Communicatie en identiteit
Tentamens:
29 sept deeltentamen 1/3
27 okt deeltentamen 1/3
+ facultatieve opdrachten 1/3
Hoorcollege 1 (06/09)
Communiceren:
,Nationale identiteit
- Gedrag meer door situatie dan door persoonlijkheid
Het proces van communicatie
Coderen, zenden ->> Decoderen, ontvangen
Bedoelde boodschap boodschap zoals ontvangen
Verzenden, boodschap boodschap zoals begrepen
Feitelijke informatie ruis wordt wel begrepen, niet alles komt aan
Iedereen toegang tot gelijke informatie, maar niet alles wil men tot zich nemen
- Jargongebruik
- KISS principe Keep it Short and Simple
- Goede medium kiezen
- Controleren of boodschap is aangekomen
- willen leren, feedback vragen
- ruis reduceren (directe communicatie, gelegenheid voor vragen, juiste communicatie
structuur kiezen)
Elaboration likelihood, informatieverwerking, twee routes
Centrale of perifere route -> zonder context begrijpt men het niet (Nijntje)
,Centrale route zorgt dat mensen heel uitgebreid gaan verwerken, eigen gedachten erover
laten gaan, careful processing om te zorgen dat je het nooit meer vergeet
Perifere route als je beetje moe bent, al eens gehoord, gaat langs je heen, not careful
processing.
Voorbeeld: kruidvat, steeds verassend altijd voordelig, reclames gaan vaak langs je heen
maar het blijft hangen. Hamster albert heijn, reclames goed voorbeeld dat mensen het niet
careful processen, maar dat het wel invloed zal hebben.
- Maar als je echt wat wilt leren, moet je die hoge elaboratie wel doorvoeren.
- Boeren: die gaan niet nog careful processen, ze zijn tegen en ze gaan in protest, klaar
Boeren worden als gemeenschap benadeeld, dan ga je als groep een negatieve reactie uiten.
Controversiële zaken: wappies, asielhotels communicatie, etc
Nonverbale communicatie: ruimte, keuze van zitplaats beïnvloedt
communicatiemogelijkheden. Hoofd van tafel spreekt meer! Inrichting kantoorruimte,
grootte, verdieping, Mussolini en zijn bureau.
Welke fysieke, visuele, temporele aspecten zijn relevant in organisaties? Hoge of lage status
wordt gecommuniceerd in kleding, ruimte, tijd. In pak, groot kantoor in de hoek, corner
office. Tijd: Meer wachttijd bij hogere status, bepalen eindtijd van het gesprek
Informatieverwerking: ook vooral gericht op de manier waarop individuen informatie
verwerken. Psychologisch, uiterst cognitief, hersenprocessen. Cognitive miser, stereotypen,
besluitvorming. Voorbeeld, zwarte mensen in USA, mensen met dialect, heeft impact op
hun carrière, stereotypen beeld want mensen hebben daar een soort houding tegenover.
Dat heeft invloed op het gedrag en op de besluitvorming.
Cognitie, ook wel kenvermogen, is de mentale activiteit en het proces van kennisverwerving
door waarneming en het verwerken van de daarmee opgedane informatie door het denken.
Kenmerkend onderzoek communicatie in organisaties
- Effecten communicatie op attitudes (commitment, identiteit, organisatieverandering)
- Effecten communicatie op gedrag medewerkers (prestaties, effectiviteit, vertrek van
werknemer, Organizational Citizenship Behavior)
Sociale identiteitsbenadering
Sociale psychologie: invloed van omgeving op individu, de macht van de situatie
Macht van situatie is groter dan de macht van persoonlijkheid.
Effecten van persoonlijke dispositie op gedrag worden bepaald door
- kenmerken van de situatie
- gedrag van anderen
Psychologisch experiment
- kunstmatige situatie (taken, interactie mogelijkheden)
- manipulatie van een situatie
, - zogenaamd goede of slechte prestatie
- samenwerken met iemand van eigen groep of andere groep
- informatie afkomstig van eigen of andere groep
- onderhandelingen sterk restrictief (doelen)
Cruciaal: random toewijzing, op een toevallige basis worden mensen bij psychologisch
experiment toegewezen. Op basis van toeval aan situatie.
Grote voordeel: causaliteit (enige verschil tussen condities is de manipulatie)
Het enige verschil tussen condities is de manipulatie, is dus de enige serieuze verklaring. Een
effect komt niet door individuele verschillen of persoonlijkheid.
Belang van groepslidmaatschappen:
- oorsprong minimale groepen
Competitie om schaarse goederen is bron van conflict. Maar wat zijn de minimale
voorwaarden?
- De vermelding dat er twee groepen zijn om punten tussen te verdelen is genoeg.
Categorisatie: indeling in groepen op basis van een arbitrair criterium, het feit dat je je
categoriseert, of dat je gecategoriseerd wordt. Indeling is voldoende voor discriminatie
tussen groepen. Dus zelfs als:
- Er geen geschiedenis is
- geen interactie tussen personen is
- de ene groep niet beter dan de andere
- eigen belang niet mee speelt
achterliggende gedachte, kun je nagaan hoe dat bij echte, betekenisvolle groepen
gaat..
Ingroup favoritisme
Matrix puntenverdeling, mensen geven meer punten aan zichzelf, favoriseren van de
ingroup. Getallen leken random, maar mensen zullen meestal hun eigen groep voortrekken.
Niet eens zichzelf, maar aan andere mensen van de eigen groep meer punten geven.
Niet iedereen doet dit, er zijn ook best veel mensen die het gelijk geven want wat maakt het
nou uit? Resultaten gelden nooit voor iedereen, maar ingroup favoritisme in het algemeen
vaker. Outgroup favoritisme Je eigen groep achterstellen, de outgroup bevoordelen.