Fiscale Economie -TiU
Hoofdstuk 1
De geschiedenis van de belasting
De Romeinen
● Alle wegen leiden naar Rome
● Urinebelasting
● Iugum: vroege vorm draagkrachtbeginsel
○ Hoeveelheid land die een span ossen kon omploegen in een dag(deel),
rekening houdend met de kwaliteit van de grond.
● Macht van de overwinnaar: ze lieten veroverde gebieden belasting betalen
○ Voorbeeld Friezen
De Middeleeuwen
● Belastingheffing bij de armen → eerste levensbehoeften
● Zwaarste lasten op de zwakste schouders
Alva
● De Tiende Penning: soort omzetbelasting van 10% op de verkoop van roerende
zaken als voedsel en kleding.
● De Twintigste Penning: soort omzetbelasting van 5% op de verkoopprijs van
onroerende zaken als huizen.
● De Honderdste Penning: eenmalig aan de Spaanse koning af te dragen belasting
van 1% op alle roerende en onroerende zaken.
● Opstand tegen Tiende Penning: concurrentiepositie aangetast.
Gouden Eeuw
● Algemene belastingen bestonden uit licenten en convooien: een soort invoer- en
uitvoerrechten.
● Regionale en plaatselijke heffingen
● Naast accijns op eerste levensbehoeften, ook belasting gerelateerd aan de rijkdom
van burgers.
○ Bijvoorbeeld haardstedengeld/schoorsteengeld
● Aansprekersoproer tegen belasting op trouwen en begraven
Franse bezetting
● Centraal bestuur Nederland
● Code Napoleon → basis Grondwet
● Algemeen belastingstelsel van Gogel
○ Directe en indirecte belastingen
● Draagkracht gemeten aan de hand van zichtbare bezittingen
Duitse bezetting
● Besluit Inkomstenbelasting 1941: reële inkomen ook belast
,Hofstra’s belastingherziening in de jaren 60
● Anticumulatieregeling
Hoofdstuk 2
Doel van belastingen
● Dekking van overheidsuitgaven (budgettaire functie)
● Ordening samenleving: gedrag uitlokken/voorkomen (instrumentele functie)
○ Milieu
○ Kinderen
Principiële grens gebruik instrumentele maatregelen
Indien de wetgever met een instrumentele maatregel inbreuk maakt op het
gelijkheidsbeginsel en het draagkrachtbeginsel, moet aan de getroffen instrumentele
maatregel een afdoende rechtvaardiging ten grondslag liggen.
→ De overige belastingbetalers moeten op indirecte wijze ook profiteren van de
getroffen maatregelen (“degene die de offers brengen”).
Praktische grens gebruik instrumentele maatregelen: effectiviteit en doelmatigheid
De werking van instrumentele maatregelen wordt overschat:
● Gedrag van burgers is lastig te beïnvloeden
○ Maatschappij niet eenvoudig te sturen
● Effectiviteit en doelmatigheid moeilijk te toetsen
○ Ontbreekt aan data om effecten te meten
De inkomstenbelasting
De inkomstenbelasting is een draagkrachtheffing (Objectieve draagkracht)
Draagkrachtbeginsel: belasting betalen naar de grootte van je vermogen.
→ Een verhoging van de koopkracht manifesteert zich zonder differentiatie naar
herkomst.
Wat is inkomen?
Invulling is moeilijk: je kan er maatschappelijk, economisch en/of juridisch naar kijken.
Bij de inkomstenbelasting wordt een benadering gemaakt over de betekenis van inkomen.
→ Onderverdeling in boxenstelsel
● Inkomen uit werk en woning
● Inkomen uit aanmerkelijk belang
● Inkomen uit sparen en beleggen
→ Analytische inkomstenbelasting: boxen zijn onafhankelijk van elkaar (vanaf 2001)
● Een verlies/ negatief inkomen in box 1 is niet te verrekenen met een positief
inkomen in box 3.
, ● Persoonsgebonden aftrek over de boxen heen verrekend → kan niet
tot een verlies in box 1 leiden (dan naar box 3)
● Verlies uit aanmerkelijk belang → 25% belast over box 1-inkomen.
→ Synthetische inkomstenbelasting: boxen stapelen zich op (tot 2001)
Categorieën box 1
● Winst uit onderneming
● Loon
● Eigen woning
● Periodieke uitkeringen en verstrekkingen
● Overige werkzaamheden
→ In box 1 hebben we te maken met een progressief tarief.
→ Box 1 en 2 zijn veranderd naar 37,5%, waardoor we eigenlijk nog maar 2
boxen hebben.
→ 27,65% van box 1 is premies volksverzekeringen
Loonbelasting
● Salaris
● Inhoudingen aan de bron
● Geen dubbele heffing
Box 2 en 3
Inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2)
● Speciale heffing voor ‘groot’-aandeelhouders
● Tarief 26,25%
Inkomen uit sparen en beleggen (box 3)
● Forfaitair = veronderstelde situatie (niet werkelijk)
● Tarief 30%
● “De gemiddelde belastingdruk daalt naarmate het werkelijk ontvangen inkomen stijgt”
Persoonlijke omstandigheden: Subjectieve draagkracht
De Wet IB 2001 houdt rekening met persoonlijke omstandigheden door:
● Heffingskorting → deel van inkomen onbelast
hierdoor (“bestaansinkomen”)
● Persoonsgebonden aftrek → bijvoorbeeld alimentatie, scholingsuitgaven of
weekend- uitgaven voor gehandicapte kinderen.
Rangorderegeling
Om te voorkomen dat bepaalde inkomsten in meerdere boxen worden belast, is
er een rangorderegeling. Als een inkomens- of vermogensbestanddeel in meer
boxen zou kunnen worden belast, moet deze worden opgenomen in de eerst
aangewezen box → box 1 gaat voor box 2 en box 2 gaat voor box 3.
De allocatie van schulden vindt plaats aan de hand van de vraag waarvoor de
schuld is aangegaan. De schulden volgen in de Wet IB 2001 de bezittingen → valt
de bezitting in box 1, dan valt de schuld ook in box 1.
, Het gevaar is dat doordat er 3 boxen gehanteerd worden, mensen gaan boxshoppen.
Fiscaal partners
Wie zijn fiscaal partner?
Partners zijn in ieder geval (art. 5a AWR)
● Gehuwden/Geregistreerde partner (= gehuwd zonder jawoord te geven)
● Ongehuwd meerderjarig met notarieel samenlevingscontract en ingeschreven op
zelfde woonadres
● Echtgenoten; tenzij gescheiden van tafel en bed of niet meer woonachtig op
hetzelfde woonadres.
Art. 1.2 Wet IB 2001, zelfde adres en:
● Gezamenlijk kind
● Kind erkend
● Pensioenregeling
● Gezamenlijk woning als hoofdverblijf en eigendom
● Minderjarig kind van één van beiden woont in
● In voorafgaande jaar al partner
→ Zodra twee mensen op enig moment in een kalenderjaar als fiscaal partner
van elkaar worden aangemerkt, geldt het partnerschap tevens voor andere
perioden in het kalenderjaar waarin zij wel op hetzelfde woonadres in de BRP
staan ingeschreven, maar waarin zij niet meer aan de andere voorwaarden
voldoen.
Ieder persoon mag maar 1 fiscaal partner hebben. Dit kan ook tussen ouder en kind, indien
het kind ouder is dan 27 en beiden eigenaar zijn van de woning. Indien er sprake is van
meerdere fiscale partners, dan geldt de oudste verbintenis.
Draagkracht bij partners:
Hoofdregel: Heffing bij afzonderlijke partners
Uitzondering: Heffing bij partner volgens keuze (verdelingsrecht (2.17 Wet IB 2001))
Gemeenschappelijke inkomensbestanddelen bij verdelingsrecht:
● Eigen woning
● Aanmerkelijk belangaandelen (box 2)
● Privévermogen in box 3
Werking heffingskortingen
(Te betalen belasting box 1 + te betalen belasting box 2 + te betalen belasting box 3) -
Heffingskorting = Te betalen belasting
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper simonmartens01. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.