Burgerlijk procesrecht – Rechtsgeleerdheid
HC 1: Inleiding
Binnen het burgerlijk procesrecht is overgegaan van papier naar digitaal.
Uiteindelijk was er een wetgeving ingesteld voor de digitalisering, maar die
besloten zij eigenlijk weer stop te zetten om het niet liep. Er was dan ook een
spoedwet aangenomen waarmee de digitale procedure uiteindelijk is stopgezet en
waar men weer is overgegaan op een papieren procedure. Het hele
digitaliseringsproject is dus mislukt.
Burgerlijk procesrecht
- Belang van het vak Burgerlijk procesrecht: Goed procederen kan het
verschil maken tussen recht hebben en recht krijgen.
- Het biedt middelen om bevoegdheden o.g.v. het materiële recht te
verwezen.
- Steeds is de achterliggende gedachte dat evenwicht wordt gezocht
tussen de belangen van eiser en verweerder, beiden moeten goed tot hun
recht kunnen komen ( fair trial; EVRM).
Functie van het burgerlijk procesrecht:
Burgerlijk procesrecht is er om vermogensrecht geldend te (kunnen) maken.
De regelingen van het burgerlijk procesrecht
A) Procedure (leidend tot rechterlijke beslissing) ( Boek 1): Stappen die je
daarin kunt en moet zetten
B) Tenuitvoerlegging (executie) van die beslissing ( Boek 2): Een
rechterlijke uitspraak die je uiteindelijk niet kunt afdwingen, daar heb je
eigenlijk niets aan.
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering:
Eerste boek: Wijze van procederen (rechtbank, hof, HR)
Tweede boek: Tenuitvoerlegging ( van vonnis of beschikking)
Derde boek: Rechtspleging van onderscheiden aard
Vierde boek: Arbitrage
Burgerlijk wetboek
Titel 3.10 BW: Verhaalsrecht op goederen ( i.v.m. executie)
Titel 3.11 BW: Rechtsvorderingen, onder meer reële executie, verjaring.
EVRM (Art. 6)
Een ieder heeft recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak
Binnen een redelijke termijn
Door een onafhankelijke en onpartijdige rechtelijke instantie
Vonnis moet in openbaar worden uitgesproken
Wet RO: Hier zijn de diverse rechterlijke instanties geregeld
Rechtbank (eerste aanleg, nota bene ook de kantonrechter)
Gerechtshof ( hoger beroep)
Hoge Raad (cassatie)
,Grondvorm civiele procedure
Er zijn ook varianten, waarin de situatie gecompliceerder is en er niet enkel
sprake is van één eiser en één verweerder.
- Er kan bijvoorbeeld door een rechtspersoon geprocedeerd worden
- Procedure tegen een advocatenkantoor, dan wordt niet alleen de advocaat
in kwestie betrokken ( bedrijfsaansprakelijkheid). Het gaat hier dan om
samenwerkingsverbanden (art. 51 Rv)
- Er kunnen ook meerdere eisers een procedure beginnen, zij kunnen dan
samen een vordering indienen.
- Je kunt daarnaast ook meerdere personen dagvaarden (art. 6:170 BW:
risicoaansprakelijkheid). Dat is dan efficiënter. Dit is niet altijd mogelijk, je
hebt er wel een grote mate van vrijheid in, maar het moet wel doelmatig zijn
de personen samen in de procedure te betrekken. Als het niet doelmatig is
dan kunnen de partijen zelf aanspraak maken, maar de rechter kan dit ook
ambtshalve beslissen.
- Het is ook mogelijk dat er in principe één eiser is, maar dat er
uiteindelijk derden worden betrokken in de procedure.
a) Een derde wordt in vrijwaring geroepen: Stel je hebt een huis gekocht
in een groot project, u betrekt dat huis en dat heeft een mooi terras,
maar wanneer je het gebruikt gaat het lekken in de woonkamer. Je kunt
dan een procedure starten tegen de verkoper en zeggen dat er sprake
is van wanprestatie. Je kunt als verkoper dan de procedure afwachten,
maar je loopt het risico verweren tegengeworpen krijgt die je niet
gevoerd hebt bijvoorbeeld omdat het terras gebruikt werd voor andere
dingen dan mogelijk. Je kan de architect als projectontwikkelaar dan
beter in vrijwaring te roepen in de eerste procedure. Wanneer de
rechter hiertoe toestemming geeft, dan gaan er twee procedures lopen
naast elkaar waardoor je de architect steeds kunt laten zien wat voor
een stukken je ontvangt/welk verweer je kunt voeren. ‘
Daarnaast kun je je ook voegen in de procedure als derde, zelf deel
uitmaken van de procedure ( 217-219a Rv). Dit doe je als je een partij
wil steunen, bijvoorbeeld als de architect de projectontwikkelaar wil
steunen.
Daarnaast kun je tussenkomen in de procedure: Bijvoorbeeld wanneer
het blijkt dat een ander de gerechtigde is.
Vrijwaring oproepen: Brengt een partij een dagvaarding uit jegens zijn
wederpartij, dan ligt daar vaak een rechtsbetrekking aan ten grondslag.
Bijvoorbeeld omdat de wederpartij een overeenkomst niet (geheel) nakomt of
vanwege een aansprakelijkheidsclaim. Is de
,gedaagde van oordeel dat niet hij, maar iemand anders in de procedure moet
worden betrokken? Dan kan hij die partij in vrijwaring oproepen.
Massaclaims
Wanneer er duizenden gedupeerden zijn bijvoorbeeld.
Een voorbeeld: WAMCA-procedure ( titel 14A Rv jo. art. 3:305a BW). Via
een claimorganisatie kan dan worden geprocedeerd, die mogelijkheid kennen
we al langere tijd, maar je kunt nu ook schadevergoeding claimen en hoeft niet
enkel individueel meer benaderd te worden.
Procesvertegenwoordiging
Art. 79 Rv: Er is sprake van verplichte procesvertegenwoording ( door
advocaat)
Uitzondering: Procederen bij kantonrechter ( art. 93 Rv)
Welke rechter?
Absolute competentie:
- In eerste aanleg:
a) Rechtbank (art. 42 RO). Eventueel de kantonrechter ( art. 93
Rv) of de voorzieningenrechter ( kort geding; art. 254 e.v. Rv)
of afdeling civiel.
b) In appèl: Hof
c) Cassatie: Hoge Raad
Relatieve competentie:
- Met name afdeling 2.3 Rv( art. 99 e.v.)
Procesrecht in beweging
Er is de laatste jaren veel aandacht voor ‘Alternative Dispute Resolution’. Niet
altijd is de onafhankelijke rechter de oplossing die tot de beste oplossing leidt.
Je kunt voor alles naar de rechter als je maar stelt dat je in je burgerlijke recht
bent geschonden.
Toegang tot de overheidsrechter is een grondrecht. Het is
verdragsrechtelijk en in nationale wetten verankerd ( zie met name art. 6 EVRM
resp. art. 17 Grondwet, art. 13 Wet AB en art. 26 Rv).
- Je kunt niet gedwongen worden tot mediaton bijvoorbeeld, het moet
worden overeengekomen omdat niemand tegen zijn wel van de
overheidsrechter kan worden afgehouden.
- Alternatieven zijn arbitrage, bindend advies en mediation.
a) Arbitrage: Specifieke deskundigheid ( bijvoorbeeld bouw), invloed
op keuze arbiter ( dat heb je niet als rechter, je kunt specifieke
deskundigheid nu wel garandere), snellere renchtsgang, geen
verplichte procesvertegenwoordiging, geen openbaarheid.
b) Bindend advies: Kent geen wettelijke regeling. Een voorbeeld is het
KiFiD, je kunt terecht met klachten. Een andere vorm zijn bijvoorbeeld
tv-programma’s als Frank Visser.
Nadelen aan deze vormen, geschilbeslechting is nog geen
geschiloplossing. Dus je hebt wel een beslissing, maar het probleem
wordt niet gelijk opgelost.
c) Mediation: Vorm van conflictoplossing waarin partijen zelf tot een
oplossing komen met behulp van een onafhankelijke en onpartijdige
derde die alleen het proces van communicatie tussen partijen
begeleidt.
Enkele kenmerken overheidsrechtspraak:
- Rechter beslist/hakt knopen door
- Op grond van juridische merites: Rechter gaat niet zoeken naar een
oplossing die hij redelijk vindt.
, - Rechter kijkt naar het verleden: Als u een ander aanspreekt op
grond van wanprestatie, dan wordt gekeken naar wat er is gebeurd.
- Geen invloed partijen op de persoon van de rechter
- Procedure is in beginsel openbaar
- Procedure is kostbaar en duurt nog steeds vrij lang
- Procedure kan escalerend werken
MER: Maatschappelijk effectieve rechtspraak
Rechter streeft ook meer naar een oplossing voor alle betrokken partijen, niet
alleen maar geschilbeslechting maar ook geschiloplossing. MER is snel,
eenvoudig, goedkoop en voor iedereen.
HC 2
Art. 6 EVRM ( fair trial)
1. Onafhankelijke en onpartijdige rechter
2. Hoor- en wederhoor
3. Openbaarheid
4. Redelijke termijn
5. Motivering
6. Toegankelijke rechtspleging
7. Goede procesorde
8. Zorgvuldigheidsbeginsel- waarheidsbeginsel
9. Partij-autonomie
Onafhankelijkheid rechter
Van partijen: Rechter moet onafhankelijk zijn oordeel vellen, hij mag een
bepaalde partij niet bevoordelen. Het is best complex om de schijn van
onafhankelijkheid te kunnen voorkomen.
- De rechter mag bijvoorbeeld geen zaak van zijn buurman behandelen.
- Je moet ook de schijn van partijdigheid/afhankelijkheid voorkomen.
Van de overheid ( Trias Politica): Politiek heeft geen bemoeienis over de
indeling van de Rechtspraak bijvoorbeeld.
Bij twijfel aan onpartijdigheid rechter > wraking van de rechter
- Art. 36-39 Rv
- Uiterste middel
- Terughoudendheid geboden: aldus ook HR. Op het moment dat je
makkelijk kan wraken, dan tast dat het gezag van de rechterlijke macht aan.
De rechter kan er ook voor kiezen om zelf de zaak te verschonen omwille
het feit dat hij zich niet onpartijdig kan gedragen (art. 40-41 Rv)
Hoor- en wederhoor
Twee aspecten:
1. Recht op rechterlijk gehoor ( gelijkheidsbeginsel: ‘horen’ in gelijke mate)
2. Recht om weerwoord te geven ( art. 19 lid 1 Rv)
Als een partij een schriftelijk stuk kan indienen, mag de ander daar altijd op
reageren. Een rechter zal nooit met één van de partijen in contact treden, beide
partijen zullen benaderd worden.
Recht op pleidooi ( ‘oral hearing’)
Je hebt in beginsel recht op een mondelinge behandeling tegenover de rechter die
de beslissingen nemen.
10. HR Verhoeven/Staat: Zitting waarbij rechter gaande behandeling van de
zaak worden vervangen, omdat de rechters bijvoorbeeld naar een andere
rechtbank gaat of met