Moduletoets 3 Jaar 1 Verpleegkunde.
Samenvatting medische biologie, spijsvertering & stofwisseling + woordenboeken.
Belangrijke begrippen:
Gezondheidsgedrag: de leefstijl of het gedrag van patienten met een positieve of negatieve
invloed op de gezondheid
Paternalisme: bepalen wat wel of niet goed is voor iemand anders ( een ouder of wel een
parent spelen) het beperken van de vrijheid of autonomie van een persoon of groep in
naar wat wordt aangenomen in hun eigen bestwil.
Non-compliance: niet aan de afspraken/ aanbevelingen houden.
Therapietrouw: je aan de voorgeschreven therapie houden
Prospectieve verantwoordelijkheid: zorgvragers zijn verantwoordelijk voor hun eigen
acties en daarmee zijn ze ook verantwoordelijk voor de consequenties van de acties. Acties
kunnen worden beinvloed door de omgeving, daarom is het goed om met preventie hier ook
rekening mee te houden
( toekomstgerichte verantwoordelijkheid )
Gezondheidsmotieven: motieven die mensen aanspoort om gezond gedrag te tonen ( wat
je doet om gezond te blijven )
Gezondheidsbescherming: wet- en regelgeving waarmee schade aan de gezondheid van
mensen wordt voorkomen of beperkt, gaat samen met inspectie en controle
beschermt de bevolking tegen gezpndheidsbedreigende factoren
Gezondheidsbevordering: richt zich op leefstijl en het gedrag van mensen, maar heeft ook
een omgevingsgerichte benadering van gezondheid en ziekte.
Ziektepreventie: richt zich op het bevorderen van patientenparticipatie, shared- decision
making en ondersteunen van het zelfmanagement
Gezondheidsvoorlichting: het informeren en motiveren van mensen om zich gezonder te
gedragen. Ook zelfvetrouwen en vaardigheden promoten health education.
Health education: gezondheidsvoorlichting.
Protoprofessionalisering: de mate waarin een patient in staat is medisch en
gezondheidsdeskundig te denken. ( de huidige patient mondiger is en met meer kennis bij
de arts komt)
Personalized prevention: preventie die speciaal is gemaakt voor een kleine groep of
persoonlijk.
Ziekte preventie: voorkomt specifieke ziektes en signaleert deze vroegtijdig.
Zelfmanagament : vaak genoeg verteld
Patientvoorlichting: het geven van informatie aan de zorgvrager.
Patient education: patientenvoorlichting, gepland interactief leerproces
,Symptoonmanagement: analyse en behandeling van symptonen evalueren en beleid
aanpassen.
dit een model waarin zelfmanagement wordt geschetst in de omgeving van chronisch
zieken. Het gaat er vanuit als het gezondheidssysteem van gezondheidsorganisaties goed is
geregeld ( dit omtreft zelfmanagement, zorgproces, besluitvorming, EBP)
Vervangende doodsoorzaken: door een doodsoorzaak aan te pakken kan het voorkomen
dat iemand op een andere manier sterft. Voorbeeld: doordat hart en vaatziekten beter
behandeld worden krijgen mensen andere chronische ziektes waaraan ze overlijden.
Doeltreffende preventie: sluit aan op je doelgroep+ gecombineerde intervemtiestrategie.
Bijvoorbeeld: JGZ, vaccinaties, screening op gehoor en visus.
Cure & care: herstellen en voorkomen. Beter maken en preventie.
P4: personalized, preventie, participatory, predicitive. Dit sluit aan bij personalized
prevention. Gericht op de persoon, gericht op de voorspelling of iemand ziek wordt
( eiwitten in het bloed kunnen wat zeggen over de staat van verschillende organen)
Het gaat om preventie, patient heeft een actieve participerende rol.
Week 9
Lesdoelen
De student:
Kan beschrijven wat effecten kunnen zijn van empathie
Wat is het effect van empathie? “Als je meer empathie toont, voelen mensen zich gezien,
begrepen en serieus genomen”, aldus Ellen. “Hierdoor geef je een ander de ruimte om over
zijn of haar gevoelens te praten. Je gaat dieper met elkaar in gesprek en je bereikt elkaar.
mpathie is de vaardigheid om je in te leven in een situatie en gevoelens van een ander.
Wanneer je empathisch vermogen hebt, kan je emoties van een ander beter begrijpen en
aanvoelen. Hierdoor verloopt de communicatie met een ander vaak
beter. Empathischvermogen geldt zowel voor verbale als non-verbale communicatie.
Kan de voorwaarden van persoonsgerichte counseling herkennen in een casus
x
Kan uitleggen hoe hij zichzelf schat op de persoonlijkheidstrek 'Empathie'
Empathisch vermogen is het vermogen om je in anderen te verplaatsen. Openstaan voor de
emoties, houding en motivatie van de ander en begrijpen wat voor impact jouw handelen en
gedrag kunnen hebben op een ander, noemen we ook wel cognitieve empathie. Een ander
woord voor empathie is inlevingsvermogen.
Kan beschrijven wat de rol van empathie is bij Somatisch Onvoldoende verklaarde
Lichamelijke Klachten (SOLK)
,Uw huisarts noemt die klachten SOLK (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke
Klachten; Somatisch betekent 'lichamelijk'). Vroeger noemden artsen dit soort klachten
'lichamelijk onbegrepen klachten', 'functionele klachten', 'psychosomatische klachten' of
'somatoforme klachten.
Het kan gaan om pijn, vermoeidheid, cognitieve problemen, maar ook om
uitvalsverschijnselen, motorische problemen en dergelijke. Voorbeelden
van aandoeningendie ook onder SOLK vallen zijn: fibromyalgie, chronisch
vermoeidheidsyndroom, functionele neurologische stoornis en prikkelbare darmsyndroom.
Kan uitleggen waarom pijn een perceptie wordt genoemd (in plaats van sensatie).
Perceptie helpt ons te begrijpen wat er in de wereld om ons heen gebeurt. We combineren
sensorische informatie uit het lichaam met eerdere ervaringen en contextuele factoren. Zo
wordt door ons brein een beeld over ons lichaam gecreëerd. Dit beeld is een reëele en echte
werkelijkheid, voor de eigenaar van het brein. Deze ‘samengestelde’ werkelijkheid zal echter
bij iedereen verschillend zijn omdat ieder ander brein een eigen reële werkelijkheid creëert.
De verschillen in deze ervaren werkelijkheid zie je terug in het dagelijkse leven; de smaak
van wijn (vaak lekkerder op vakantie…), samen naar muziek luisteren en dit verschillend
ervaren of de strijd tussen een Feyenoord-fan en Ajax-fan over wie de beste club is. Hoe zit
dit bij pijn? Wordt pijn ook gecreëerd door verschillende werkelijkheden, zowel binnen één
brein als tussen meerdere breinen? In 'Percepties over pijn' betekent het dat de perceptie
gebaseerd wordt op pijn, alsof pijn vanuit het zelf lichaam komt........... In 'Pijn is perceptie'
betekent het dat pijn wordt gecreëerd als perceptie. Dit lijkt wellicht een nietszeggend
verschil, maar voor zowel de diagnostiek als behandeling heeft dit grote gevolgen.
Kan psychosociaal factoren benoemen in pijn perceptie.
X
Week 11
Lesdoelen
De student kan:
Verwoorden wat individuele preventie is
Onder individuele preventie vallen de adviezen en handelingen van een arts aan een
individu dat een verhoogd risico heeft op een bepaalde ziekte, met als doel ziekte te
voorkómen en gezondheid te bevorderen. Individuele preventie is gebaseerd op kennis van
groepen mensen met het risico op een bepaalde ziekte.
Verwoorden wat collectieve preventie is
Bescherming en bevordering van de gezondheid van de bevolking of van specifieke groepen
daaruit alsmede het voorkómen en het vroegtijdig opsporen van ziekten onder die bevolking
Kan uitleggen wat het verschil is tussen individuele en collectieve preventie
Individuele preventie zijn adviezen en handelingen naar 1 persoon dat een verhoogd risico
heeft op ziektes om te voorkomen, bij collectieve preventie spreek je over een groep en de
gezondheid van de bevolking.
Verwoorden wat het onderscheid is tussen primaire, secundaire en tertiaire
preventie
, Bij primaire preventie wordt de nadruk gelegd op het voorkomen van een ziekte dat deze
geen kans krijgt. Secundaire preventie legt de nadruk op het vroeg ontdekken van een
ziekte of afwijking. Een voorbeeld is het bevolkingsonderzoek borstkanker, waarbij vrouwen
tussen de 50 en 75 jaar hun borsten laten controleren.
Men spreekt van tertiaire preventie bij activiteiten die zich richten op het verbeteren van de
gezondheidstoestand van personen met een (chronische) aandoening door herstel te
versnellen of complicaties te voorkomen.
Kent het belang van het toepassen van een meetinstrument in de zorg
x
Kan een meetinstrument beoordelen op bruikbaarheid, validiteit en betrouwbaarheid.
X
Week 12
Lesdoelen
Deel 1: Gezondheidsvoorlichting & Preventie
1. Heeft kennis van preventie en de complexiteit van gezondheidsgedrag
2. Heeft kennis van preventie: gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en
ziektepreventie
Gezondheidsbevordering betekent bevorderen dat mensen zich gezonder gedragen. Dan is
de kans groter dat zij langer leven in goede gezondheid. Dit kan door individueel gedrag van
mensen te beïnvloeden, maar ook door een gezonde leefomgeving te creëren.
Preventiemaatregelen worden ingedeeld naar het doel: ziektepreventie,
gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming.
Ziektepreventie: voorkomt specifieke ziekten of signaleert deze vroegtijdig.
Voorbeelden: screening, vaccinaties en preventieve medicatie.
Gezondheidsbevordering: bevordert een gezonde leefstijl en een gezonde sociale
en fysieke omgeving.
Gezondheidsbescherming: beschermt de bevolking tegen
gezondheidsbedreigende factoren. Voorbeelden: kwaliteitsbewaking van drink- en
zwemwater, afvalverwijdering en verkeersveiligheid.
3. Kent het chronic care model
Het Chronic Care Model is een model voor de organisatie van zorg rondom chronisch
zieken. Het is ontwikkeld om het zorgsysteem te transformeren naar een systeem dat
proactief, persoonsgericht en geïntegreerd is.
4. Kent het begrip P4-medicine