100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Beginselen Europees recht samenvatting €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Beginselen Europees recht samenvatting

 13 keer bekeken  0 keer verkocht

Beginselen Europees recht samenvatting

Voorbeeld 4 van de 45  pagina's

  • 25 november 2022
  • 45
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (27)
avatar-seller
pupstraver
Beginselen Europees recht - Rechtsgeleerdheid

WEEK 1 – HC – AARD, ONTWIKKELING EN INSTELLINGEN

De aarde van de Europese Unie
- Hoe komt een verdrag tot stand? > Eerst vergaderen (door
ambtenaren) en die proberen een concept verdrag te verzinnen en als
het bevalt, komen ministers en staatssecretarissen bij elkaar en
ondertekenen ze het verdrag. Het verdrag is dan
nog niet in werking getreden, alleen gesloten. Het verdrag moet dan nog
geratificeerd worden. Moet goedgekeurd worden met een speciale
goedkeuringswet. Zodra het is geratificeerd, duurt het twee maanden
voordat het inwerking treedt.
• Bilaterale verdragen: zoals tussen Nederland en Duitsland (twee landen)
• Multilaterale verdragen: zoals de NAVO (meerdere lidstaten)
- Internationale organisaties > NAVO bijvoorbeeld. Dit soort organisaties
worden allemaal opgericht met een oprichtingsverdrag. EU is opgericht
met een oprichtingsverdrag van EGKS. In deze verdragen zet je de
rechten en plichten van staten tegenover elkaar vast. (2 VEU >
rechtsstaat is een waarde van EU). Hoe je
uit de EU kan uittreden staat in art. 50 VEU.

- Intergouvernementeel en supranationaal > ‘Inter’ betekent tussen en
‘supra’ betekend boven. Een intergouvernementele organisatie is een
organisatie die een beetje plat is en heeft geen dagelijks bestuur. Als 1
van de lidstaten tegen stemt gaat
het niet door. (Een situatie waarbij lidstaten vetorecht hebben).
EU is supranationaal. Dat betekent dat het direct kracht heeft in
Nederland. Ze kunnen ons regels opleggen waar wij ons aan moeten
houden. Kenmerken van een supranationale organisatie is dat de organen
onafhankelijk zijn en ze geen vetorecht hebben. Besluitvorming ligt bij de
meerderheid.

Supranationaal
a. Onafhankelijke organen
b. Besluitvorming bij meerderheid
c. Toezicht op nakoming
d. Eigen rechtsorde
▪ (HvJ 15 juli 1962, zaak 6/64, Costa/ENEL)

- Lidstaten > Polen en Hongarije houden zich bijvoorbeeld niet aan de
‘vereisten’ van een rechtsstaat.


Europese integratie
- WO ||, Benelux (1947), OEEC (1948), Raad van Europa (1949), EVRM (1950)
- Plan Robert Schuman (9 mei 1950) > Hier werd uitgegaan van een
feitelijke solidariteit. Schuman vond dat Frankrijk en Duitsland samen
moesten komen en er
moet een gemeenschappelijke gemeenschap zijn voor kolen en staal, want
dat zijn dingen waarmee je oorlog maakt. Als dat dan onder een hogere
autoriteit komt, dan kan niemand meer zelfstandig een oorlog beginnen.
Dit plan is ook gerealiseerd met het EGKS-Verdrag.
- EGKS-Verdrag (18 april 1951)
- EEG en Euratom (1957) > economisch verdrag en verdrag over kernwapens

,Totstandkoming EU in drie perioden:
1. Europese Gemeenschappen (1952-1993)
2. Europese Unie en de Europese Gemeenschappen (1993-2009)
3. Europese Unie (sinds 2009)

De verdragen van de EU:
1. VEU
2. VWEU
(EU-handvest van de
grondrechten) Europese
Grondwet/Verdrag van Lissabon


- Wat is de Europese Unie?
• De EU is GEEN staat, maar een club van staten (art. 1 VEU)
• De EU vormt een steeds hechter verbond
• De EU verwezenlijkt gemeenschappelijke doelstellingen van de lidstaten
- Wat is het recht van de Europese Unie?
• Primair/secundair (primaire rechten zijn bijv. rechten zoals de
verdragen > het recht is gemaakt door de staten; secundaire rechten
zijn bijv. verordeningen door een commissie > het recht is gemaakt
door organen)
• Institutioneel/ materieel (materieel recht is het beleid van de EU (bijv. landbouw);
institutioneel recht is meer wat mag je doen, welke zetten mag je zetten (wat kan
de commissie))

- Belangrijkste onderdelen:
• A) Interne markt; B) economische en monetaire unie; C)
gemeenschappelijke activiteiten; D) justitie en politie; E) extern
beleid

- Belangrijkste kenmerken:
• A) Recht van gemeenschappelijke overheid; B) bron van wetgeving;
C) relevant voor overheden, burgers en ondernemers.



Instellingen van de Unie (art. 13 VEU)
Hoe is de Europese Unie georganiseerd?

Wie doet wat?
a. Vaststellen van de grote beleidslijnen voor de Unie
b. Regelgeving: vaststellen van wetgevende en andere regels
c. Rechtspraak
d. Financiën

Ambtenarenapparaat te Brussel: ruim 30.000




INSTELLINGEN VAN DE EU

, - Institutioneel evenwicht
- EU beschikt over een institutioneel kader (art. 13 lid 1 VEU)
- De zeven instellingen zijn:
• Het Europees Parlement;
• De Europese Raad;
• De Raad (van Ministers) van de Unie;
• De Europese Commissie;
• Het Hof van Justitie van de Europese Unie;
• De Europese Centrale Bank;
• De Rekenkamer (controle uitgaven en inkomsten van de EU)


DE EUROPESE RAAD (art. 15 VEU en art. 235-236 VWEU)
- ‘Hoogste’ instelling
- Samenstelling > 27 lidstaten
- Permanente conferentie van de staats- en regeringsleiders van de lidstaten.
- Vaste voorzitter > De Belg Charles Michel (art. 15 lid VEU)
- Vergaderd elke 3 maanden in Brussel
- Taken en
werkwijze
Belangrijke
taken:
• Verdragen opstellen of wijzigen (zie art. 48 VEU)
• Beleidslijnen vaststellen
- Lidstaten hebben hierin veto


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE (art. 16 VEU en art. 237-243 VWEU)
- Samenstelling (vakministers) > wisselt afhankelijk van het onderwerp
• Hoge Vertegenwoordiger (komt later) is voorzitter RBZ
- Wetgeving
- Besluitvorming


DE EUROPESE COMMISSIE (art. 17 VEU en art. 244-250 VWEU)
- Samenstelling > de kandidaten worden door de Europese Raad
voorgedragen en het Europese Parlement moet dit goedkeuren.
- Onafhankelijke positie > ze staan los van nationale belangen. Ze denken
na over het algemeen belang van de EU.
- Ursula von der Leynen is voorzitter van de Europese Comissie
- Taken en werkwijze
• Toezicht op toepassing unierecht
• Uitvoering en beheer
• Externe vertegenwoordiging van de Unie
• Het voorstellen van wetgeving, initiatiefrecht: de Commissie heeft in heel groot
aantal gevallen het monopolie tot het doen van wetgevingsvoorstellen (art. 17 lid
2 VEU)

Hoge vertegenwoordiger (art. 18 VEU, art. 16 lid 6 VEU, art. 27 VEU)
- Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid
is lid (vicevoorzitter) van de Europese Commissie, maar de HV neemt
ook deel aan de werkzaamheden van de Europese Raad als het gaat
over Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid
- Josep Borrell Fontelles

HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (art. 19 VEU en art. 251-281 VWEU)
- Rechtscolleges: HvJ, Gerecht, gespecialiseerde rechtbanken

, • Samenstelling > 27 rechters en 11 advocaten-generaal (uitslag is unaniem)
• Bevoegdheden
• Rechtsmacht
• Particulieren moeten eerst naar het Gerecht en kunnen daarna pas naar het Hof


EUROPESE CENTRALE BANK
- Een instelling van de Unie met eigen rechtspersoonlijkheid (art. 282, lid
3 VWEU); zelfstandig en onafhankelijk
- De spil van het Europees Stelsel van Centrale Banken (de ECB en de
nationale centrale banken van de lidstaten)
- De ECB voert het monetaire beleid van de Unie samen met de nationale
banken van de lidstaten die de euro als munt hebben.


HET EUROPEES PARLEMENT (art. 14 VEU en art. 223-224 VWEU)
- Samenstelling: max. 750 leden plus voorzitter (na vertrek VK 704
leden plus voorzitter)
- Het aantal is over de lidstaten verdeeld op basis van systeem van
‘’degressief- evenredige vertegenwoordiging’’. Uitgangspunt is het
bevolkingsaantal van elke lidstaat, maar met een forse correctie in
het voordeel van de kleine lidstaten.
- Nederland heeft sinds 1 februari 2020 recht op 29
vertegenwoordigers in het Europees Parlement.


WIE HEBBEN DE MEESTE INVLOED?
- Europese Raad wordt steeds belangrijker
- Raad is belangrijkste
wetgever In feite de regeringen
van de lidstaten
- Zie ook art. 4 lid 2 VEU

- Commissie en EP beroepen zich graag op gemeenschapsmethode; Angela
Merkel sprak liever van Uniemethode: lidstaten en EU-instellingen werken
samen voor goed resultaat


DE ROL VAN NATIONALE PARLEMENTEN
- Bevoegdheden
• Herziening verdragen (art. 48 VEU)
• Invloed op EU- wetgeving
▪ Eerste protocol
▪ Tweede protocol
o Gele kaart
o Oranje kaart




WG – week 1
c

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pupstraver. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83662 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen