Uitgebreide samenvatting van het vak "Ontwikkeling van Persoonlijke Relaties" gegeven op Tilburg University door de docent Jessie Hillekens. De samenvatting bestaat uit aantekeningen van de gegeven hoorcolleges en artikelen die besproken zijn in de colleges.
Vak wordt gegeven door Dr. Jessie Hillekens.
2022-2023 (blok 2)
Hoorcollege 1 – introductie en vroege sociale relaties
1. Het begin van sociale relaties
Zijn pasgeboren baby’s sociaal?
De klassieke theorieën zeggen dat baby’s niet in staat zijn tot echte sociale interactie. De
latente relaties zijn afgeleid van relaties met hun primaire verzorgers. Peers
(leeftijdsgenoten) krijgen pas een rol later in de ontwikkeling.
Moderne theorieën zeggen dat kinderen biologisch gebouwd zijn om naast primaire
zorgverleners aandacht te schenken aan anderen. Het hele sociale systeem beïnvloedt een
kind. Hierbij kunnen vroege relaties met peers belangrijk zijn voor de ontwikkeling van het
kind.
2. Dyadische peer relaties
Contingentie
Contingente reacties = reacties die voortbouwen op wat de andere persoon heeft gedaan.
Dit begint al na 6 maanden bij baby’s.
Voorbeeld: dyadische verschillen bij aanraking.
Prosociaal gedrag
Vrijwillige acties die bedoeld zijn om een ander individu of een groep individuen te helpen of
ten goede te komen.
1
,Reacties op angst:
• Poging om in te grijpen voor een slachtoffer, om de situatie te veranderen of de
distress te verminderen.
• Pasgeborenen: huilen als reactie op huilen van anderen.
• 8 maanden: reageren met: kijken à affect à fysieke reactie à eigen angst.
• 2 jaar oud:
o Individuele verschillen beginnen.
o Probleem oplossen, agressie, amusement.
Delen:
• 12 maanden oud: affiliatie delen.
o Focus van niet-delen.
• 18 maanden oud: delen als gevraagd.
o Begrip van eigenaarschap.
• Vanaf 24 maanden oud:
o Kinderen delen spontaan.
o Kinderen beginnen onderling te delen.
o Relatie met gevoeligheid voor angst van anderen (distress).
o Maar: niet-delen komt ook heel vaak voor.
• 48 maanden of ouder: delen neemt nog meer toe en is gerelateerd aan Theory of
Mind.
Samenwerken:
• 1-jarige kan al samenwerken.
• 2+ jaar oud: complexere samenwerking.
• Samenwerking versus competitie
o à Genderverschillen.
Ontwikkeling van conflict:
• Conflict is functioneel!
• Conflict over speelgoed begin rond 1 jaar.
• 1 jaar oud: conflicten oplossen door fysieke kracht.
• 2 jaar oud: gebruikt ook verbale middelen.
o Kinderen vermijden conflicten, vooral hard slaan.
o Vergelding in conflict vindt plaats (reciprociteit).
• Geslachtsverschillen beginnen rond 3 jaar.
• Oudere kinderen: conflict blijft, maar het onderwerp en hoe het wordt opgelost
wordt wel veranderd. (Conflicten veranderen bijvoorbeeld naar regels van een spel
of tikkertje/verstoppetje spelen ipv speelgoed an sich).
3. Onderliggende vaardigheden
Er zijn enorme individuele verschillen in onderliggende vaardigheden!
Het hele sociale systeem is van belang.
Er is enig bewijs voor continuïteit (maar een gebrek aan studies).
Gedeelde aandacht
• Het vermogen om aandacht te coördineren met een andere persoon.
• Begint rond de 6 maanden.
• Gebruik kijken en gebaren (bijvoorbeeld wijzen naar objecten).
2
, • Duidelijke individuele verschillen.
• Een van de basisprincipes van theory of mind.
Emotieregulatie
• Verschillen tussen volwassenen en peer situaties.
• Contact met leeftijdgenoten is cruciaal voor de ontwikkeling van emotieregulatie.
• “Veilige haven” om thuis te oefenen.
Inhibitiecontrole
• Belangrijk in spelsituaties.
• Ontwikkeling van persoonlijke ruimte.
• Gebalanceerde inhibitie.
Imitatie
• Nodig voor harmonieus spel met leeftijdsgenoten.
• Tool voor aanleren sociale vaardigheden.
• Relevant voor bonding.
• Ook imitatie van peers.
Causaal begrip
• De ander is een sociale agent met intenties.
• Iemands eigen acties beïnvloeden anderen.
• Anderen kunnen ook dingen per ongeluk doen.
Taal
• Verbaal vermogen is gerelateerd aan hogere prosocialiteit en lagere agressie.
• Gerelateerd aan theory of mind ontwikkeling.
• Gesprekken worden belangrijk.
• Alsof-spel (pretend play).
Samenvatting:
• Focus op andere mensen – en sociale ontwikkeling in het algemeen – beginnen bij de
geboorte.
• Na een paar maanden kun je betekenisvol onderscheid maken tussen dyades
(contingentie). In de eerste levensmaanden komen belangrijke aspecten van sociale
ontwikkeling naar voren, zowel positieve (bijvoorbeeld delen, samenwerken) als
negatieve (conflict en agressie).
• De voorwaarden voor succesvolle sociale ontwikkeling zijn gedeelde aandacht,
emotieregulatie, inhibitiecontrole, imitatie, causaal begrip en taalontwikkeling.
Hoorcollege 2 – sociale netwerken
1. Grootte van het sociale netwerk gedurende de levensloop
Sociaal netwerk = “de mensen met wie iemand direct contact heeft”.
• Er is een sociale relatie.
• Er zijn herhaalde sociale interacties.
• Er is een mentale representatie van de relatie.
• Belangrijk vanwege hulpbronnen.
Verschillende soorten sociaal netwerk:
• Globaal netwerk.
3
, • Persoonlijke netwerk (steun netwerk. Mensen die belangrijk voor je zijn. Wederzijds
steun uitwisselen).
• Vriendschapsnetwerk.
• Familienetwerk (kerngezin, maar ook extended network, bijvoorbeeld ook
grootouders).
• Werknetwerk.
Ties
• Weak ties
o Granovetter: “The Strength of Weak Ties”.
o Sterkte
§ Tijd, emotionele intensiteit, intimiteit, reciprociteit.
• Stong ties (sterke ties)
o Familie, vrienden, het persoonlijke netwerk.
• Weak ties (zwakke ties)
o Kennissen.
• Absent ties (afwezige ties)
o Toevallige ontmoetingen, bijvoorbeeld met de bakker.
Sociaal-emotionele selectiviteit theorie
Kennisdoelen: mindset en gedrag van exploratie: opstapeling van informatie die voorbereidt
op een toekomst waarin deze nodig kunnen zijn – ten koste van emotioneel welbevinden.
• Doelen:
o Horizon verbreden.
o Kennis vergaren.
o Nieuwe mensen ontmoeten.
o Kansen nemen.
Emotieregulatiedoelen: tijdshorizon wordt korter – doelen veranderen: focus op doelen die
al worden gerealiseerd tijdens het nastreven van het doel: betekenis, tevredenheid.
• Doelen:
o Leven in het moment.
o Duidelijker weten wat belangrijk is.
o Investeren in zekere dingen.
o Verdiepen van relaties.
o Genieten van het leven.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kellyvhelvoirt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.