BLOK B
Werk, sport en
hobby
WERK, SPORT- HOBBY
Manisha Deenik
, Acuut
Pijn en pijnverwerking
Indeling van pijn
Pijn is multidimensionaal
Je kan pijn indelen in tijdsduur:
Acute pijn is weefselbeschadiging en is pijn dat meteen opkomt. (Oorzaak bekend)
o Primaire pijn; A8-vezels, snel, scherpe pijn, gelokaliseerd, noxische prikkel.
o Secundaire pijn; c-vezels (ontstekingsreactie), langzaam, duffe pijn, niet-
gelokaliseerd.
Chronische pijn is pijn die mensen langer dan 3 maanden gebruiken. Vaak geen
schade aan het lijf. Geen duidelijke oorzaak.
Spreekt meestal over 3 soorten pijn:
o Pijn die ontstaat op basis van weefselschade – nociceptieve pijn
o Pijn omdat het zenuwweefsel beschadigd is (centraal of perifeer) – neuropathische
pijn
o Complex, is wel pijn, maar geen duidelijke relatie met weefselschade. –
nociplastische pijn
Bij al deze soorten pijn zit een centrale verwerking. Er is vaak een mengvorm van
verschillende soorten pijn. Pijn is een groter probleem dan allen fysiek. Je emoties,
gedrag en cognities zijn ook van belang. Context van pijn waarin die ervaring wordt is
belangrijk. Persoonskenmerken die een rol spelen bij pijn plaats je binnen RPS-formulier,
waar pijn meestal gezien wordt als een functiestoornis, emoties, gedrag en cognities
onder persoonlijk factoren en context bij omgevingsfactoren.
Nociceptieve pijn – Is pijn dat ontstaat door weefselschade. Hierbij komen
ontstekingsstoffen vrij die de nociceptoren prikkelen. De prikkel wordt door nocisensoren
omgezet in actiepotentialen. Die geven het pijnsignaal via zenuwen en ruggenmerg door
naar de hersenen.
- De pijn verdwijnt meestal nadat verwonding of ontsteking is verholpen.
- Het is een doffe (secundaire) of scherpe (primaire) pijn.
- Pijn kan kloppend zijn.
- Bij weefselschade vaak zwelling, ontstekingen of koorts.
Perifeer ruggenmerg hersenstam Hersenen terug naar ruggenmerg
Perifeer – acute pijn (nociceptieve)
Als je door je enkel gaat dan zal er direct een sterke pijn komen. Dit noem je primaire
pijn. Die ontstaat door noxische prikkel. (Doordat je jezelf snijdt, op een punaise stapt,
enz.) het is duidelijke, scherpe en gelokaliseerde pijn. Die informatie gaat vooral over de
plaats en hoe ernstig het is. Dit wordt via een zenuwvezel naar het ruggenmerk toe
geleidt en dat is type A8 vezel.
Er ontstaat ook een ander soort pijn. Na de eerste dag dat je door je enkel bent gegaan
veranderd de pijn van een scherpe pijn naar een diffuse pijn. Het is er nog wel, maar niet
continu aanwezig. Dit noem je de secundaire pijn en wordt geleid door de c-vezels. Het is
niet alleen een ander gevoel maar wordt ook op andere plekken in de hersenen verwerkt.
De primaire pijn (A8-vezeltype) geeft met name door aan de hersenen voor
plaatsbepaling en de secundaire pijn wordt ook richting emotioneel gestuurd.
Secundaire pijn – acute pijn (nociceptieve) - ontstekingsreactie
Secundaire pijn is een diffuse pijn, maar is niet continu aanwezig. Op moment dat er
een weefselschade optreedt, ontstaat er een ontstekingsreactie. Daar komen stofjes
vrij in weefsel die zorgen voor prikkeling van c-vezels. C-vezels reageert en geeft dit
door aan het ruggenmerg, maar tegelijkertijd geeft hij de prikkel ook weer terug aan
het weefsel. Niet alleen waar de schade is ontstaan, maar ook naar alle andere
uitlopers van de vezels. Daar komt een stofje vrij (substance-p), dit stofje stimuleert
,ontstekingsreactie nog meer. Ze worden ook zelf weer gestimuleerd door hetzelfde
stofje en de prikkeldrempel wordt verlaagd. Heeft als gevolg dat weefsel rondom
schade veel gevoeliger wordt.
Hyperalgesie: verhoogde gevoeligheid voor nociceptieve prikkels.
Allodynie: niet-nociceptieve prikkels worden pijnlijk.
Perifere sensitisatie, op locatie van schade dat stuk wordt gevoeliger.
PRIMAIRE PIJN SECUNDAIRE PIJN
Direct na schade ontstaat er primaire pijn C-vezels en SP (substance-p)
Wordt doorgegeven door A8-vezels Perifere sensitisatie
(In weefsel waar schade zit, wordt het
weefsel gevoeliger)
Leidt tot Reflex of directe gewaarwording. Emotioneel, doet lijden
(Je voelt de pijn direct)
Verdwijnt na opheffen van noxische Blijft aanwezig zo lang ontstekingsreactie
prikkel duurt.
Verwerking noxische prikkel in het ruggenmerg
Perifeer ruggenmerg hersenstam Hersenen terug naar ruggenmerg
A8- vezels en c-vezels lopen beide naar het ruggenmerg, maar daar doen ze beide iets
anders.
Centrale sensitisatie, komt stofje vrij en zorgt er ook voor dat op locatie van schade
het stuk gevoeliger wordt.
Centrale sensitisatie zal altijd optreden als c-vezels geprikkeld wordt, pas als het uit de
hand loopt, lang duurt, niet goed wordt gedempt, dan krijg je de langdurige pijnklachten.
A8-VEZELS C-VEZELS
Schakelen 1 keer over op een baan die Komen op dezelfde plek binnen in het
vervolgens direct naar de hersenen gaat. ruggenmerg als de A8-vezels.
(Hersenschors).
Je kan dit moeilijk dempen en moeilijk Schakelen vaak over.
erger maken doordat hij maar 1 keer
overschakelt. Zorgt voor direct reflex
Reflexboog Geeft ook SP af.
Het ontstaan van perifere en centrale sensitisatie
Sensitisatie = een verstrekt pijnsignaal binnen het centraal zenuwstelsel, terwijl er geen
sprake meer is van weefselschade.
Perifere sensitisatie ontstaat door hyperalgesie en allodynie
Hyperalgesie = de lage prikkeldrempel van c-vezels veroorzaakt een verhoogde
gevoeligheid voor nociceptieve prikkels.
Allodynie = niet nociceptieve prikkels worden pijnlijk door uitbreiding van het
ontstekingsgebied.
Centrale sensitisatie treedt altijd op als de c-vezels geprikkeld worden. De pijnprikkels
worden dan verspreid doordat SP vrijkomt in het ruggenmerg door activatie van
WDR-prikkels (reageren op pijn maar ook op andere prikkels). Pijn wordt nu in een
groter gebied van het lichaam gevoeld.
Pijn demping/beïnvloeding
Pijndemping – poorttheorie
, Je bent in staat tot directe demping van de prikkel.
Poorttheorie:
Als je bijv. gevallen bent op je arm ga je over de plek heen wrijven, maar waarom doe je
dat? Dit doe je omdat de tastprikkel ervoor zorgt dat de poort voor de pijnlijke prikkel
gesloten wordt en de prikkel geleid wordt naar de hersenen. De hersenen ontvangen nu
geen pijnprikkels meer, maar normale tastprikkels. Je ervaart hierdoor minder pijn. Dit
werkt als volgt:
- Interneuronen in het ruggenmerg kunnen de pijnprikkels naar de hersenen
remmen (inhiberen).
- C-vezels schakelen over op deze interneuronen en zorgen voor minder inhibitie.
Daardoor staat de poort voor pijnprikkels wijd open.
- Andere zenuwvezels die op deze inhiberende neuronen overschakelen zorgen
juist voor meer inhibitie. Poort voor pijn wordt zo dichter gedaan.
- Op het moment dat er 2 prikkels tegelijk het ruggenmerg binnen komen. In dit
geval van c-vezels en de AB-vezels (niet de A8-vezels). AB-vezel is een
tastsensor. Zal er minder pijn worden gevoeld omdat de poort minder ver open
staat.
Dit werkt niet voor de A8-vezels. Die schakelt namelijk direct over er is dus weinig aan te
passen. C-vezels prikkeling zal in de loop van de tijd steeds meer aanwezig zijn in
tegenstelling tot primaire pijn en daar kun je wel wat aan doen.
Pijndemping - DNIC
In je lichaam zit een stofje genaamd endorfine. Endorfine zijn de lichaamseigen pijn
dempende stofjes. Op moment dat de beschadigende prikkels door worden gegeven, de
hersenen reageren daarop door meteen te dempen. Dit gebeurt door het vrij komen van
endorfine. Ze remmen pijnsignalen in stijgende en dalende banen. Dit doen ze via het
baansysteem DNIC.
Hoe werkt dat? Op het moment dat endorfine vrij zijn (gebeurt allemaal centraal, hoog in
de hersenen), reageert de DNIC erop door in het ruggenmerg nog een ander stofje vrij te
laten komen. Dit noem je enkefaline (neurotransmitter), deze remt in het ruggenmerg
het doorgeven van nociceptieve prikkels. Dit doe je door de poorttheorie.
Voordelen endorfine t.o.v. morfine (ook vorm van opium)
o Endorfine werkt selectief.
o Geen bijwerkingen.
o Geen tolerantie op.
Het beste om je lichaamseigen stofje te gebruiken. Dit doe je door veel te bewegen.
Wat gebeurt er in de hersenen en hoe heb je daar als fysiotherapeut
invloed op?
A8-vezels geven informatie direct door aan het deel van de hersenen waarmee je locatie
en ernst kan bepalen. Signaal gaat via het ruggenmerg direct door naar de hersenen. Er
komt dan informatie over schade en locatie.
C-vezels schakelen vaak over binnen het ruggenmerg en gaan meer naar emotionele
deel van de hersenen. Dit maakt het remmen van deze pijn lastiger, omdat er veel meer
stapjes zijn die gemaakt worden.
Als alle informatie bij de hersenen aangekomen is, gaan de hersenen daar direct op
reageren. Dat signaal wordt direct in meer of mindere mate gedempt. Prikkel wordt
doorgegeven, gaat naar ruggenmerg door naar de hersenen en van de hersenen komt er
direct weer een signaal terug, omdat via de poorttheorie dat signaal te dempen. Is
afhankelijk van de context. Context bepaalt hoeveel demping er komt vanuit de
hersenen, dit noem je descenderende pijndemping, omdat het afdalend is.
Banen noem je het DNIC (diffuse, omdat het voor alle soorten pijn geldt) (noxische,
omdat het gaat om de pijnlijke prikkels) (inhiberend, want het is remmend).
Beïnvloeding van pijn
Alle pijn gaat het via centrale verwerking dit wordt beïnvloed door:
Cognitie: kennis en gedachte vallen eronder.
Emoties
Context