Grondrechten - Rechtsgeleerdheid
Week 1 – Grondrechtenbescherming en de nationale rechtsorde
Filmpje 1: begrip grondrechten en gelaagde rechtsorde
Grondrechten zijn overal. Bijvoorbeeld:
- Recht om te demonstreren
- Recht op vrijheid van meningsuiting
- Recht om te leven: positieve kant
- Recht om niet te leven: negatieve kant
- Recht op privacy
- Lichamelijke integriteit
- Vrijheid van godsdienst
Elementen van grondrechten: Het komt iemand toe | Je hebt er een aanspraak op | Het geldt
tegenover een ander | Het berust op een juridische bron | Het valt af te dwingen bij de
rechter. Grondrechten: A heeft een aanspraak (recht) op X jegens B berustend op Y af te
dwingen voor C. Het begrip grondrechten in deze cursus: rechten in de Grondwet en verdragen.
Grondrechten komen niet aan iedereen toe. Bijvoorbeeld:
- Artikel 1 Grondwet: Allen die zich in Nederland bevinden… > Dus alleen als je in Nederland
woont.
- Artikel 3 Grondwet: Alle Nederlands … > Dus alleen de dragers van het Nederlands
burgerschap.
- Artikel 12 EVRM: Mannen en vrouwen van huwbare leeftijd … > Dus alleen mannen en
vrouwen van huwbare leeftijd.
- Artikel 10 lid 3 IVBPR: Jeugdige overtreders …
- Artikel 12 lid 2 IVBPR: Een ieder …
- Artikel 13 IVBPR: Een vreemdeling …
Drager van grondrechten
Een individu is in de basis drager van grondrechten, maar niet altijd ieder individu en bepaalde
categorieën personen zijn uitgezonderd. Daarnaast zijn er ook andere grondrechtendragers, zoals
groepen personen of privaatrechtelijke rechtspersonen.
Fotograaf hing camera’s op die reageerden op beweging. Een aap (Naruto) maakte op die manier per
ongeluk een selfie van zichzelf. De fotograaf verdiende veel geld met deze foto.
Dierenrechtenorganisaties zeiden dat het geld juist aan het dier moest toekomen.
- Uitkomst: een dier heeft geen grondrechten, zoals een mens.
- Dieren zijn echter wel meer dan alleen zaken en verdienen daarom ook meer
juridische bescherming.
- Art. 13 VWEU: ‘dieren als wezens met gevoel’
Waarom heeft een dier geen grondrechten?
- Een burger heeft plichten, want die kun je ergens op aanspreken. Daarom heeft een
burger ook rechten.
- Een dier heeft geen plichten, want die kun je nergens op aanspreken. Daarom heeft een
dier geen rechten.
,Een grondrecht is een aanspraak op iets
- Drie generaties grondrechten: klassieke grondrechten, sociale rechten, solidary rights.
Eerste generatie grondrechten: klassieke grondrechten
- Soms ook vrijheidsrechten, afweerrechten, burgerrechten genoemd.
- Oudste soort grondrechten
- Functie: typisch in te roepen tegen de overheid, de overheid moet van deze rechten
afblijven, ofwel een negatieve verplichting.
- Klassieke grondrechten staan in het EVRM, IVBPR en vooral art. 1-18
Grondwet. Tweede generatie grondrechten: sociale grondrechten
- Soms ook socio-economische rechten genoemd
- Tweede oudste soort grondrechten
- Functie: overheidsoptreden verlang, opdracht aan de overheid, ofwel een
positieve verplichting.
- Sociale grondrechten staan in het ESH, IVESCR en vooral art. 19-23
Grondwet. Derde generatie grondrechten: ‘solidarity rights’
- Soms ook groepsrechten genoemd.
- Jongste soort grondrechten
- Veelal gericht op groepen en de toekomst
- Zelfbeschikkingsrecht volkeren, recht op ontwikkeling, recht op cultuur en
identiteit (inheemse) volkeren.
Het onderscheid tussen de eerste twee generaties grondrechten is niet waterdicht: verplichting tot
enerzijds ‘handelen’ en anderzijds ‘afblijven’.
In deze cursus ligt de nadruk op de klassieke en de sociale rechten. De verschillen tussen deze twee
soorten moet genuanceerd worden.
- Er bestaat ook overheidsoptreden en klassieke grondrechten, niet
alleen overheidsonthouding
- Er bestaat ook verheidsonthouding bij sociale grondrechten, niet alleen overheidsoptreden.
Bij het onderscheid tussen negatieve en positieve verplichtingen gaat het erom wat grondrechten
van de overheid verlangen om rechten en vrijheden te realiseren.
Waar komen deze grondrechten historisch gezien vandaan?
- Oude Grieken: vrijheid voor sommigen / rol van de stadstaat
- Feodale middeleeuwen: scheiding van kerk/staat; gebrek aan gelijkheid (9e – 15e eeuw)
- Kerkhervorming: tolerantie van verschillende godsdiensten (16e – 17e eeuw)
- Verlichting: nadruk op reden en individu (17e – 18e eeuw)
- Vestiging van natiestaat: centralisering van de macht (19e – 20e eeuw)
- Opkomst van de burgerij: nadruk op eigendomsrecht en kiesrecht (19e – 20e eeuw)
- Democratische rechtstaat: omvattende bescherming van grondrechten (20e eeuw)
- Internationalisering van grondrechten: post-WWI
Grondslagen van grondrechten
- Menswaardigheid: grondrechten zijn aangeboren en inherent aan mens-zijn.
- Democratie en menswaardigheid vullen elkaar aan.
- Democratie (politieke meerderheid) kan de grondrechten echter ook schaden
- Minderheid legt zich neer bij meerderheid, meerderheid beschermt minderheid.
,Universaliteit van grondrechten kan op verschillende manieren gezien worden.
- Er zijn weinig echt universele grondrechten, dus die overal precies hetzelfde zijn.
Voorbeeld: ius cogens: folterverbod.
- Geleidelijk hogere eisen stellen aan grondrechtenbescherming (socio-economisch?)
- Grondrechten positiveren (vastleggen/garanderen/afdwingen)
- Moeten rechten wel universeel zijn? Gelijikstelling van (niet-)confessioneel onderwijs.
Een grondrecht kun je afdwingen jegens een ander
- Verticale relaties: burger ten opzichte van de overheid (traditionele functie). Dit zijn
meer klassieke grondrechten.
- Horizontale relaties: de ene burger moet de grondrechten van de andere burger
respecteren (moderne functie).
Een grondrecht berust op een juridische bron
- Nationale juridische bronnen:
- De Grondwet (hoofdstuk 1 en art. 114)
- Nadere uitwerking van grondrechten in wetgeving, bijv. Algemene wet
gelijke behandeling.
- Europese Unie juridische bronnen:
- Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (2000, verbinden
2009) (EU-Handvest)/algemene beginselen van EU-recht.
- Internationale juridische bronnen
- Het EVRM
- Het IVBRP
- Het IVESCR
- Andere verdagen, waaronder die inzake de uitbanning van alle vormen van
discriminatie, de bescherming van de rechten van het kind resp. van
gehandicapten tegen foltering.
Een grondrecht moet afgedwongen kunnen worden
- De rechter kan de grondrechten beschermen. De rechter is hier zo belangrijk, omdat
de rechter de spil van rechtsbescherming binnen de rechtsstaat vormt.
- Rechterlijke controle – van de uitvoerende macht/bestuur en de wetgevende macht
– is een kernbeginsel van de democratische rechtsstaat.
- In welke gevallen kan de rechter een grondrecht beschermen?
- De rechter zal eerst kijken naar de interpretatie en reikwijdte (ofwel
toepasselijkheid) van een grondrecht.
- De rechter zal dan kijken of er een inmenging (ofwel beperking) was met
de reikwijdte in een bepaald geval.
- Opgelet: een beperking/inmenging is niet vanzelf een inbreuk op of een
schending van een grondrecht. Sommige grondrechten laten namelijk een
inmenging toe onder bepaalde omstandigheden. Andere grondrechten laten
nooit een inmenging met de reikwijdte toe (hoorcollege 4)
Voorbeeld: Zusters van St. Walburga
- Een seksclub zei een kloosterorde te zijn om invallen van de politie te voorkomen. In dit
geval viel hun opvatting van het begrip ‘godsdienst’ niet binnen de reikwijdte van dit begrip
in het grondrecht.
Voorbeeld: Pastafarisme
- Mevrouw wilde een vergiet op haar pasfoto dragen, omdat zij het pastafarisme aanhing.
De Hoge Raad zei dat dit niet toegestaan was, want de Hoge Raad vond dat het
pastafarisme geen echte godsdienst was, maar een parodie.
, Rechters die grondrechten kunnen beschermen (bindende uitspraken)?
- Nationale rechter beschermt de volgende rechten:
- Nationaal recht: Grondwet, wetgeving
- Internationaal recht: bv. EVRM en IVBPR
- EU-recht: nationale rechter moet of kan HvJEU een prejudiciële vraag stellen (art.
267 VWEU).
- Internationale rechter: voornamelijk het EHRM op grond van art. 34 en 35 EVRM.
- Het EHRM past alleen de grondrechten in het EVRM toe.
- De EU-rechter: het Hof van Justitie van de EU (HvJEU)
- Deze rechter past alleen EU-grondrechten toe.
Je begint altijd bij de nationale rechter.
Niet-rechterlijke instanties die grondrechten kunnen beschermen (niet-bindende uitspraken):
- Nationale beklagmogelijkheden:
- College voor de rechten van de mens: het college beschermt, bewaakt, belicht en
bevordert de mensenrechten in Nederland door onderzoek, advies, voorlichting
en het individueel oordeel in het geval van discriminatie.
- Internationale beklagmogelijkheden:
- Bijvoorbeeld het Europees Comité voor Sociale Rechten m.b.t. het Europees
Sociaal Handvest (dit is een Raad van Europa verdrag, niet een EU-verdrag).
- Zie ESCR 27 oktober 2009 (DCI/Nederland) (Nieuwenhuis paragraaf 4.5)
Grondrechten zijn als volgt van aard:
- Principieel: fundamentele kenmerken van de hele rechtsorde
- Constitutioneel: stellen condities voor rechtmatige uitoefening van publiek gezag
- Normatief: subjectieve rechten jegens de overheid, instructienormen voor de overheid
en rechtsbeginselen die doorwerken in de uitleg en toepassing van andere
rechtsnormen.
Omschrijving van grondrechten voor onze doeleinden:
- Fundamentele normen die de strekking hebben het individu persoonlijke vrijheid en een
menswaardig bestaan te verzekeren en die met name de handelingsvrijheid van de
overheid beperken.
In deze cursus kijken we naar grondrechten vanuit het perspectief van de burger. Dit perspectief
houdt de volgende (belangrijke!) vragen in bij een (vermoedelijke) schending van een grondrecht:
- Op welke rechter kan de burger een beroep doen?
- Welke rechtsbronnen kan de rechter in het geschil van de burger toepassen.
Filmpje 2: Grondrechten in de nationale rechtsorde
Nationale rechter vormt de spil van de grondrechtenbescherming in de gelaagde rechtsorde:
- Strafrechter
- Bestuursrechter
- Civiele rechter
De nationale rechtsbronnen:
- Statuut
- Grondwet
- Fundamentele rechtsbeginselen (ongeschreven)
- Wet- en regelgeving (bijv. Algemene wet gelijke behandeling