100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting bijzondere overeenkomsten (650098-M-6) (cijfer: 8) €8,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting bijzondere overeenkomsten (650098-M-6) (cijfer: 8)

6 beoordelingen
 317 keer bekeken  29 keer verkocht

Deze samenvatting is een uitgebreide samenvatting van de gegeven stof in de hoorcolleges van alle drie de behandelde modules.

Laatste update van het document: 2 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 71  pagina's

  • 23 november 2022
  • 8 december 2022
  • 71
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (17)

6  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: mvdl2002 • 2 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: BillyAnton • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: josetnieuwelink • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: jeffrey_v_casand • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: ruudtebiesebeek1 • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lianevandeijk • 2 jaar geleden

avatar-seller
liekebuijs
Bijzondere overeenkomsten
Collegejaar 2022-2023.

Hoorcollege 1: Introductie bijzonder overeenkomstenrecht
Boek 7 BW
Van belang om altijd in het achterhoofd te houden is dat het uitgangspunt van het
contractenrecht contractsvrijheid met een open systeem van verbintenissen is. In boek 3 en
6 BW zitten daarnaast ook wettelijke grenzen, ‘het algemene’. De totstandkoming is
bijvoorbeeld geregeld in Boek 3 en 6. Boek 7 BW kan daarom niet los gezien worden van
Boek 3 en 6: de gelaagde structuur. Je gaat van het algemeen contractenrecht naar de
bijzondere regels.

In Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zijn voor 15 bijzondere overeenkomsten nadere
wettelijke regels gegevens, dit zijn de ‘benoemde bijzondere overeenkomsten’. Er bestaan
daarnaast ook onbenoemde bijzondere overeenkomsten, denk hierbij bijvoorbeeld aan de
franchiseovereenkomst of de leasingovereenkomst. Boek 7 omvat specifieke voorschriften:
ter aanvulling op individuele partij-afspraken, voor bijzondere contracten, met het oog op een
evenwichtige, objectieve toedeling van rechten en plichten en indachtig Europese
ontwikkelingen.

In de wet benoemde bijzondere overeenkomsten
Deze benoemde bijzondere overeenkomsten kunnen verdeeld worden in 3 categorieën:
1. Overdracht van goederen en geld:
- Koop en ruil (waaronder de consumentenkoop)
- Schenking
- Borgtocht (garantstelling)
- Vaststellingsovereenkomst
- Lijfrente

2. Contracten die zien op het verschaffen van genot van een andere partij:
- Huur
- Pacht
- Bewaarneming

3. De dienstenovereenkomst: wordt het vaakst gesloten in de praktijk
- Financiële zekerheidsovereenkomst (waaronder consumentenkrediet)
- Opdracht (waaronder medische behandelingsovereenkomst en een aparte titel voor
reisovereenkomst)
- Aanneming van werk
- Verzekering

De arbeidsovereenkomst kan niet makkelijk geschaard worden onder één van deze
categorieën. Het is namelijk geen dienstenovereenkomst, je bent wel in dienst maar je
verricht geen dienst tegen betaling, en het is ook geen overdracht van goederen en zaken.

Onbenoemde bijzondere overeenkomsten

,De onbenoemde bijzondere overeenkomsten zijn de overeenkomsten die geen titel in de wet
hebben. Voor reguleringsvragen bij deze overeenkomsten moeten we terugvallen op Boek 3
of Boek 6, of op zelfregulering zoals bijvoorbeeld de algemene voorwaarden. Het
reguleringskader wordt afgedekt met zelfregulering: de algemene voorwaarden of
standaardregelingen. Deze hebben geen wettelijke grondslag, én dus geen wettelijke
bescherming. Naast de wet hebben we natuurlijk ook de rechter die in kan treden en via de
Hoge Raad richtinggevende arresten voor dit soort beroepsgroepen kan schrijven. De
rechter is ook een belangrijke rechtsbron naast de wet- en regelgeving.

De beschermingsgedachte van Boek 7 BW
Wetgeving is gericht op de bescherming van zwakkere partijen. Dit wordt beoogd door meer
specifieke rechten en plichten. In Boek 7 BW staat daarom veel dwingend recht opgenomen,
afwijken hiervan mag niet ten nadele van de consument. Ook zijn er veel vormvoorschriften
in Boek 7 te vinden voor bepaalde contracten en procedurele bepalingen, bijvoorbeeld met
betrekking tot bewijslast of de toelaatbaarheid van het bewijs.

Maar wie is de zwakkere partij, en waarom zijn zij zwakker? Gulijk: Is een consument nog
wel een zwakkere partij? De huidige consument is niet altijd meer de zwakke consument,
maar is een digitaal vaardige en slimme consument. Maar is die consument ook het type
consument dat de wetgever voor ogen heeft/had? De wetgever heeft in ieder geval een
bepaalde consument in gedachte gehad en op grond daarvan zijn regels gemaakt, mede
omdat het niet mogelijk is om in elke specifieke situatie een individuele belangenafweging te
maken.

Het consumentenrecht
Het consumentenrecht is breder dan enkel Boek 7 BW. Rinkes (2009): “Het geheel van
normen, regels en instrumenten dat de verwezenlijking op juridisch niveau vormt van
verschillende initiatieven die betrekking hebben op het waarborgen of vermeerderen van de
bescherming van consumenten op de economische markt.”

Het consumentenrecht is de ‘harde kern van het privaatrecht’ omdat het veel dwingend recht
omvat. Echter is het ook een ‘lawyer’s paradise’ want in de juridische wereld is een enorme
markt ontstaan na de invoering van Boek 7 BW door de vele gedetailleerde regels. Over het
consumentenrecht kan veel geprocedeerd worden en consumenten gaan steeds vaker hun
recht halen, dit is een neveneffect waar meerdere kritische geluiden op zijn gekomen.

De zwakke consument
Maar waarom is de consument dan ‘zwak?’
- De partij die de informatie verstrekt, heeft een machtspositie: informatieasymmetrie.
- Maar ook ga je als consument minder rationeel nadenken (psychologisch effect) als
je denkt geïnformeerd te worden door iemand die er ‘verstand van heeft’.
- Daarnaast kennen we ook de keuzeparadox: hoe meer keuze, hoe meer keuzestress
en hoe meer de meute achterna gelopen wordt. Want: als iemand anders het ook
doet, zal het wel kloppen.
- De wetgever heeft tevens voor ogen gehad dat consument satisficers zijn welke
geen eigen denkvermogen hebben. Consumenten zijn geen etiketten lezers.
Achteraf kunnen consumenten/satisficers vaak heel goed rationaliseren waarom ze

, iets hebben gekocht, maar als er op het moment zelf specifiek naar de hersenen
gekeken wordt, dan zie je dat de emotie het vaak overneemt.
- Ook heeft het te maken met het onderbewuste, als je iets kunt laten bezinken, kom je
vaak tot betere beslissingen en oplossingen. In slechte economische tijden en als je
ouder wordt vermindert echter de mogelijkheid om informatie op te nemen en te
verwerken.

Om een betere financiële beslissing te nemen of wijzer te worden is meer informatie niet
altijd noodzakelijk de oplossing. Het gaat er ook om hoe de informatie gepresenteerd wordt.
Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat sneller actie ondernomen wordt wanneer in een brief
een opsomming staat of wanneer het een ‘reminder’ is. En mensen van middelbare leeftijd
happen sneller op kortere en simpele teksten.

Business-to-consumer
Professionele partij versus de consument. Bij het aanbieden van zaken en diensten heeft de
professionele partij vaak een betere onderhandelingspositie dan de consument. De
consument heeft namelijk weinig tot geen invloed op het aanbod van producten of diensten
en de inhoud van de overeenkomst staat vaak al vast. Dit is al helemaal het geval wanneer
de aanbieder een monopoliepositie heeft. De consument wordt tevens beïnvloed door
marketing, reclame en verkooptechnieken. Dit samengenomen met het feit dat consument
over het algemeen satisficers zijn (80% van de consumenten) zonder eigen denkvermogen,
met keuzestress en de instelling ‘dat het wel goed zal komen’, dienen er specifieke
juridische regels te zijn. Deze regels zijn er om de consument beter te informeren en een
meer evenwichtige positie te geven. Denk bijvoorbeeld aan de Richtlijn oneerlijke bedingen.

De ‘gemiddelde consument’
Het consumentenbegrip is een juridische standaard om regels en verplichtingen van
consumenten en wederpartijen in de wet op te nemen en om de redelijke verwachtingen van
consumenten te meten. Zo is ook Titel 7.1 BW gericht op de gemiddelde consument. De
EU-Richtlijn omschrijft het als “someone who is reasonably well-informed and reasonably
observant and circumspect”, oftewel de ‘etikettenlezer’. De vraag die echter gesteld kan
worden is of dit wel toepasselijk is, zijn consumenten wel etikettenlezers? Aan deze hoge
standaard wordt vaak niet voldaan, en ook daarom is er veel dwingend recht in Boek 7.

Afbakening en kwalificatie van de consumentenkoop
Wat wel en geen consumentenkoop is, is niet altijd in één hokje te plaatsen. Een aantal
voorbeelden:
- De ramenwasser die bij jou thuis komt valt niet onder de consumentenkoop. Hij levert
een dienst, dus moet het gekwalificeerd worden als de overeenkomst van opdracht.
- Wanneer je naar de winkel gaat om een pak aan te laten meten, is het een
overeenkomst van aanneming van werk omdat het gaat over een stoffelijke aard
maar zit het ook op het snijvlak van een consumentenkoop. Je kunt beargumenteren
dat het deels onder de consumentenkoop zit.
- Een keuken kopen en in je huis laten plaatsen zit ook op dit snijvlak. Bij het kopen
van de keuken wordt voldaan aan artikel 3:84 BW dus is er sprake van een
consumentenkoop, maar het monteren en installeren van de keuken valt weer onder
de aanneming van werk.

, Overeenkomsten die je niet in één hokje kan plaatsen zijn gemengde bijzondere
overeenkomsten. Deze overeenkomsten komen veel voor in de praktijk. Echter kan door
deze kwalificatie van de overeenkomst een probleem ontstaan bij geschillen. Als je
bijvoorbeeld kijkt naar het laatstgenoemde voorbeeld: als de keuken niet naar behoren
werkt, zijn dan de regels van Titel 7.1 (de consumentenkoop) of van Titel 7.12 (de
overeenkomst van aanneming) van toepassing? Dit wordt het probleem van samenloop
genoemd.

Rechters lossen dit in de praktijk op door te kijken naar de inhoud van de overeenkomst en
naar de bedoelingen van de partijen ten tijde van de overeenkomst. Op grond van artikel
6:215 BW zijn in beginsel allebei de Titels van toepassing, tenzij de regels die van
toepassing zijn strijdig zijn met elkaar (artikel 7:5 lid 4 BW). In de praktijk wordt tevens
gekeken naar de kern van de prestatie: de kenmerkende prestatie. Er moet gekeken worden
naar welke prestatie je weg kunt denken zodat de overeenkomst niet omvalt. Dit leidt tot wat
prevaleert. In sommige overeenkomsten die samenlopen bepaalt de wet welke prevaleert,
bijvoorbeeld bij de consumentenkoop. Als de regels strijdig zijn, dan prevaleren de regels
van de consumentenkoop (artikel 7:5 lid 4 BW). Logisch, want zo zijn de dwingendrechtelijke
regels ook van nut en voordeel voor de consument.

Invloed van platformeconomie
De opkomst van de ‘prosument’: Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is tot stand gekomen
vóór de digitale tijd. En de digitale platformeconomie heeft wel zijn effect op het
consumentenrecht. Kijk bijvoorbeeld naar de tweedehands kleding app Vinted: de
consument handelt hier niet enkel als consument, maar ook als verkoper zonder uit een
bedrijf te handelen. Geen producent en geen consument, maar er tussenin: de ‘prosument’.
De digitale platformeconomie maakt het hele verhaal nog complexer. De regels uit Boek 7
zien op bilaterale rechtsverhoudingen, maar bij platforms zit het social media platform er ook
nog tussen met haar eigen verantwoordelijkheden: het voorkomen van misleiding, het op tijd
betalen, etc. Titel 7.1 is niet voorzien op verhoudingen met meer partijen. Gesteld kan dus
worden dat Titel 7.1 BW verouderd is.

De overeenkomst van opdracht
De kwalificatie van de opdracht in de wet is te vinden in artikel 7:400 BW. Kenmerkend aan
de overeenkomst van opdracht is dat er een relatie is tussen een opdrachtnemer en een
opdrachtgever. De prestatie van de opdrachtnemer is ‘een verrichting’. De overeenkomst
van opdracht is geen arbeidsovereenkomst door de afwezigheid van een hiërarchische
verhouding en tevens geen aanneming van werk omdat het anders dan werk van stoffelijk
aard is, zie lid 1. Uit lid 2 vloeit voort dat het artikel is opgericht als een vangnetregeling. Er
is dan ook bijna geen dwingend recht in terug te vinden. Gekwalificeerde vormen van de
overeenkomst van opdracht zijn: lastgeving, bemiddeling, agentuur, de geneeskundige
behandelingsovereenkomst (Titel 7.7, Afdeling 2-5) en de reisovereenkomst (Titel 7.7A). Het
bewaren van zaken (artikel 7:600 BW e.v.) en het vervoeren van zaken of personen (Boek 8
BW) kunnen niet onder artikel 7:400 BW geschaard worden.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper liekebuijs. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,48  29x  verkocht
  • (6)
In winkelwagen
Toegevoegd