100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Goederenrecht samenvatting €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Goederenrecht samenvatting

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

Goederenrecht samenvatting

Voorbeeld 4 van de 68  pagina's

  • 25 november 2022
  • 68
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (98)
avatar-seller
pupstraver
Goederenrecht - Rechtsgeleerdheid
Hoorcollege week 1 → zie inleiding goederenrecht college 1
Een houder kan nooit c.p.-leveren → dan is er geen rechtsgeldige levering. Een
houder kan alleen leveren via daadwerkelijke bezitsverschaffing (art. 3:89, 3:90 BW)
Hoorcollege week 2
Een paar basisbegrippen
1. eigendom (art. 5:1 BW)
2. zaak (art. 3:2 BW (dieren: art. 3:2a BW))
3. roerend/onroerend (art. 3:3 BW)
4. gemeenschap (art. 3:166 e.v. BW)
5. mandeligheid (art. 5:60 e.v. BW)

Eigendom van roerende zaken
Verkrijging; natrekking; vermenging; zaaksvorming; oneigenlijke vermenging

Verkrijging van eigendom roerende zaken
● bijzondere titel, bijv. overdracht (bijv. titel koop) en verjaring (zie week 2) (art. 3:80
lid 3 BW)
● algemene titel, bijv. juridische fusie of (af)splitsing van een rechtspersoon,
erfenis (art. 3:80 lid 2 BW)
● overige wijze van verkrijging (art. 3:80 lid 3 BW):
○ toe-eigening, vinderschap, schatvinding
○ vruchttrekking
○ natrekking, vermenging, zaaksvorming

Toe-eigening; vinderschap
● toe-eigening (art. 5:4 BW)
○ alleen bij roerende zaken zonder eigenaar - het bezit is prijsgegeven: res
nullius (art. 5:18 BW)
○ inbezitneming (art. 3:113 lid 1 BW) - zich de feitelijke macht verschaffen
○ een roerende zaak heeft altijd een eigenaar (art. 5:24 BW)
■ de Nederlandse Staat is eigenaar van onroerende zaken die
geen andere eigenaar hebben

● vinderschap (art. 5:5 e.v.) - te goeder trouw (de eerlijke vinder)
○ alleen bij een roerende zaak, niet zijnde een schat (art. 5:13 BW)
○ onbeheerd, dus niet in de macht van een ander
○ de roerende zaak moet onder zich worden genomen, plus aangifte bij
de daartoe aangewezen gemeenteambtenaar doen
■ vindersloon bij opeising door eigenaar (“Naar omstandigheden
recht op een redelijke beloning”) (art. 5:10 BW)
○ eigendomsverkrijging na één jaar na aangifte (art. 5:6 lid 1 BW) - daarvoor
houder
■ beperkte rechten op de zaak vervallen dan ook

Schatvinding
● schatvinding (art. 5:13 BW)
○ roerende zaak van waarde
○ zo lang verborgen dat daardoor de opsporing van de eigenaar
onmogelijk is geworden
○ aangifte doen bij de gemeente
○ schat komt toe aan de ontdekker én de eigenaar van de zaak waarin de
schat wordt aangetroffen (gemeenschappelijk eigendom; titel 3.7 BW)
(een voorbeeld: u huurt een huis en achter een verborgen wand vindt u een schat. Dan is de
eigenaar van het huis voor 50% eigenaar, en uzelf bent ook 50% eigenaar)
■ in geval van archeologische vondst bij opgraving gevonden, en
waarbij niemand zijn recht van eigendom kan bewijzen, geldt een
aparte regeling en de Erfgoedwet (zie art. 5.7 Erfgoedwet)

,Vruchttrekking
● vruchttrekking
○ natuurlijke vrucht: was eerst bestanddeel van een andere zaak (art. 3:9
lid 1 BW jo. art. 3:4 BW)
■ wordt door afscheiding een zelfstandige zaak (art. 3:9 lid 4 BW)
■ eigenaar van de zaak wordt in beginsel eigenaar van de
afgescheiden vrucht (art. 5:1 lid 3 BW)
● uitzonderingen: vruchtgebruiker (art. 5:17 BW jo. 3:216
BW), erfpachter (art. 5:89 lid 1 BW), pachter (art. 7:316
BW), eventueel de huurder (art. 7:202 BW), in geval van
eigendomsvoorbehoud (art. 7:9 lid 3 BW jo. 7:14 BW)
○ burgerlijke vrucht: vruchten van goederen (denk aan: rente)
■ wordt door opeisbaarheid zelfstandig recht (art. 3:9 lid 4 BW)

Natrekking, vermenging, zaaksvorming
● heeft gevolgen voor de eigendom:
● natrekking: voorheen individuele zaken worden één zaak (fietsbel op je fiets)
● vermenging: vloeistoffen, gassen, zand, e.d.
● oneigenlijke vermenging: zaken blijven afzonderlijke zaken, maar wie precies
eigenaar van welke zaak is kan niet meer worden bewezen (2 doosjes paperclips met
aparte eigenaar samen in een doosje, niet meer aan te wijzen welke paperclip van jou is)
● zaaksvorming: ‘iemand’ vormt uit roerende zaak/zaken een nieuwe zaak (bijv.
sjaal van bolletje wol)

Natrekking, bestanddelen
● hoofdzaak (art. 5:14 lid 3 BW):
○ waarde hoofdzaak aanmerkelijk (aanzienlijk) hoger dan die van de
andere zaak (die bestanddeel wordt)
■ HR 14 augustus 2015 (Glencore/Nationale Borg-Maatschappij): in
geval van vermenging van gelijksoortige zaken is dit het enige
criterium (in dat geval spelen verkeersopvattingen dus geen rol)
○ volgens verkeersopvatting als hoofdzaak te beschouwen

● bestanddeel
○ al hetgeen volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak uitmaakt
(art. 3:4 lid 1 BW)
■ HR 15 november 1991 (Dépex/Bergel)
○ afscheiding niet mogelijk zonder beschadiging van betekenis (art. 3:4 lid
2 BW) - het zogenaamde schadecriterium - zie volgende slide

Schadecriterium: HR 13 november 2020 (UTB/Glencore)
Een zaak kan op grond van art. 3:4 lid 2 BW alleen als bestanddeel worden aangemerkt
als zij met de hoofdzaak fysiek is verbonden. Uit het feit dat hak- en breekwerk voor de
verwijdering van het aluminium uit de ovens noodzakelijk is, volgt niet het bestaan van
verbondenheid in de zin van art. 3:4 lid 2 BW. Denkbaar is dat het hak- en breekwerk
slechts nodig is om het in de ovens aanwezige (maar daarmee niet verbonden)
aluminium te bereiken en daaruit te verwijderen, nu het door de gestolde toestand niet
kan worden afgetapt. Indien sprake is van fysieke verbondenheid, gaat het bij de
beoordeling of sprake is van bestanddeelvorming op de grond dat een zaak niet van de
hoofdzaak kan worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt
toegebracht aan één van de zaken, erom dat de fysieke gevolgen van afscheiding van betekenis
zijn. Daarvoor is niet relevant wat de door afscheiding optredende vermogensrechtelijke
gevolgen (zoals de gevolgen voor de waarde van de zaken) zijn, en of na afscheiding
herstel kan plaatsvinden. Met de situatie dat de fysieke gevolgen van afscheiding van
betekenis zijn, moet redelijkerwijs worden gelijkgesteld de situatie waarin afscheiding zonder
fysieke gevolgen van betekenis weliswaar technisch mogelijk is, maar daarmee in verhouding tot de
waarde van de zaken onevenredig veel inspanningen of kosten zijn gemoeid.

Verkeersopvatting: HR 15 november 1991 (Dépex/Bergel)
● in constructief opzicht op elkaar afgestemd (voor elkaar gemaakt): dan aanwijzing
dat gebouw en apparaat als één zaal moeten worden gezien
(afstemmingscriterium)
● geschiktheid als fabrieksgebouw bij ontbreken van apparatuur onvoltooid

, (onvoltooidheid-/ incompleetheidscriterium) → namelijk is die fabriekshal nog
steeds geschikt als fabriekshal bij het ontbreken van die apparatuur: pas als je
kan zeggen dat zonder die apparatuur het geen fabriekshal meer kan noemen,
dan is het bestanddeel geworden
● functie van de apparatuur in het productieproces niet van belang

HR 6 december 2012 (Prorail/Stichting Rijswijk)
● of iets bestanddeel is, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval
○ een aard- of nagelvaste verbinding is niet vereist
● als iets een tijdelijke functie als hulpconstructie vervult tijdens de bouwfase van
een zaak (zoals een groutanker/ -lichaam) en bestemd is om daarna te worden
verwijderd, levert dat in het algemeen een aanwijzing op dat het naar
verkeersopvatting géén bestanddeel van die zaak is geworden -
bestemmingscriterium
● in het licht van concrete omstandigheden van het geval kan dat evenwel anders
zijn!


Terug naar de natrekking
● eigenaar van roerende (of onroerende) zaak is ook eigenaar van de
bestanddelen van die zaak (art. 5:3 BW)
○ natrekking kan niet tussen partijen anders worden overeengekomen
(regels van dwingend zakenrecht)
● vereisten voor natrekking bij roerende zaken (art. 5:14 lid 1 en 3 BW)
○ twee of meer roerende zaken
○ toebehorend aan verschillende eigenaren
○ zaak wordt bestanddeel van andere (hoofd)zaak

Natrekking als er geen hoofdzaak is
● bij roerende zaken is er soms geen hoofdzaak aan te wijzen (art. 5:14 lid 2 BW)
○ er is dan sprake van een nieuwe zaak waarvan de ouder zaken de
bestanddelen vormen
○ dit leidt tot mede-eigendom van de eigenaren van de oude zaken,
evenredig aan de waarde daarvan (dit kan anders zijn indien er sprake is
van zaaksvorming (art. 5:16 BW))
■ gemeenschap, art. 3:166 lid 2 BW

Vermenging
Roerende zaken

Vermenging (art. 5:15 BW)
● art. 5:14 is ingevolge art. 5:15 van overeenkomstige toepassing op
vermenging van roerende zaken
● vermenging doet zich voor bij vloeistoffen, gassen, maar ook bij graan en zand
○ vormen één zaak
○ indien er een hoofdzaak valt aan te wijzen: natrekking
○ indien dat niet kan: mede-eigendom
○ maar: géén zaaksvorming (want dan art. 5:16 BW)!

● dus:
○ indien één van de vermengde zaken als hoofdzaak kan worden
aangemerkt: ene zaak wordt hoofdzaak en andere zaak wordt door
vermenging bestanddeel van die hoofdzaak
○ indien er geen hoofdzaak kan worden aangewezen ontstaat er een
nieuwe zaak in mede-eigendom (aandeel in de nieuwe zaak): art. 5:15
BW jo. 5:14 lid 2 BW
■ HR 14 augustus 2015 (Glencore/Nationale Borg-Maatschappij)

HR 14 augustus 2015 (Glencore/Nationale Borg-Maatschappij)
Criteria van art. 5:15 BW jo. 5:14 lid 3 BW
R.o. 3.7.5:
“Indien sprake is van vermenging van twee of meer roerende zaken, dient de vraag of een
hoofdzaak kan worden aangewezen te worden beantwoord aan de hand van de criteria
van art. 5:14 lid 3 BW.

, Volgens die criteria kan een hoofdzaak worden aangewezen indien de waarde van één
van de zaken die van de andere aanmerkelijk overtreft of indien één van de zaken
volgens verkeersopvatting als hoofdzaak kan worden beschouwd. In een geval van
vermenging van gelijksoortige zaken geeft de verkeersopvatting geen bruikbaar
criterium, en is dus uitsluitend beslissend of één van de zaken de andere aanmerkelijk in
waarde overtreft. Mede gelet op de mogelijke rechtsgevolgen – verlies van recht, zie
hiervoor in 3.7.4, tweede zin – dient niet spoedig te worden aangenomen dat het
waardeverschil tussen de zaken ‘aanmerkelijk’ is.”

Zaaksvorming
Roerende zaken

Zaaksvorming (art. 5:16 BW)
● menselijk handelen: “iemand vormt” (art. 5:16 lid 1 BW) - er moet scheppende
arbeid zijn
● er ontstaat een nieuwe roerende zaak (uit één of meer andere roerende zaken)
○ oorspronkelijke roerende zaak/zaken bestaat c.q. bestaan niet meer
○ of er sprake is van een nieuwe roerende zaak hangt af van de
verkeersopvattingen (arresten HR Kuikenbroederij & HR Love Love)

Zaaksvorming: HR 24 maart 1995 (Kuikenbroederij)
● kuiken ondergaat door het ei te verlaten een zodanige gedaanteverwisseling,
dat er naar verkeersopvattingen een zaak met nieuwe identiteit ontstaat.
Eigendomsvoorbehoud op eieren vervalt
● kuikens uitgebroed via een kunstmatig proces in een broederij: de uitgebroede
eieren kunnen naar verkeersopvatting ook niet als natuurlijke vruchten van de
kippen worden aangemerkt (art. 5:1 lid 3 BW niet van toepassing)
● = zaaksvorming voor zichzelf

Zaaksvorming? Schip in aanbouw
HR 14 februari 1992 (Love Love)
● art. 8:1 lid 6 BW: “(...) wordt onder een schip mede verstaan een schip in
aanbouw.”
● “Uit het wettelijke stelsel met betrekking tot schepen (...) volgt dat het casco
van een schip, als schip in aanbouw, reeds moet worden aangemerkt als een
schip en dat de identiteit van dit schip niet verandert doordat het wordt
afgebouwd en wordt voorzien van voortbewegingswerktuigen en navigatie-
apparatuur.”
● dus: in casu was er géén sprake van zaaksvorming, maar van een hoofdzaak
(casco) met bestanddelen (voortbewegingswerktuigen en navigatie-
apparatuur)

Zaaksvorming: wie wordt eigenaar?
● hoofdregel: eigenaar(s) van de oorspronkelijke zaak/zaken (art. 5:16 lid 1 BW)
○ oorspronkelijke zaken eigendom van één eigenaar, nieuwe zaak ook
○ oorspronkelijke zaken eigendom van meerdere eigenaars, art. 5:14 leden 1
en 2 BW
● uitzondering: zaaksvorming voor zichzelf (art. 5:16 lid 2 BW)
○ degene die de zaak voor zichzelf vormt of (via een
derde/opdrachtnemer) doet vormen, wordt eigenaar
○ ook als hij dat doet met andermans zaken
○ kan niet als de kosten van vorming te gering zijn
○ wanneer is er sprake van ‘vormen’ of van ‘doen vormen’ voor zichzelf?
HR Breda/St. Antonius – zie de volgende slide

HR 15 oktober 1990 (Breda/St. Antonius)
● wordt opdrachtgever uit door hem beschikbaar gesteld materiaal eigenaar van de
zaak omdat hij ‘doet vormen voor zichzelf’?
● HR: hangt af van hetgeen uit de rechtsverhouding van partijen voortvloeit in
het licht van de daarop betrekking hebbende verkeersopvattingen
● bij industriële fabricage is o.a. van belang:
○ vervaardiging conform gedetailleerde beschrijving: beslissende invloed
op wijze van productie en op de vorm van het eindproduct
○ risico ter zake van bruikbaarheid, verhandelbaarheid of winstgevendheid

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pupstraver. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 60904 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen