In het document staan samenvattingen inc begrippen van teksten uit het basisboek en het leerboek. Er staan ingevulde opdrachten in vanuit het werkboek met figuren met uitleg.
Leerdoelen leerboek
Hoe draagt een gletsjer mee bij de afbraak en de opbouw van het landschap.
Een gletsjer neemt gesteente, zand enzv mee: erosie. Dat komt terecht in een
eindmorene. Hoe draagt een gletsjer bij aan de opbouw van het landschap = in het
firnbekken stapelt de sneeuw zich op. Hoe draagt een gletsjer bij aan de afbraak van
het landschap = de gletsjer schuift door het dal naar beneden met enorme kracht,
erosie
Wat zijn kenmerken van de bovenloop van de Rijn?
Water van de Paradies-gletsjer, gemengde rivier van smelt- en regenwater, de Rijn
snijdt zich door erosie in het landschap. Het snelle stromen zorgt ervoor dat er een
diep V-vormig dal uitgesleten wordt.
Hoe is de waterval van Schaffhausen ontstaan?
Gevolg van erosie. Ontstaan op plek waar hard gesteente overgaat in zacht
gesteente. Zacht gesteente slijt weg en hard gesteente blijft. Zo ontstaat er op een
gegeven moment een overhangende rots waar het water over de rand naar beneden
stort.
Leerdoelen werkboek
Gletsjerpoort
De plek waar het smeltwater van een gletsjer uit de gletsjer stroomt
Eindmorene
Verpulverd materiaal dat een gletsjer voor zich heeft geschoven en dat na het
afsmelten van een gletsjer is blijven liggen
Zijmorene
Gletsjerpuin aan de zijkant van een gletsjer
Gletsjer
Enorme ijsmassa die langzaam naar beneden schuift.
Gletsjerrivier
Rivier die smeltwater van een gletsjer afvoert
Bovenin bij meeste sneeuw: firnbekken
In het algemeen: gletsjer
Helemaal onderin: gletsjerpoort
Zijkanten: zijmorenen
A = hard gesteente
B = zacht gesteente
Leerdoelen basisboek
B118 IJstijden
Een koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen, heet een
ijstijd/glaciaal. Sneeuw opgehoopt en samengedrukt is ijs, zo ontstaat een gletsjer.
Tussen ijstijden in zijn er periodes waar het weer warmer wordt: interglacialen.
Groenland en Antarctica zijn overblijfselen van de laatste ijstijd.
B119 Gletsjers
Een verzamelbekken van sneeuw, hoog in de bergen heet een firnbekken. Firn is
korrelige sneeuw. In de firnbekken stapelt de sneeuw zich elk jaar op, door het
gewicht wordt het samengedrukt tot ijs. Is het bekken vol, dan glijdt de ijstong
richting het dal. Een firnbekken die naar het dal glijdt heet een gletsjer. Dit kan
kilometers lang worden. Op een gegeven moment lijkt de gletsjer niet lager te
komen, maar dat komt door het smelten en dat het daar te warm is. Er ontstaat dan
smeltwater wat een gletsjerrivier wordt.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper StudyMootje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.