jonge volwassene niets meer hoeft te leren en zich niet meer aan
nieuwe situaties hoeft aan te passen gedurende zijn of haar verdere leven. Integendeel, dat
leren gaat altijd door, zolang men leeft (= zelfopvoeding). Er is bij opvoeding dus geen
sprake van een algemeen, statisch eindproduct. Samenlevingen zijn voortduren onderhevig
aan verandering, en daarom zal ieder lid ervan zich steeds moeten blijven aanpassen (bv.
technologie), hierdoor moet de opvoeding ook aangepast worden. Tegenwoordig ligt de
focus vooral op sensitiviteit en responsief handelen.
De kinderen worden dus niet alleen begeleid tot aanpassing aan de samenleving, maar juist
ook tot het uitgroeien tot een uniek individu dat van anderen te onderscheiden is (=
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper myrthel1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.