1
Externe Verslaggeving
Prof. dr. J. Klaassen RA
Prof. dr. M.N.
Hoogendoorn RA
Prof. dr. R.G.A.
EXTERNE Vergoossen RA
VERSLAGGEVING
e
Externe
ExterneVerslaggeving
Verslaggeving 77e
druk
druk
Wolters-Noordhoff
Wolters-Noordhoff
ISBN
ISBN978-90-01-71010-1
978-90-01-71010-1
Hoofdstukken
Hoofdstukken 11 tot
tot en
en met
met
13
13
, 2
Externe Verslaggeving
Hoofdstuk 1: Plaatsbepaling externe verslaggeving
Externe versus interne informatieverschaffing
Externe verslaggeving
: Financieel georiënteerde informatieverschaffing vanuit organisaties ten
behoeve van belanghebbende of belangstellende buitenstaanders.
Informatiebehoeften en besluitvorming
Informatiebehoeften ontstaan omdat degenen die behoefte hebben aan de
informatie besluiten willen nemen waarvoor zij die informatie nodig hebben.
Op een aantal punten moeten externe voorschriften in acht worden genomen,
zoals in het geval van omzet en loonbelasting en privacywetgeving. Binnen deze
randvoorwaarden kan de leiding van een organisatie zelf bepalen hoe zij de
informatievoorziening inrichten en organiseren.
Externe informatieverschaffing
Belangrijke externe belanghebbenden:
– Beleggers (overweging kopen/verkopen aandelen)
– Bankiers (verstrekken/intrekken krediet)
– Leveranciers (vertrouwen op kredietwaardigheid van de onderneming)
– Sollicitanten
– Werknemers
Het is voor een onderneming moeilijk te bepalen wat al deze externe
belanghebbenden voor informatie willen verkrijgen. Ook al zou een onderneming
dit weten dan is het nog altijd de vraag wat de mate van ‘bereidheid tot
informatieverstrekking’ van de onderneming is.
Externe informatieverschaffing en plaats in de maatschappij
Normen voor informatieverschaffing
Er bestaat een verschil tussen de omvang en de detaillering van
informatieverschaffing van een eenmanszaak en die van grote ondernemingen.
Ook tussen verschillende sectoren bestaat aanzienlijke verschillen in de geldende
normen voor informatieverschaffing.
Drie modellen voor de onderneming
Bezitsmodel
-De onderneming is het verlengstuk van de eigenaar
- Eenmanszaak of vennootschap onder firma
- Geen strikte scheiding tussen het vermogen van de ondernemer en zijn
onderneming
- Beperkte maatschappelijke betekenis (hoeft daarom weinig informatie te
verstrekken)
Gesloten model/klassieke model
- Scheiding tussen onderneming en haar eigenaren (echter hebben de eigenaren
nog een zekere aan het eigendomsrecht ontleende invloed op de gang van
zaken)
- Middelgrote familieonderneming (BV) die in haar vermogensbehoeften vooral
voorziet door interne financiering en bankkrediet
, 3
Externe Verslaggeving
- De informatieverschaffing is vooral afgestemd op de behoeften van
aandeelhouders en overige financiers
Open model/moderne model
-Coalitie van participanten, stakeholders, die in staat moeten zijn zich op basis
van de verstrekte informatie een beeld te vormen over de wenselijkheid van het
continueren van hun relatie met de organisatie of verkoop, dan wel beëindigen
van hun relatie met de onderneming.
- Belangrijk: verschaffen van voldoende informatie aan stakeholders
- Maatschappelijke plicht tot verantwoording en openheid over de gang van
zaken binnen de onderneming
Informatie en concurrentie
Een belangrijke overweging die leidt tot een terughoudendheid in het extern
verstrekken van informatie is dat ondernemingen te maken heeft met
concurrentie. Er moet een balans gevonden worden tussen de belangen van de
onderneming zelf, de participanten in die onderneming en andere
geïnteresseerden in de gang van zaken.
Externe verslaggeving is vooral bedoeld om daarmee verantwoording af te
leggen over de uitkomsten van het gevoerde beleid. De ondernemingsleiding laat
nooit het achterste van haar tong zien, aangezien:
– De mens een natuurlijke neiging heeft zich te onttrekken aan het afleggen
van verantwoording
– De onderneming gebreken in het feitelijke functioneren van de
onderneming voor de buitenwereld verborgen wilt houden
Informatievoorziening: vraag en aanbod
Participanten; gebruikers van de jaarrekening:
– Aandeelhouders
– Leveranciers/crediteuren
– Vermogensverschaffers (bankiers)
– Werknemers(organisaties)
– Concurrenten
– Fiscus
Maar ook: – Overheid (vb. economisch beleid, milieubeleid)
– Financiële pers
– Wetenschappelijke onderzoekers
– Actiegroepen
Vraag naar informatie
De participanten hebben er belang bij alle informatie te ontvangen, bijv. voor een
verantwoord oordeel over de vraag of een aandeelhouder wel of niet aandelen
moet kopen of verkopen, onder welke voorwaarden de bank krediet moet
verlenen, of een leverancier wel of niet goederen of diensten kan leveren en of
een werknemer nu wel of niet recht heeft op een winstafhankelijke beloning.
Teveel informatie vertroebelt echter het zicht voor buitenstaanders.
Aanbod van informatie
Ondernemingen hebben belang bij het verschaffen van informatie, zo zullen
mensen aandelen van hen kopen of hebben zij andere voordelen.
, 4
Externe Verslaggeving
Frictie
: Ontstaat als de afstemming tussen vraag en aanbod achterwege blijft.
Frictie kan van algemene aard zijn, maar ook bij een bepaalde groepering
ontstaan. Echter zijn ondernemingen ook terughoudend in de
informatievoorziening aangezien het bijvoorbeeld kosten met zich meebrengt,
het gedrag van de onderneming beperkt of kan zorgen voor een
concurrentienadeel. Aangezien er geen markt is voor deze afstemming en er al
een aantal grote boekhoudschandalen zijn geweest (Enron en Worldcom en Ahold
en Parmalat) is de wet en regelgeving bij externe verslaggeving aangescherpt en
is er een strakker toezicht op de naleving daarvan ontstaan.
Recht en externe informatieverschaffing
Zelfregulering
De regulering is ontstaan door een zekere mate van zelfregulering. Men ging zelf
zonder wettelijke verplichtingen daartoe balansen en een winst- en
verliesrekening opstellen. Na WO II werden er algemene regels opgesteld die het
karakter hadden van een aanbeveling.
Wetgeving
Door rechtsregels weten ondernemingen welke informatie zij dienen te
verstrekken en buitenstaanders weten door rechtsregels welke informatie zij
mogen verwachten. Bij geschillen kan men zich tot de rechter wenden, in het
bijzonder de Ondernemingskamer en, in cassatie de Hoge Raad. De rechterlijke
uitspraken – jurisprudentie – vormen een aanvullende bron van normen. Het nu
geldende recht is voor een deel te vinden in Titel 9 van Boek 2 BW, de wetgeving
waarin de Europese Richtlijnen inzake de financiële verslaggeving zijn
geïncorporeerd.
Regelgeving
Naast de wetgeving zijn in Nederland ook regels voor de jaarverslaggeving
ontwikkeld door een privaatrechtelijk orgaan, de Raad voor Jaarverslaggeving
(RJ). Deze regels, de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, zijn bedoeld als een
nadere invulling van de verslaggevingsnormen.
Internationale invloeden
Omdat grote bedrijven te maken hadden met uiteenlopende nationale regels, is
men begonnen met internationale harmonisatie van de verslaggevingsregels.
Opgericht in 1973 was het International Accounting Standards Committee (IASC),
tegenwoordig International Accounting Standards Board (IASB). De IASB is
aanvankelijke begonnen met het publiceren van vrije algemene standaarden,
genaamd International Accounting Standards(IAS), tegenwoordig International
Financial Reporting Standards (IFRS). In 2005 heeft de EU de IFRS voor de
geconsolideerde jaarrekening van beursgenoteerde ondernemingen verplicht
gesteld.
Bedrijfseconomie en externe informatieverschaffing
Informatie over ondernemersactiviteiten
De bedrijfseconomie geeft richtlijnen voor de manier waarop weer te geven
grootheden, zoals winst, vermogen en omzet kunnen worden gemeten.
‘Substance over form’
, 5
Externe Verslaggeving
Voor goede verslaggeving is het nodig dat de materiële economische betekenis
van een transactie in de gekozen presentatie tot uitdrukking komt. Dit houdt in
dat niet de juridische vorm overheersend is (substance over form). Het
voorgaande neemt uiteraard niet weg dat de juridische vorm van transacties in
het algemeen zeer belangrijk is voor de economische positie van
contractpartijen. Dat moet dan ook zijn weerslag vinden in de verslaggeving.
Soorten informatieverschaffing
Jaarrekening, jaarverslag en andere vormen van informatieverschaffing
Er zijn verschillende vormen van externe verslaggeving te onderscheiden:
1. Systematische informatieverschaffing
2. Incidentele informatieverschaffing
Systematische informatieverschaffing
Bij systematische informatieverschaffing vindt met een vaste periodiciteit
informatieverschaffing over de onderneming als geheel plaats. Bijvoorbeeld
informatieverschaffing d.m.v. jaarrekening en jaarverslag en het publiceren van
kwartaalcijfers of halfjaarcijfers.
Incidentele informatieverschaffing
Bij incidentele informatieverschaffing wordt naar aanleiding of ten behoeve van
een bepaalde transactie informatie verschaft. Bijvoorbeeld emissieprospectus en
fusieberichten.
Van steeds groter belang wordt de jaarlijkse maatschappelijke verslaggeving.
Direct verwant met de jaarrekening voor derden is de jaarrekening voor de
fiscus, de fiscale jaarrekening.
Jaarrekening en jaarverslag
Jaarrekening:
– Balans
– Winst en verliesrekening (resultatenrekening)
– Toelichting op beide
– Kasstroomoverzicht
– Mutaties in het eigen vermogen
Jaarverslag (bestuursverslag of directieverslag)
– Verslag van het bestuur van de onderneming over de gang van zaken in
het verstreken boekjaar
Tussentijdse berichtgeving
Halfjaarcijfers
Het publiceren van halfjaarcijfers is voor beursgenoteerde ondernemingen in ons
land verplicht. In de VS moeten beursgenoteerde ondernemingen zelfs
kwartaalcijfers publiceren. In de Transparantierichtlijnen van de EU wordt
verlangd dat binnen acht maanden na het begin van het boekjaar een
halfjaarrekening en een bestuursverslag over een half jaar (halfjaarrekening)
worden gepubliceerd. Als een accountant controle op deze stukken heeft verricht
, 6
Externe Verslaggeving
of een beoordeling van deze informatie heeft gegeven, moet zijn verklaring of
beoordeling ook worden bijgevoegd.
De halfjaarrekening moet volgens het IFRS worden opgemaakt als het een
geconsolideerd stuk betreft. De posten die in de jaarrekening opgenomen
moeten worden mogen echter wel in een verkorte vorm weergegeven worden.
Ook moet het een overzicht bevatten van vergelijkende cijfers met de
overeenkomstige periode van het voorafgaande boekjaar. Verder is er
toelichtende informatie nodig (o.a. over seizoensinvloeden).
Het halfjaarverslag dient ook een opsomming te hebben van de belangrijkste
gebeurtenissen van de eerste zes maanden van het desbetreffende boekjaar met
daarbij het aangegeven effect op de halfjaarrekening. Ook moet het een
beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden voor de overige zes
maanden van het desbetreffende boekjaar bevatten.
Bij beursgenoteerde ondernemingen oefent de Autoriteit Financiële Markten
(AFM) beperkt toezicht uit of deze overzichten aan de wettelijke eisen voldoen.
Kwartaalcijfers
Dit voorstel van de EU is niet goedgekeurd, niet zozeer vanwege de
administratieve lasten, maar eerder het gevaar dat kwartaalcijfers een te grote
nadruk leggen op korte termijnresultaten. Echter zou je dit ook kunnen vinden
van de halfjaarcijfers of de jaarcijfers.
Echter verlangt de Transparantierichtlijnen binnenkort wel een beknopte vorm
van kwartaalrapportage in de vorm van een tussentijdse verklaring.
– Een toelichting van belangrijke gebeurtenissen en transacties die in die
periode hebben plaatsgevonden en van de gevolgen daarvan voor de
financiële positie van de beursgenoteerde ondernemingen en de door haar
gecontroleerde ondernemingen.
– Een algemene beschrijving van de financiële positie en de prestaties van
de beursgenoteerde onderneming en de door haar gecontroleerde
ondernemingen tijdens die periode.
Maatschappelijke verslaggeving
Het GRI (Global Reporting Initiative) heeft algemene grondslagen voor
maatschappelijke verslaggeving ontwikkeld. Het nationale en internationale
stramien voor de maatschappelijke verslaggeving bestaat uit vier aspecten,
waaromtrent een vijftal verantwoordingselementen worden onderscheiden. De
vier aspecten zijn:
– Algemene aspecten (relatie bedrijfsleven, problemen/uitdagingen, rol van
stakeholders)
– Milieuaspecten (belasting milieu, gebruik energie)
– Sociale aspecten (arbeidsaangelegenheid, mensenrechten en integriteit)
– Economische aspecten (de financiële bijdrage aan de maatschappij en de
maatschappelijke creatie van verspreiding van kennis via onderzoek,
ontwikkeling en opleiding)
Op de volgende vijf elementen moet verantwoord worden afgelegd:
– Dialoog met de belanghebbenden (stakeholders)
– Het beleid
– De organisatie van het beleid
– De uitvoering en uitkomsten daarvan
– De toekomstverwachtingen
, 7
Externe Verslaggeving
Maatschappelijke verslaggeving is in Nederland niet verplicht, met uitzondering
van enkele bedrijven.
Fiscale jaarrekening
Nederland
De fiscale winst- en vermogensbepaling geschiedt volgens de regels van het
‘goed koopmansgebruik’. Wat daaronder moet worden verstaan is mede door de
jurisprudentie bepaald. Veel kleine ondernemingen probeerden hun jaarrekening
zoveel mogelijk af te stemmen op de fiscale jaarrekening om dubbel werk te
voorkomen. De fiscale winst was hierdoor bepalend voor de commerciële winst.
Andere landen
In veel andere Europese landen was deze verandering het tegenovergestelde. De
commerciële winst is bepalend voor de fiscale winst, ook wel aangeduid met de
Duitse term Massgeblichkeit.
Ook is kort geleden in ons land een wetsvoorstel ingediend waarbij kleine
ondernemingen desgewenst hun jaarrekening kunnen opmaken met gebruik van
de fiscale waarderingsregels, dit om zo dubbel werk te voorkomen en dus de
administratieve lasten te verlichten.
Fiscale verslaggeving en internet
Veel ondernemingen publiceren veel financiële gegevens op internet. Het gaat
daarbij enigszins om de wettelijke eisen (jaarrekening, jaarverslag en toelichting
op beide), maar ook overige informatie zoals nieuwe producten of lopende
rechtszaken. Hoewel dit officieel niet via internet verloopt, maar de gegevens
gedeponeerd dienen te worden bij de Kamer van Koophandel is het voor veel
stakeholders een zegen aangezien ze snel bij de door hun gewenste informatie
kunnen komen.
Sinds 1 januari 2007 kunnen ondernemers een groot deel van hun financiële
rapportages doen met behulp van de XBRL-taxonomie (eXtensible Business
Reporting Language). Deze taxonomie is gezamenlijk ontwikkeld door overheid
en bedrijfsleven en moet bijdragen aan gemakkelijker informatie-uitwisseling
tussen organisaties. De ministeries van Financiën en Justitie hebben het initiatief
genomen tot het Nederlandse Taxonomie Project (NTP). Als de Nederlandse
taxonomie wordt ingebouwd in financiële softwarepakketen, kunnen
ondernemers hun jaarrekening, belastingaangiften en statistiekopgaven
makkelijker en goedkoper samenstellen en aanleveren bij Kamer van
Koophandel, Belastingdienst en het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Onderzoek en feitelijke informatie
Ontwerpend en verklarend onderzoek
: Ontwerpend onderzoek: behelst het bedenken van nieuwe rekenregels
(waarderingsgrondslagen, accounting principles) en voorstellingswijzen
(modellen) om de financiële prestaties van organisaties te meten en vast te
leggen.
: Verklarend onderzoek: richt zich op het begrijpen van het empirische
verschijnsel externe verslaggeving. Dit kan zijn de wijze waarop organisaties de
verslaggeving inhoud geven, de wijze waarop gebruikers de informatie hanteren
en de wijze waarop de overheid optreedt in de context van de verslaggeving.
Doelstelling ontwerpend onderzoek
, 8
Externe Verslaggeving
: Het maken van een ideaalmodel van externe verslaggeving of onderdelen
daaruit.
Ontwerpend onderzoek wordt uiteraard gedaan met het oogmerk goede
rekenregels of modellen te ontwerpen. Een fundamenteel probleem daarbij is dat
‘goed’ altijd afhankelijk zal zijn van de gekozen doelstelling.
Elementen verklarend onderzoek
Verklarend onderzoek wordt vormgegeven rond drie elementen:
– Empirisch verschijnselen
– Een theorie omtrent die verschijnselen
– Instrumenten om de theorie te toetsen
Verder is een theorie over empirische verschijnselen nodig met daarbij een
aantal toetsingsinstrumenten om de theorie te kunnen toetsen.
Economisch onderzoek
1). Onderzoek van financiële markten
: Houd zich vooral bezig met de vraag of en in welke mate inhoud en vorm van
de externe verslaggeving van invloed zijn op de prijsvorming op financiële
markten.
Een veel gehanteerde hypothese in dit onderzoek is de efficiënte
markthypothese (EMH). Deze hypothese stelt dat financiële markten onmiddellijk
op een onvertekende manier reageren op alle informatie. Het EMH doet echter
geen uitspraak over de richting van de koersverandering. Voor een dergelijke
voorspelling wordt een prijsvormingsmodel gehanteerd; CapitalAsset Pricing
Model (CAPM). Het CAPM voorspelt dat koersen niet zullen reageren op
veranderen in verslaggevingsmethoden, tenzij zulke veranderen een cashflow-
effect hebben.
2). Organisatietheorie
: In dit onderzoeksprogramma wordt getracht een antwoord te vinden op de
vraag waarom ondernemingen kiezen voor het verschaffen of niet verschaffen
van bepaalde informatie.
Om dit keuzegedrag te modelleren maken Watts en Zimmerman gebruik van de
agency-theorie. Binnen deze theorie wordt een onderneming gezien als een
knooppunt van contracten met belanghebbenden en de externe verslaggeving.
3). Economic consequences (markten in het algemeen)
: Onderzoeksvraag betreft het feitelijke ondernemingsgedrag onder invloed van
geldende regels en normen. De uitkomsten van dergelijk onderzoek kunnen door
regelgevende instanties worden gebruikt om de effecten van hun regels in te
schatten.
4). Economische theorie van de overheid
Hierin wordt gekeken naar het gedrag van de overheid om bepaalde
bedrijfstakken te bevoordelen tegen anderen. Zo kunnen constante hoge winsten
in gevoelige bedrijfstakken de aandacht van de overheid trekken en daarmee
regelgeving uitlokken.
Informatieverzameling en beschrijvend onderzoek
Methoden van informatieverzameling:
– Raadpleging van archieven
– Interviews
– Laboratoriumexperimenten