College aantekeningen Notariële
Wetgeving
Hoorcollege 1: Akten
Authentieke akte
Drie aspecten; verplicht voorschrift (vgl. art. 3:39), bewijsrecht en afgeven grosse (art. 50 Wna).
Voldoe je niet aan het verplichte vormvoorschrift, dan is de akten nietig. De authentieke akte heeft
een sterkere bewijskracht dan een onderhandse akte.
Art. 156 lid 2 Rv;
De authentieke akte staat in Rv. Het is een akte in vereiste vorm, bevoegdelijk opgemaakt door de
ambtenaar aan wie dit bij of krachtens wet is opgedragen. Een akte is een ondertekend en
gedateerd bestempeld geschrift om tot bewijs te dienen. Dit is nooit digitaal, dat is alleen een
onderhandse akte. Wanneer is een notaris niet bevoegd; wanneer hij de waarnemer aan een ander
heeft gegeven. Een notaris die geschorst is, is niet bevoegd. De notaris is ambtenaar en ondernemer;
art. 1 lid 1 sub a Wna. Art. 2 lid 1 Wna; het ambt van de notaris houdt de bevoegdheid in om
authentieke akte te verlijden in de gevallen waarin de wet dit aan hem opdraagt of een partij zulks
van hem verlangt en andere in de aan hem opgedragen werkzaamheden te verrichten. De wet draagt
bijna nooit een de verplichting op; het zijn meestal partijen. Alleen bij opvolging draagt de wetgever
het maken van een akte op, waarin het protocol van de andere notaris wordt overgenomen. Een
client kan ook vragen een akte op te maken, waar dit vormvoorschrift niet voor geldt, ook dan is de
notaris bevoegd dit te doen. Art. 2 lid 1 is eigenlijk te ruim; het klopt niet helemaal. De bevoegdheid
van de notaris is namelijk niet onbeperkt. Hij mag bijvoorbeeld geen geboorteakte opstellen, deze
bevoegdheid ligt bij een andere bevoegdheid. De notaris heeft een soort restbevoegdheid; het mag
tenzij een andere ambtenaar de bevoegdheid heeft.
Verhouding tussen authentieke akte en notariële akte;
Iedere notariële akte is een authentieke akte, maar niet iedere authentieke akte is een notariële
akte.
Er behoort meer dan akten opstellen bij het ambt; andere in de wet aan hem opgedragen
werkzaamheden volgens art. 2 lid 1. Onder andere; het afgeven van afschriften van de notariële akte
(art. 49) en de legalisatie (art. 52 lid 2).
Art. 49 lid 3; het vergeleken afschrift. Ergens een afschrift van maken is aangeven dat het klopt met
het origineel. Dit is een stuk buiten zijn protocol, waar hij een afschrift van kan afgeven. Dit is dus een
volledige kopie met stempels etc.
Art. 52 lid 2; het ondertekenen van een akte is hiermee gecontroleerd. De notaris legaliseert en stelt
daarmee vast dat het getekend is door de juiste persoon. Dit geeft meer zekerheid. Dat dit geloofd
wordt door de wederpartij is omdat het stuk naar justitie kan die weer verklaart dat het de juiste
handtekening is.
De notaris doet meer; hij heeft wettelijke en buiten-wettelijke werkzaamheden. Bepaalde dingen
doet hij als ambtenaar en bepaalde dingen alleen als notaris; bijvoorbeeld het geven van advies. Ook
voor niet-wettelijke werkzaamheden geldt de Wna wel, ondanks de naam van de wet. De
ministerieplicht; in beginsel moet je je diensten verlenen. Dit geldt alleen voor de wettelijke
werkzaamheden. Je hoeft niet te adviseren als je niet wil. Legalisatie dien je wel te doen.
,Het apostille-verdrag; afspraak dat de griffier van de rechtbank bevoegd is te verklaren dat de
handtekening klopt.
De notaris wordt niet betaald door de staat; dit om een bepaalde luiheid te voorkomen en daarmee
marktwerking te versterken. Het ondernemerschap zorgt voor een hoger tempo, omdat dit leidt tot
meer inkomsten. Je bent dus ambtenaar, maar je krijgt geen ambtelijke beloning. Voor 1999 golden
voor bepaalde transacties vaste tarieven, hier moet je je aan houden. Deze vaste tarieven waren
gerelateerd aan de waarde van het overgedragen huis. Dit in verband met de stijging van de
huizenprijzen werkt maatschappelijk niet geaccepteerd.
Art. 54 heeft de mogelijkheid om bij AMvB als overheid iets te zeggen over de beloning van de
notaris; bijvoorbeeld het invoeren van maximumtarieven. Art. 56; de voorzitter van de kamer van
toezicht kan de notaris opdragen bepaalde werkzaamheden voor een lager tarief te regelen.
Als een notaris een ambtenaar is en een cliënt wil iets; is dit een civielrechtelijke of een
publiekrechtelijke rechtsverhouding? Art. 16 Wna; het verrichten van wettelijke werkzaamheden
berust op een overeenkomst tussen de notaris en de cliënt. Deze bepaling maakt het een
civielrechtelijke verhouding. Er kan dus op grond van het burgerlijke recht geprocedeerd worden. De
wetgever heeft het zo geformuleerd omdat er bij wettelijke werkzaamheden twijfel is, bij niet
wettelijke werkzaamheden is deze twijfel dus niet aanwezig. Het spreekt vanzelf dat die verhouding
op een privaatrechtelijke opdracht berust.
Is een notaris een bestuursorgaan in de zin van de Awb? ‘Ambt’ ziet op iedereen die krachtens de
wet met openbaar gezag bekleed is. Dit is opgelost; art. 16a. Veel bepalingen zijn niet van toepassing
op de wettelijke werkzaamheden. Art. 16 stelt dat de Awb op de notaris praktisch niet van toepassing
is.
De notariële akte;
Onderscheid dat de wet maakt tussen partijakte en procesverbaalakten.
- Partij-akte: art. 37 lid 1 Wna
Partij-akten bevatten waarnemingen van de notaris, verklaringen van partijen en eventueel
bevestiging daarvan door getuigen. De kern van de partij-akte zit in de verklaringen. Partijen
verklaarden dat iets geleverd wordt of dat een uiterste wil op en bepaalde manier moet
luiden. Beide partijen tekenen.
- Proces-verbaal akte: art. 37 lid 1 Wna
Proces-verbaal akten bevatten slechts waarnemingen van de notaris en eventueel
bevestigingen daarvan door getuigen. Hier komt geen partij aan te pas, de notaris neemt iets
waar en schrijft dit op. Dit kan bijvoorbeeld bij de veiling, AV etc. Alleen de notaris tekent.
Derde categorie: notariële verklaringen; bijv. verklaring van erfrecht, registerverklaringen etc. Dit is
geen proces-verbaal akte. Het feit wie er erfgenamen zijn is geen waarneming van de notaris, het is
een redenatie van de notaris. Dit is meer dan een waarneming; een juridisch oordeel. Hetzelfde geldt
voor een verklaring van verjaring. Dit is geen waarneming, maar een juridisch oordeel.
- De minuutakte; art. 1 lid 1 sub d. Dit is het originele exemplaar van de notariële akte, art. 38
lid 1: de minuten moet de notaris bewaren in zijn protocol. Art. 12 lid 3; dit protocol moet op
een veilige plaats bewaard worden.
- Het afschrift/ grosse; dit doet mee in het rechtsverkeer. De wet geeft geen definitie, maar
noemt dit wel in art. 49 Wna.
- Originali-akte. Er is 1 uitzondering in art. 38 lid 2 Wna; 1 geval waarin de notaris het originele
exemplaar mag meegeven aan de cliënt (de originali-akte). Dit geldt voor de notariële
volmacht. De notaris dient dan het afschrift in zijn protocol op te nemen. Dit heeft te maken
met landen om ons heen. Men was bang als je in de VS aan de slag wil met een volmacht, dat
, zij het origineel willen. Dit heeft dus te maken met een ander rechtssysteem, waar zij de
notaris als zodanig niet kennen.
- Uittreksel is een soort afschrift van een gedeelte van de akte. Dit wordt vooral gebruikt in het
erfrecht.
- Grosse is een executoriale titel; art. 50 Wna. Het is een afschrift, alleen er staat boven ‘in
naam des konings’.
‘in de vereiste vorm’ ex art. 156 lid 2
Vanaf art. 40 e.v. Wna staan veel vormvoorschriften. Je moet bijvoorbeeld aflijnen, je mag geen
afkortingen gebruiken, de akte dient de naam, plaats en tijd te bepalen. Hier staat dus een sanctie;
als je niet alle voornamen van de cliënt hebt gemeld, dan valt dit er niet onder. Je ziet een
voorschrift. Schending van de sommige voorschriften, het missen van authenticiteit, geldt niet voor
alle schendingen. De sanctie geldt in het tuchtrecht. Art. 40 lid 4 Wna noemt twee sancties; hij mist
authenticiteit en je voldoet niet aan de vormvoorschriften. De authenticiteit doelt op de
bewijskracht. Het voldoen aan de vormvoorschriften ziet op het civielrechtelijke gevolg; er is geen
rechtshandeling verricht. Indien er geen sprake is van een verplicht vormvoorschrift, dan is er
civielrechtelijk niets aan de hand.
Art. 43 lid 2 Wna: getuigen zijn bij geen enkele akte meer verplicht. Als je een getuige hebt, dan moet
je de volledige tekst voorlezen van de akte. Hier geldt ook de sanctie van het verliezen van
authenticiteit.
Art. 39 lid 1 Wna: de notaris moet de identiteit vast stellen aan de hand van een geldig
identiteitsbewijs. De sanctie (lid 5): sommige elementen leiden tot het verlies van authenticiteit,
andere niet. Het niet controleren leidt niet tot verlies van authenticiteit, dit om het mogelijk te
maken in uitzonderlijke situaties (op het sterfbed) alsnog een akte op te maken.
Waarnemingen van de notaris hebben in principe dwingend bewijskracht, tenzij het tegendeel wordt
bewezen.
Art. 42 Wna de taal van de akte; in de regel in het Nederlands, of een andere taal mits de notaris
deze taal beheerst. Aktes van levering moeten wel een officiële vertaling aangehecht krijgen.
Rechtspersonen moeten in beginsel in de Nederlandse taal worden opgericht. Hier gelden
uitzonderingen voor; vereniging of stichting die zijn zetel in Friesland heeft, die mag in het Fries
worden opgemaakt.
Art. 45 lid 1 en 2 Wna de mogelijkheid om bepaalde correcties aan te brengen;
- Lid 1 renvoi: correctie voor het getekend wordt kan je de feit handmatig verbeteren.
- Lid 2 rectificatie: correctie, van een kennelijke vergissing, na het tekenen van de akte met
een proces-verbaalakte. Partijen hoeven niet mee te tekenen, de notaris kan dit zelf doen
voor zover het gaat om kennelijke fouten.
Nummer 46: doorhaling van de hypotheek.
HR ‘Heden 26 april verscheen voor mij’: hier is geen datum vermeld, HR: dit geval valt
onder de kennelijke misslagen. Dit kan verbeterd worden door een proces-verbaal.
Als het te veel verschilt, de akte krijgt een andere inhoud, dan kan de akte aangepast worden met
een partij-akte.
, Hoorcollege 2:
De rechtszekerheid
De notaris heeft een zekere zorgplicht. De notaris moet in het algemeen dragen voor cliënten en een
aantal derden; belangen van personen die niet bij het passeren aanwezig zijn maar waarde notaris
wel op moet letten. Voorbeeld: bij de koop van een woning is een leveringsakte vereist, de notaris
moet dan van tevoren de registers controleren. Dit is de zorgplicht van de notaris. De exacte
handelingen zijn niet vastgelegd in de wet. Art. 17 lid 1 Wna; de notaris oefent zijn ambt in
onafhankelijkheid uit. Dit is het onafhankelijkheidsbeginsel. Hij moet ook de grootst mogelijke
zorgvuldigheid betrachten, zo volgt uit hetzelfde artikel. Daarnaast kan art. 7:401 een grondslag zijn,
de notaris werkt altijd in een overeenkomst van opdracht. De werkzaamheden die een notaris
verricht zijn gebaseerd op een overeenkomst van opdracht. Hierdoor gelden ook de bijzondere regels
van boek 7. Dit bevat ook een zorgplicht. Sinds de jaren 90 heeft de HR veel arresten gelezen. De HR
heeft een lijn ingezet die elke keer verdiept. De omvang en reikwijdte is nader bepaald in de
jurisprudentie.
HR Credit Lyonnais I; nr. 12
Het gaat om een meneer die vijf horecaondernemingen wil overdragen aan koper. Koper betaalt niet
in euro’s, maar hij neemt een aantal schulden van de verkoper over. Het oude BW wil voor
schuldovername toestemming hebben van de schuldeiser; in casu de bank. Dit is nu art. 6:155 BW.
De notaris wordt verzocht dit te regelen. De notaris krijgt een procuratiehouder aan de lijn, meneer
Beekhuis, die toestemming geeft namens de bank voor de schuldovername. Dit wordt telefonisch
gedaan. Het is niet schriftelijk. Vervolgens belt de KANO met de KvK om te kijken of Beekhuis wel
echt bevoegd is. De KvK geeft telefonisch aan dat Beekhuis bevoegd is. De notaris maakt de akten op
en passeert de leveringsakte. Achteraf blijkt dat Beekhuis heeft gelogen, hij is niet bevoegd, en de
KvK heeft ook foutieve informatie verstrekt. De bank weigert toestemming voor de schuldovername.
Probleem: verkoper wil niet betalen en koper kan niet betalen want de toestemming is niet gegeven.
Vraag: wat nu? De bank spreekt de notaris aan. HR r.o. 3.3.: ‘op de notaris die een akte verlijdt,
waarbij namens een partij wordt opgetreden door een vertegenwoordiger, rust de verplichting zich
zo volledig en nauwkeurig mogelijk ervan te vergewissen dat die vertegenwoordiger bevoegd is i tot
het namens de vertegenwoordigde verrichten van de in die akte opgenomen rechtshandelingen.’
Oftewel: heb je te maken met vertegenwoordiging, dan moet de notaris checken of de
vertegenwoordigende partij bevoegd is. Wanneer is dit genoeg? De HR geeft een algemene
overweging: de verplichting vloeit voort uit de op de notaris rustende zwaarwegende zorgplicht ter
zake van hetgeen nodig is voor het intreden van de rechtsgevolgen welke zijn beoogd met de in die
akte opgenomen rechtshandeling.’ Dit is dus een hele brede zorgplicht. De notaris moet dus niet
alleen de vertegenwoordigingsbevoegdheid controleren, hij moet er alles aan doen dat de
rechtshandelingen die partijen willen bewerkstelligen, dat ook die tot stand komen. Dat betekent dat
de notaris dus ook op grond van deze rechtsoverweging moet kijken of er sprake is van faillissement
etc. Hier komen alle rechercheplichten van de notaris vandaan. Deze vloeien voort uit de algemene,
zwaarwegende zorgplicht.
De zorgplicht staat dus in de wet, maar is nader ingevuld door de jurisprudentie
HR Meijer en Thesing Vastgoed-BV; nr. 7
De HR heeft hier wel een zekere grens aan gesteld in het Meijer en Thesing Vastgoed-BV-arrest (nr.
7). De HR stelt in dit arrest dat ‘deze verplichting om zich van alles op de hoogte te stellen en partijen
daarover te informeren eindigt echter wanneer de notaris op goede gronden mag aannemen dat
een partij zichzelf reeds op de hoogte heeft gebracht of dat deze voldoende inzicht heeft in wat
vereist is voor het intreden van het beoogd rechtsgevolg.’ De verplichting eindigt dus wanneer de
notaris mag aannemen dat partijen zichzelf goed op de hoogte hebben gebracht of partijen hebben
voldoende kennis wat er nodig is voor het intreden van het gevolg.