Financial Accounting -TiU
Boek H1
1.1 Organisatie en informatie
Organisatie = samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doen willen bereiken. 2 soorten:
- Commercieel: streven naar winst.
- Niet-commercieel: streven niet naar winst.
Rechtsvorm: het samenwerkingsverband in een organisatie wordt vastgelegd in een
rechtsvorm. Ofwel, een juridische vorm van de organisatie, dat aangeeft wie de eigenaar is en
wie verantwoordelijk is.
Om doelen van de organisatie te realiseren, moet iedere medewerker in de organisatie informatie
hebben om de taken uit te voeren.
Informatie = gegevens die de kennis van de ontvanger vergroten. Soorten:
- Beslissings-informatie (voorbeeld: nieuw filiaal openen is info verkrijgen over stad, kosten, etc.)
- Verantwoordingsinformatie (voorbeeld: balans, omzet)
- Feedbackinformatie (voorbeeld: werkelijke omzet vergelijken met begroting)
1.2 Informatie en communicatie
Communiceren = het uitwisselen van informatie tussen een zender (geeft de info) en een ontvanger.
- Interne communicatie: vindt plaats tussen personen of afdelingen binnen een organisatie
- Externe communicatie: vindt plaats tussen afdelingen en personen in een organisatie met
de buitenwereld
1.4 Boekhouding en accountant
Het bijhouden van een boekhouding is een wettelijke verplichting voor een onderneming.
De boekhouding vormt een basis vanuit de financiële verslaggeving, bestaande uit:
- Interne verslaggeving: richt zich vooral op het verstrekken van informatie die van belang is voor
de beheersing van de bedrijfsprocessen (vb.: stuur-/beslissingsinformatie)
- Fiscale verslaggeving (wettelijke verplichting): o.a. het verstrekken van de fiscale jaarrekening
(=balans, winst-en-verliesrekening + toelichting), de loonadministratie en (omzet)belasting. Hierbij
geldt bewaarplicht
- Externe verslaggeving: richt zich op het afleggen van verantwoording aan de stakeholders (=vb.
werknemers, schuldeisers, vakbonden en concurrenten). Publiceren van gegevens bij KvK of in
de media. Voor sommige ondernemingen is het wettelijk verplicht dat de financiële informatie
naar buiten wordt gebracht en gecontroleerd voor een accountant (=accountantscontrole)
De functies van een accountant zijn:
- Controlefunctie: verplicht voor (middel)grote ondernemingen. In een controleverklaring geeft
een accountant zijn oordeel over de resultaten en het vermogen om te kijken of deze getrouw
(=combi van betrouwbaar, aanvaardbaar, rechtmatig en toereikend) is van de werkelijkheid.
- Samenstellingsfunctie: verzamelen, verwerken, rubriceren en samenvatten van financiële
informatie tot een financieel overzicht. Een samenstellingsverklaring wordt afgegeven, zodat
het bekent is dat een deskundige de jaarrekening heeft opgesteld. In combi met gedeelte
controle wordt ook een beoordelingsverklaring afgegeven. Met volledige controle is
uiteindelijk ook een controleverklaring (prijs gaat omhoog per verklaring en vrijheid omlaag
door wetgeving)
,- Adviesfunctie: de accountant zoekt met een cliënt naar oplossingen voor bepaalde problemen.
Volgens wetgeving moet dit onafhankelijk en objectief zijn. Vandaar het beter is de
controlefunctie en adviesfunctie niet 1 dezelfde accountant te laten doen. Een accountant mag
alleen adviseren over: waar samenstelling jaarrekening, waar beoordeling jaarrekening, waar
controleren jaarrekening)
Boek H2
Sub-administratie crediteuren: aan wie moet ik nog
betalen Sub-administratie debiteuren: van wie krijg ik nog
geld
Inkoopwaarde van de omzet: bevat de inkoopwaarde van de geleverde goederen
Eenmanszaak: Een eenmanszaak is een onderneming die eigendom is van
één persoon. Dit kan soms betekenen in een kleine eenmanszaak dat die
ene persoon ook de enige werknemer in de onderneming is. Maar
meestal werken er in een eenmanszaak naast de eigenaar nog één of
meerdere personeelsleden.
Matching principle: posten koppelen aan opbrengsten
passen ze goed bij elkaar?
- De baten en lasten van het boekjaar worden in de jaarrekening
opgenomen onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in
dat boekjaar hebben geleid
* kosten hangen samen met opbrengsten
* kosten zoveel mogelijk toerekenen aan perioden waaraan je
met die kosten behaald opbrengsten toerekent
(Uitgaven zijn niet altijd kosten!)
- Product matching: uitgaven die samenhangen met de omzet
worden als kosten geboekt in dezelfde periode waarin de omzet is geboekt! (vb. kosten?)
- Period matching: voor niet direct met de omzet samenhangende kosten geldt dat ze niet
meteen aan de omzet worden toegerekend
Realisatie principle: rekent opbrengsten toe aan de periode waarin verkoop & levering plaatsvindt
- Realisatie staat los van ontvangsten die vroeger of later kunnen zijn dan de levering
- Transacties worden als gerealiseerd beschouwd als de levering heeft plaats gevonden en
er voldoende mate van zekerheid is over de opbrengt
- Sales of goods: recognized when risks and rewards of ownership of goods are transferred to
the group’s customer
- Sales of services: the revenue relating to the service element is recognized over the service period
Balans
Vaste Activa (langer mee dan een jaar) > Gebouwen, Inventaris
Vlottende Activa (korter dan een jaar) > Voorraad, Debiteuren, Kas, Bank
EV > Eigen vermogen
Vreemd Vermogen Lang > Leningen langer dan een jaar
Vreemd Vermogen Kort > Crediteuren, nog te betalen bedragen, Bankkrediet
, Afschrijvingskosten van afschrijvingskosten (430) naar inventaris (002)
inventaris, afschrijving en afschrijving op
balans Hulprekening EV > winst en
verliesrekening
Zelftoets
- Saldo te vorderen bank = bezitting, geld wat op de bank staat
- Saldo te betalen bank = sta je rood, schuld op de bank
- Bij vraag vermelden debiteuren etc. hele tabel maken met alle bedragen onder elkaar en bijlage
1 bijv. noemen, naar deze bijlage terugverwijzen in balans
- Inventaris = alle bezittingen en alle schulden
- Wat laat de credit kant resp. debetzijde van de balans zien in relatie tot vermogen: de creditzijde
is hoeveel vermogen is verkregen, de debetzijde is hoeveel vermogen is aangewend
(geïnvesteerd)
Boek H3
Boekingsstuk > document waaruit blijkt dat er een financieel feit heeft plaatsgevonden
Hypothecaire lening > langlopende lening met een onroerende zaak als zekerheid (bijv. huis,
grond) Kasstuk > betalingen en ontvangasten vanuit de kas. Wanneer er op de bank kasgeld wordt
gestort, daalt de kas en stijgt het banksaldo
Memoriaalstukken > diverse-postenstukken. Vaak interne boekingen, zoals afschrijvingskosten of
privégebruik
Brutowinst: Verschil tussen de opbrengst en de inkoopprijs van verkochte goederen
Nettowinst: De toename van het eigen vermogen. Ook te berekenen met de brutowinst – alle kosten
Want kosten als loonkosten, huurkosten en overige kosten verminderen het Eigen Vermogen en dus
ook de brutowinst.
Boek H4
Grootboekrekening: Overzicht van de veranderingen van elke balanspost.
3 rekeningen:
- Rekening van bezit: debet-credit (activa)
- Rekening van schuld: opbrengst - schuld (schuld af links, schuld bij rechts)
- (Hulprekening) EV
Zelftoets
- Journaalposten opschrijven als tabel, alleen de kosten in debet of credit zetten, niet al de
nieuwe stand van de post
- Debet @ credit !
- Alle bezittingen zijn rekening van bezit, als bezit toeneemt is het debet, afnemen is credit
- Alle schulden zijn rekening van schuld, als schuld toeneemt is het credit, afnemen is debet
- Het Eigen Vermogen is rekening van Eigen vermogen, afnemen is debet, toenemen is credit