Inleiding goederenrecht - Rechtsgeleerdheid
Week 1- 1 kernbegrippen van het goederenrecht
Een onderscheiding binnen het privaatrecht is de volgende:
- Personenrecht
• Personen- en familievermogensrecht: hoofdzakelijk vastgelegd in Boek 1 BW
> hieraan gerelateerd is het erfrecht, vastgelegd in Boek 4 BW
• Rechtspersonenrecht (ondernemingsrecht): met name regels met
betrekking tot de organisatie van privaatrechtelijke rechtspersonen (art. 2:3
BW),
hoofdzakelijk vastgelegd in Boek 2 BW
• Daarnaast worden onderscheiden publiekrechtelijke
rechtspersonen, waaronder de Staat der Nederlanden en gemeenten
(art. 2:1 BW), en kerkgenootschappen met rechtspersoonlijkheid (art.
2:2 BW)
- Vermogensrecht
• Goederenrecht (hoofdzakelijk Boek 3 en 5 BW)
• Verbintenissenrecht, waaronder overeenkomsten (Boek 6, 7 en 7a BW)
> bijzondere aspecten van goederenrecht en verbintenissenrecht ten aanzien
van verkeersmiddelen en vervoer zijn vastgelegd in Boek 8 BW
Algemeen deel van vermogensrecht:
- Titel 1 van Boek 3 BW (algemene bepalingen)
- Titel 2 van Boek 3 BW (rechtshandelingen)
- Titel 3 van Boek 3 BW (volmacht)
- Titel 11 van Boek 3 BW (rechtsvorderingen: processuele regels)
Goederen: Titels 4 t/m 10 van Boek 3 BW plus Boek 5 BW (zaken)
Verbintenissen: Boeken 6, 7, 7A BW
PERSONEN
- Natuurlijke personen
- Privaatrechtelijke personen: BV, NV, vereniging, coöperatie,
onderlinge waarborgmaatschappij, stichting (zie art. 2:3 BW)
- Publiekrechtelijke rechtspersonen (art. 2:1 BW) en kerkgenootschappen met
rechtspersoonlijkheid (art. 2:2 BW) – beheerst door specifieke regelgeving buiten
het BW
- Art. 2:5 BW: ‘’Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met
een natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit’’
• Zie art. 1:10 BW wat betreft de woonplaats van een natuurlijk persoon en
een rechtspersoon
,GOEDEREN
- Art. 3:1 BW: ‘’goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten’’
- Art. 3:2 BW: ‘’zaken zijn voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten’’
• Menselijke beheersing vereist (dus niet de zee of de ruimte)
• Stoffelijke objecten (dus een tastbaar object zoals een stoel, laptop,
perceel (grond), of auto)
- Iedere zaak is derhalve een goed, maar niet ieder goed is een zaak!
- Vermogensrechten zijn ingevolge art. 3:6 BW:
• Rechte die, hetzij afzonderlijk, hetzij tezamen met een ander recht:
▪ Overdraagbaar zijn OF
▪ Er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, OF
▪ Verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht
gesteld stoffelijk voordeel
• Zeer ruime definitie (OF!):
▪ Minimum vereisten: overdraagbaarheid, of stoffelijk voordeel
verschaffen, of in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht
gesteld
stoffelijk voordeel.
Week 1- 2 Goederen
,GOEDEREN:
- Zaken: art. 3:2 BW
• Onroerende zaken (art. 3:3 lid 1 BW)
• Roerende zaken (art. 3:3 lid 2 BW)
• Dieren zijn geen zaken, maar de regels met betrekking tot zaken
zijn grotendeels op hen van toepassing (art. 3:2a BW)
EN
- Vermogensrechten: art. 3:6 BW
ONROERENDE EN ROERENDE ZAKEN
- Onroerende zaken (art. 3:3 lid 1 BW):
• Grond
• Nog niet gewonnen delfstoffen
• Met grond verenigde beplanting
• Gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd,
rechtstreeks of door vereniging met andere gebouwen of werken
• Zie ten aanzien van grond ook art. 5:20 BW
- Roerende zaken (art. 3:3 lid 2 BW): alle zaken die niet onroerend
zijn REGISTERGOED
- Art. 3:10 BW: goederen waarvoor overdracht of vestiging inschrijving in een daartoe
bestemd register noodzakelijk is
- Goederen zijn zaken en vermogensrechten, dus ook een vermogensrecht kan
een registergoed in de zin van art. 3:10 BW zijn
- LET OP: niet alle goederen waarvoor registers bestaan zijn registergoederen in de
zin van art. 3:10 BW!
• Bijvoorbeeld: er zijn registers voor motorrijtuigen, merknamen,
octrooirechten, kwekersrechten en aandelen op naam, maar geen van
deze
goederen zijn registergoederen in de zin van art. 3:10 BW!
• Dergelijke registers zijn (met name) bedoeld ten behoeve van zogenaamde
derdenwerking - het is dan voor derden bekend wie rechthebbende is van het
desbetreffende recht of de zaak – en de inschrijving is GEEN vereiste voor
rechtsgeldige overdracht of vestiging!
Goederen: registergoederen en niet-registergoederen
, - Goederen (art. 3:1 BW)
- Registergoederen (art. 3:10 BW) zijn:
• Onroerende zaken (zie art. 3:89 lid 1 BW)
• Teboekstaande roerende zaken waarvoor inschrijving in het desbetreffende
openbare register noodzakelijk is ten behoeve van een rechtsgeldige
levering
en overdracht: teboekstaande zee- en binnenvaartschepen, teboekstaande
luchtvaartuigen (zie Boek 8 BW)
• Sommige vermogensrechten, namelijk beperkte rechten gevestigd op
registergoederen, zoals een erfpachtrecht, opstalrecht of
vruchtgebruik
gevestigd op een registergoed
EN
- Niet-registergoederen
BESTANDDEEL EN HOOFDZAAK
- Heeft alleen betrekking op zaken
- Twee zaken worden met elkaar verbonden. Welke gevolgen heeft dat voor
het (eigendoms)recht op die zaken?
- Een zaak kan bestanddeel worden van een andere zaak. Deze zaak verliest dan
haar zelfstandigheid en ‘gaat als bestanddeel op’ in de hoofdzaak: art. 3:4 BW
- Beoordeling:
• Verkeersopvattingen, bijvoorbeeld fietsbel bestanddeel van hoofdzaak fiets;
deur bestanddeel van de hoofdzaak gebouw, motoronderdelen
bestanddelen van de hoofdzaak auto
• Verbreking van elkaar kan niet zonder schade van betekenis,
bijvoorbeeld ingebouwde magnetron (schade-criterium)
• Bij roerende zaken tevens art. 5:14 lid 3 BW: de waarde van de met
elkaar verbonden zaken is van belang bij het oordeel of er sprake is van
een hoofdzaak (waarde-criterium)
BESCHIKKEN OVER GOEDEREN