Burgerlijk procesrecht en insolventierecht - Rechtsgeleerdheid
Week 1A: infrastructuur, bevoegdheid van de rechter en procesbeginselen
Wat is burgerlijk procesrecht?
Het burgerlijk procesrecht biedt regels voor:
- De gedingvoering voor de burgerlijke rechter
- De tenuitvoerlegging van de
uitspraken Doelen van het burgerlijk
procesrecht zijn:
- Vaststelling en realisering van materiële rechten van burgers jegens elkaar
o Vaststelling: regels voorafgaande en tijdens procedure
o Realisering: regels van executie en tenuitvoerlegging
- Eigenrichting tegengaan
= zelf recht in eigen handen
nemen Twee soorten
jurisdictie/rechtspraak:
- Contentieuze jurisdictie/eigenlijke rechtspraak: berechting van geschillen
- Voluntaire jurisdictie/oneigenlijke rechtspraak: geen sprake van een geschil, maar er
is tussenkomst van de rechter nodig
Voorbeeld: echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek. Er is geen sprake van een geschil,
maar er moet een rechtsverhouding worden gewijzigd. Ondanks dat partijen het met
elkaar eens zijn, moet de rechter hierover beslissen.
Bronnen van het Nederlands burgerlijk procesrecht
Wetten, zoals:
- Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO)
> is formeel privaatrecht
Burgerlijk Wetboek = materieel privaatrecht
- Overige wetten: Faillissementswet, Advocatenwet, Wet op
rechtsbijstand, Gerechtsdeurwaarderswet, etc.
Procesreglementen: rechtersrecht (rechtspraak.nl). Dit doen rechters zodat ze regels van wetten
praktisch hebben uitgewerkt in reglementen. Er bestaan reglementen voor civiele procedures, zoals
arbeidszaken of familiezaken.
Rechtspraak:
- Hoge Raad
- Feitenrechtspraak (rechtbanken en hoven)
Spoedwet KEI
KEI = Kwaliteit En Innovatie, en is ook een Nederlandse bron van het burgerlijk procesrecht.
De KEI heeft twee doelen:
- Digitaliseren (tot op heden nog niet gelukt zoals bedoeld)
- Nieuwe regels van burgerlijk procesrecht vaststellen, waaronder:
o 2016: KEI (Stb. 2016, 288-294), m.b.t. de versnelling, vereenvoudiging
en digitalisering
, o 1 maart 2017: De Hoge Raad stelt invoering van nieuw procesrecht en digitalisering
o 1 september 2017
▪ Rechtbank GLD en MNE: invoering nieuw procesrecht en digitalisering
▪ Landelijk: invoering bepaalde bepalingen KEI
o 1 oktober 2019: spoedwet KEI
▪ Landelijk: invoering bepaalde bepalingen KEI
▪ Rechtbank GLD en MNE: weer conform landelijk procesrecht
Spoedwet KEI 2019 bepaalde een sterkere regierol van de rechter (rechter actief regie voeren in
procedure, door bijvoorbeeld stukken op te vragen) en meer mogelijkheden binnen de mondelinge
behandeling.
Internationale bronnen
Internationale regelingen, zoals:
- EVRM
- Brussel I-bis verordening
(EU) Internationale rechtspraak
- EHRM (Straatsburg; past EVRM toe)
- HvJ EU (Luxemburg)
Soorten civiele procedures
- Procedures voor de overheidsrechter
o Dagvaardingsprocedure
o Verzoekschriftprocedure
o Deelgeschilprocedure = wanneer partijen die in onderhandeling met elkaar zijn
over één onderdeel niet uitkomen. Dan leggen zij dat deel voor de rechter
- Procedures door de particuliere rechter (alternatieve vorm van rechtspraak)
o Arbitrage = scheidsgerecht spreekt recht
o Bindend advies
Voorbeelden: Geschillencommissies, KiFID
Mediation
= een alternatief voor rechtspraak (dus is geen rechtspraak)
Een mediator is een neutrale derde die partijen begeleid bij het vinden van een oplossing in
onderling overleg. De mediator kan geen uitspraak doen, maar kan partijen slechts begeleiden bij het
zoeken van een door hen zelf gemaakte oplossing en door hen zelf gemaakte afspraken.
Belangrijke kenmerken van mediation:
- Vrijwillig (niet gedwongen)
- Vertrouwelijk > wat gezegd wordt tijdens mediation is tussen mediator en partijen. De
mediator kan ook gebruik maken van caucus. Dan praat de mediator met één van
beide partijen, wat heel vertrouwelijk is omdat de andere partij de feiten dan niet
hoort.
Opmars van mediation:
- Art. 818 lid 2 Rv: verwijzing door rechter
- Europese mediation-richtlijn
, - NL mediationwetgeving in de maak
Taken van de overheidsrechter
- Uitspraak doen
o Geschil beslechten (contentieuze jurisdictie) > de knoop doorhakken
o Voorziening geven (voluntaire jurisdictie)
Voorbeeld: echtscheiding uitspreken bij gezamenlijke echtscheidingsaanvraag
- Schikking beproeven (= ruimte voor onderhandelingen waaruit afspraken
voortvloeien) Daarmee wordt een uitspraak in het geschil vermeden
- Verwijzen naar mediation (familierecht en andere zaken) of hulpvormen (specifiek
voor familierecht)
Conflictoplossing: minder aandacht voor juridische aspecten, maar ook voor onderliggende belangen
Dagvaardingsprocedure in het kort
In de wet aangegeven als: ‘vorderen’, ‘vordert’, ‘vordering’, etc.
In beginsel gaat het bij de dagvaardingsprocedure om contentieuze jurisdictie, ofwel waar een geschil
wordt beslecht. Het gaat dan vaak om rechtsbetrekkingen die ter vrije bepalingen van partijen staan
(zaken waar partijen afspraken over kunnen maken). Partijen in de procedure zijn een eiser en een
gedaagde. Uit de procedure vloeit in eerste aanleg een vonnis voort, en in hoger beroep en cassatie
een arrest.
Verzoekschriftprocedure in het kort
In de wet aangegeven als: ‘verzoek’, ‘verzoekt’, ‘verzoeken’, etc.
Bij de verzoekschriftprocedure gaat het om zowel voluntaire als contentieuze zaken, zoals personen-
en familiezaken en arbeidszaken. Het gaat hier om rechtsbetrekkingen die niet ter vrije bepalingen
van partijen staan. Partijen kunne dus over bepaalde dingen niet zelf afspraken maken, zoals het
gezag van ouders over kinderen. Partijen in deze procedure zijn een verzoeker en een
belanghebbende/verweerder. Uit de procedure vloeit een beschikking voort (in eerste aanleg, hoger
beroep en cassatie).
Hoofdrolspelers van de civiele procedure
Partijen
Autonomie ligt bij de partijen. Dat wil zeggen dat er altijd een partij is die de procedure start. Er zijn
twee soorten partijen:
- Materiële partij: degene wie de zaak aangaat > subject van de rechtsbetrekking waarover
het geschil bestaat
- Formele partij: degene op wiens naam wordt geprocedeerd (eiser of gedaagde)
Deze vallen vaak samen, maar er zijn ook uitzonderingen wanneer partijen niet zelf mogen
procederen. Een voorbeeld is een minderjarige. Die kan zelf wel de materiële procespartij zijn, maar
niet de formele procespartij. Dat is dan een ouder/wettelijk vertegenwoordiger.
Een rechtspersoon of vennootschap kan ook aan het rechtsverkeer deelnemen als een natuurlijk
persoon. Een rechtspersoon kan echter niet zelf handelen (bijvoorbeeld bij mondelinge behandeling
voor de rechter verschijnen), maar dan vertegenwoordigt het bestuur de vennootschap (art. 2:130
en 2:240 BW). De vennootschap wordt dan gedagvaard, maar het bestuur treedt handelend op.
, Rechter
Rechterlijke indeling:
- Elf rechtbanken (eerste aanleg)
Amsterdam, Den Haag, Gelderland, Limburg, Midden-Nederland, Noord-Holland, Noord-
Nederland, Oost-Brabant, Overijssel, Rotterdam en Zeeland-West-Brabant.
Binnen één rechtbank kunnen meerdere locaties zijn.
- Vier gerechtshoven (appel-instantie)
Amsterdam, Arnhem-Leeuwarden (= twee locaties dus), Den Haag en ’s-Hertogenbosch.
- Hoge Raad (in cassatie)
Den Haag
Er is één hoge raad om de rechtseenheid te bewaken in Nederland
Bevoegdheid van de rechter
Voor internationale rechtsmacht geldt het volgende: Brussel I-bis-verordening (EU-niveau) en de
artikelen 1-14 Rv.
De absolute bevoegdheid bepaalt het soort gerecht dat bevoegd is.
In eerste aanleg is de rechtbank bevoegd (art. 42 RO). De rechtbank behandelt in beginsel
eenvoudige rechtspraak (art. 15 Rv). Soms is er wel sprake van een meervoudige kamer als er voor
beide partijen veel te zeggen is, bijvoorbeeld als er kinderen in het geding zijn.
De rechtbank kent twee kamers:
- Kamer voor kantonzaken (art. 93-98 Rv en 47
RO) Dit gaan om de volgende zaken:
o Vorderingen tot 25.000 euro; of
o Aardvorderingen, zoals arbeidszaken en huurzaken)
> ongeacht hoogte vorderingen
- Kamer voor niet-kantonzaken: alle overige civiele
zaken Verkeerde kamer? Dan verwijzing naar de goede (art. 71
Rv)
In hoger beroep is het gerechtshof absoluut bevoegd (art. 60 RO). Dit is in beginsel meervoudige
rechtspraak door drie raadsheren (art. 16 Rv). Cassatie geschiedt bij de Hoge Raad (art. 78-80 RO)
en is ook meervoudige rechtspraak, door in beginsel vijf raadsheren (art. 17 Rv).
Als er een verkeerd gerecht aanhangig wordt gemaakt, moet de rechter ambtshalve een
onbevoegdheidsverklaring uitspreken en de zaak verwijzen naar het juiste gerecht (art. 72-73 Rv).
De relatieve bevoegdheid heeft betrekking op de plaats (geografisch gezien). Hier wordt een
onderscheid gemaakt tussen de twee verschillende procedures:
- Dagvaardingsprocedure (art. 99-110 Rv)
o Hoofdregel: woonplaats gedaagde (art. 99 Rv)
o Alternatieve bevoegdheid (art. 100-107 Rv)
Keuze tussen meerdere plaatsen o.g.v. de wet, zoals bij arbeidszaken
o Exclusieve bevoegdheid (art. 103 en 108 Rv)
De wet wijst exclusief een bepaalde rechter aan, zoals bij huurzaken
o Vangnet (art. 109 Rv): de woonplaats van de eiser of Den Haag