Inleiding tot de micro-economie (Vrije Universiteit Brussel)
Studocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit
Gedownload door Arda Cavus (cavusarda@gmail.com)
, lOMoARcPSD|19663820
ECONOMIE
Boekdeel I.
Hoofdstuk 1. De basisprincipes van de economie
Economie (<Gr.): “iemand die een huishouden beheerst”
Beheer van middelen van de samenleving = zeer belangrijk omdat deze middelen schaars zijn.
Schaarste = samenleving beschikt over beperkte middelen en kan daarom niet alle goederen en
diensten produceren die ze zou willen.
De Economische Kringloop: wisselwerking tussen economische agenten en de keuzes
die ze moeten maken
Economie bestaat uit miljoenen mensen: kopen, verkopen, werken, huren produceren,… → deze
economische agenten staan in constante wisselwerking met elkaar en worden geconfronteerd om
keuzes te maken. Elke keuze gaat gepaard met een bepaalde opportuniteitskost: door voor een
bepaalde optie te kiezen, geeft je een andere op!
Waarom keuzes?
De middelen om goederen & diensten te produceren = eindig (tijd, natuurlijke hulpbronnen,
gekwalificeerde arbeidskrachten)
Wie maakt ze en hoe worden ze gemaakt?
Hiervoor gebruiken we de economische kringloop. Deze geeft stromen van goederen, diensten en
productiefactoren en monetaire stromen weer.
In dit model: twee types economische agenten: individuen en ondernemingen:
✔ Ondernemingen produceren adhv inputs of productiefactoren (arbeid, land en
kapitaal(gebouwen/machines))
✔ Gezinnen = eigenaars productiefactoren + consumeren
De productiefactoren stromen van de individuen via de factormarkten naar de bedrijven die ze aan
wennen. De geproduceerde goederen of output bereiken de consumenten via de goederenmarkt.
Betalingen vloeien van de bedrijven naar de individuen via de factormarkten. Bij het consumeren
vloeit het geld via de goederenmarkt terug naar de bedrijven.
Conclusie: de besluitvormers zijn de individuen/consumenten en de bedrijven/producenten. Het
belangrijkste kenmerk is dat iedereen probeert een zo goed mogelijk resultaat voor zichzelf te
behalen, maw: hun winst zullen trachten te maximaliseren.
De 2 basisideeën waarop economische kringloop steunt:
(1) economische agenten maken keuzes
(2) staan in constante wisselwerking
1
Gedownload door Arda Cavus (cavusarda@gmail.com)
, lOMoARcPSD|19663820
Keuzes maken en de kost ervan
- Principe 1: mensen worden geconfronteerd met trade-offs -
Om iets te bekomen dat we wensen, moeten we meestal iets anders dat we waarderen, opgeven.
Vb: klassieke trade-off in economie is deze tussen “boter” en “kanonnen”: hoe meer spenderen aan
defensie-uitrusting, hoe minderen uitgeven aan consumptiegoederen
Een traditionele trade-of is het afwegen van efficiënte en billijkheid:
→ Efficiëntie: wat kan de samenleving maximaal halen uit schaarse middelen?
→ Billijkheid: voordelen van die middelen moeten fair verdeeld worden
- Principe 2: de kost van iets is wat je ervoor opgeeft -
Vb: beslissing om te gaan studeren aan de unief
→ Kost: Niet alleen inschrijvingsgeld, boeken, kot, voeding maar ook de tijd die je niet kan werken
voor een werkgever en dus geen loon verdienen! (opportuniteitskost)
De productiemogelijkheidscurve: geeft voor een economie de allocatie van de productiefactoren en
de daaruit voortvloeiende productieniveaus weer.
Vb.: economie waar er slechts 2 goederen worden geproduceerd:
− 2 eindpunten curve = extreme situaties: alle productiefactoren worden voor ofwel auto’s
− ofwel computers gebruikt
− Punt D = onbereikbaar want economie beschikt niet over nodige productiefactoren om dit
outputniveau te bereiken, maw: een economie kan produceren op of onder ieder punt van
de productiemogelijkheidscurve, niet erboven.
− Ieder punt op de curve is efficiënt: de economie genereert hier de maximale output, gegeven
de schaarse middelen, vb. A: niet mogelijk meer van het ene te produceren, zonder minder
van het andere te produceren ↔ B is inefficiënt: de economie produceert minder gegeven de
beschikbare middelen; mogelijke oorzaak is werkloosheid.
− De curve is uitwaarts gebogen = opportuniteitskost van auto’s in eenheden van computers is
afhankelijk van de hoeveelheid die de economie van beide goederen produceert
De productiemogelijkheidscurve toont de trade-off tussen de productie van verschillende goederen
maar deze trade-off kan veranderen, vb. technologische vooruitgang kan aantal pc’s/wagens
verhogen. Als gevolg: curve zal uitwaarts verschuiven → economische groei!
- Principe 3: Rationele mensen denken in marginale termen –
Marginale veranderingen zijn aanpassingen rond de grenzen van wat je aan het doen bent
Vb 1: Student die examen ziet naderen stelt zich geen vragen rond het al dan niet studeren, maar
past zijn tijdsindeling in marginale termen aan (vb. keuze tussen uur ontspannen of verder blokken)
2
Gedownload door Arda Cavus (cavusarda@gmail.com)
, lOMoARcPSD|19663820
Vb 2: Zo zal gezin na loonsverhoging niet zijn ganse consumptiepatroon aanpassen maar slechts op
een marginale wijze (vb. tweede vakantie tegenover aankoop vaatwasser)
- Principe 4: Mensen reageren op stimulansen –
Hun gedrag verandert als de kosten of opbrengsten veranderen. Als we de prijs van boter gaan
verhogen gaan mensen naar een goedkoper alternatief zoeken, zoals margarine.
- Principe 5: Markten zijn meestal een goede manier om de economische activiteit te
organiseren –
✔ Planeconomie (communisme): centrale overheid → economische activiteit regelen (hoeveel,
wie produceerde/consumeerde)
✔ Markteconomie: beslissingen van individuele ondernemingen en gezinnen (zuivere
markteconomieën zijn onbestaande), geen tussenkomst van overheid
✔ Gemengde economie: overheid stuurt wisselwerking bij als herverdeler en aanbieder van
publieke voorzieningen.
< Adam Smith & de Onzichtbare Hand:
De prijzen zijn het instrument waarmee de Hand de economische activiteit stuurt. Prijzen
weerspiegelen zowel de waarde van een goed voor de samenleving als de kost voor de samenleving
om ze te produceren.
- Principe 6: Overheden kunnen in bepaalde gevallen de marktsituatie verbeteren -
2 redenen om tussen te komen: efficiëntie en billijkheid, maw vergroten welvaartskoek en
veranderen van de verdeling ervan.
De Onzichtbare Hand leidt meestal tot marktsituatie waarbij middelen efficiënt worden verdeeld. Bij
een marktfalen is er de situatie waarbij de markt er zelf niet in slaagt om middelen efficiënt toe te
wijzen:
→ vb. door externaliteiten (actie door persoon op welzijn omstaander zonder dat deze hiervoor
wordt vergoed)
→ vb. door invloed die economische agenten in sommige gevallen kunnen uitoefenen op de
marktweging (persoon/beperkte groep)
Een deel van het overheidsbeleid kan eruit bestaan voor iedereen een aantal diensten tegen
betaalbare voorwaarden aan te bieden om een meer gelijke verdeling van de welvaart te bereiken.
3
Gedownload door Arda Cavus (cavusarda@gmail.com)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper l00s214rd4. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,99. Je zit daarna nergens aan vast.