100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitgewerkte casussen van nutrition behaviour €5,49
In winkelwagen

Case uitwerking

Uitgewerkte casussen van nutrition behaviour

 8 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit document bevat alle casussen uitgewerkt (1,2,3,4b) van het vak nutrition behaviour. Met deze casussen is als eindcijfer gemiddeld een 9.87 gehaald.

Voorbeeld 4 van de 31  pagina's

  • 1 december 2022
  • 31
  • 2021/2022
  • Case uitwerking
  • Victoire de wild
  • 9-10
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
Mette7
Casus 1 + Antwoordblad
Casusomschrijving Deel 1
Je bent op de verjaardag van je tante. Je oudere nicht, die een zoontje van 3 maanden heeft, vertelt dat
ze op internet is gaan zoeken naar informatie over de introductie van vast voedsel bij baby’s. Hoe dit
gebeurt is belangrijk omdat het namelijk invloed kan hebben op de ontwikkeling van voedselvoorkeuren
op latere leeftijd. Vooral het aanleren van een voedselvoorkeur voor groente schijnt moeilijk te zijn. Er
zijn op internet zo veel verschillende adviezen en meningen te vinden dat ze niet weet wat ze het beste
kan doen. Tijdens de verjaardag grijpt ze de kans aan om jou hierover om advies te vragen. “Jij studeert
toch voeding?”

Welk advies zou jij je nicht geven m.b.t. de introductie van vast voedsel om haar baby een
voedselvoorkeur voor groente aan te leren?

Als wetenschapper is het belangrijk dat je mening onderbouwd is. Om je nicht advies te kunnen geven
ga je je daarom verdiepen in de wetenschappelijke literatuur over de introductie van vast voedsel bij
baby’s. Onderstaande vragen helpen je om de belangrijkste informatie uit de artikelen te halen. Noteer
de antwoorden op de vragen op het antwoordblad. Ze zullen je helpen de casusvraag te beantwoorden
en kunnen terugkomen op het tentamen. Als je de gehele casus doorlopen hebt lever je de antwoorden
op de vragen over de artikelen en de casusvraag in via Turnitin.



Deel 1
Je gaat op zoek naar artikelen over het aanleren van een voorkeur voor groente bij jonge kinderen. Het
eerste artikel wat je vindt is het artikel van Barends et al. (2013).

Vraag 1
In dit artikel staat dat slechts 17–21% van de kinderen van 2-3 jaar voldoet aan de aanbevolen
dagelijkse hoeveelheid (ADH) van groente.

a. Zoek op wat de gemiddelde inname van groente is bij kinderen van 2-3 jaar, 4-6 jaar en 7-8 jaar.
Gebruik hiervoor de meest recente consumptie peilingen van het RIVM. De meest recente versie onder
kinderen van 2-6 jaar is uit 2006, onder kinderen van 7-8 jaar uit 2010. (Noteer je antwoord in
onderstaande tabel)

b. Zoek vervolgens via de website van het voedingscentrum op wat de aanbevolen dagelijkse
hoeveelheid groente is voor deze zelfde leeftijdscategorieën (2-3, 4-6 en 7-8 jaar). (Noteer je antwoord
in onderstaande tabel)

2-3 jaar 4-6 jaar 7-8 jaar

Gemiddelde Jongens: 41 Meisjes: 36 Jongens: 43 Meisjes: 44 62
inname (gram/
dag)

Aanbevolen 50-100 gram per dag 100-150 gram per dag 100-150
dagelijkse gram per dag
hoeveelheid (ADH)




c. Welke trend zie je in de groente inname van de verschillende leeftijdsgroepen?


Als je naar de groente inname kijkt zie je dat er altijd minder groente wordt gegeten op een dag dan de aanbevolen
dagelijkse hoeveelheid (ADH). Naarmate men ouder wordt gaat de groente inname relatief gezien iets meer richting
de ADH. Jonge kinderen komen dus vooral niet aan de ADH. Daarentegen, neemt de groente inname toe naarmate
de leeftijd omhooggaat (zie figuur 1, college 1). Ook eten jongens op jongere leeftijd (2-3 jaar) meer groente dan
meisjes.

,Figuur 1: groente inname per dag voor verschillende leeftijdscategorieën


Vraag 2
Het artikel van Barends (2013) gaat over het verhogen van de voedselvoorkeur voor groente bij baby’s
(start introductie vaste voeding).

a. Waarom is het belangrijk om op een vroege leeftijd te beginnen met het aanleren van
voedselvoorkeuren? (Zie inleiding artikel Barends et al. (2013))


Meerdere studies (Cashan,1994, Birch and Fisher, 1998, Harris, 1993, Mennella et al., 2011)
zeggen dat de eerste paar jaar de meest gevoelige periode is voor smaakvoorkeuren. Daarnaast
zijn er onderzoeken gedaan naar het herhalend geven van bepaald voedsel (Birch, Gunder, Grimm-
Thomas, & Laing, 1998). Hieruit bleek dat als je voedsel meerdere keren geeft, de inname
omhooggaat. De voedselvoorkeuren die zich in de eerste jaren ontwikkelen blijven bestaan tot aan
de puberteit of zelfs volwassenheid (Coulthard et al., 2010, Nicklaus et al., 2004, Skinner et al.,
2002). Op latere leeftijd zijn de smaak en voedselvoorkeuren al gevormd en zijn de voorkeuren
moeilijker aan te passen.

Uit de verschillende onderzoeken die beschreven staan in de inleiding van het artikel Barends et al.
(2013) blijkt dat voedselvoorkeuren het makkelijkste aan te leren zijn op jonge leeftijd. Dit bepaalt
ook op latere leeftijd de voedselvoorkeuren wat ervoor kan zorgen dat kinderen later meer groente
gaan eten.


b. Welke twee methoden om de voorkeur van groente te verhogen worden in dit artikel onderzocht?


In het artikel (Barends et al., 2013) wordt gekeken naar herhaalde blootstelling aan groente
(artisjok/sperziebonen) en fruit (appel/pruim) bij kinderen tussen de 4 en 7 maanden oud. En de
invloed daarvan op de voedselvoorkeur. Daarnaast, wordt er ook gekeken naar de invloed van fruit
(zoet) geven voor groente (bitter) omdat dit mogelijk ook de voedselvoorkeur beïnvloedt.


c. Welke condities (treatment) werden er vergeleken in deze studie? En wat waren de uitkomstmaten
(wat werd er gemeten)?


De zuigelingen en hun moeders (n=99) werden verdeeld in 4 groepen. Twee groepen zuigelingen
kregen gedurende de studie (18 dagen) groente als vast voedsel. De groente groep werd verdeeld
in artisjok (n=27) en sperziebonen (n=24), dit kregen de zuigelingen om de dag te eten. De
overige zuigelingen kregen tijdens de studie fruit als vast voedsel. Deze groep werd onderverdeeld
in appel (n = 24) en pruim (n = 24).

Er werden twee verschillende dingen gemeten tijdens de studie. Er werd gekeken naar hoe lekker
de zuigeling het eten vond en of de voedselinname veranderde. De voedselinname werd gemeten
door het bakje groente- of fruitpuree voor en na het eten te wegen. Daarnaast gaf de moeder op
een negen puntsschaal aan hoe de zuigeling genoot van het eten.


Vraag 3
In de studie van Barends et al. (2013) werd na de experimentele periode in de groente groep een keer
fruit aangeboden (en de inname hiervan gemeten). Andersom werd in de fruit groep na de experimentele
periode een keer groente aangeboden. Wat is de reden van deze opzet?


Dit werd gedaan om te kijken of het lekker vinden van groente (of fruit) beïnvloed wordt door
hetgeen wat de zuigeling als eerste te eten krijgt. En of ze ook daadwerkelijk meer gewend zijn
aan het eten van groente of fruit en niet alleen aan het eten van vast voedsel.
Barends et al. (2013) wilde dit onderzoeken omdat een mogelijke verklaring voor het eten van
minder groente op later leeftijd wordt veroorzaakt door gewenning aan een zoetere (fruit) smaak.
Hierdoor vindt een zuigeling de bittere smaak van groente minder lekker.

,Vraag 4
Uit de resultaten blijkt dat de groep die herhaaldelijk groene boontjes aangeboden kreeg, na 17-18
dagen een hogere inname van deze groente hadden dan ze op dag 1-2 hadden. De inname van groene
boontjes nam dus toe na herhaaldelijke aanbieding van de groente. Dit effect was echter niet te zien in
de artisjok groep. Welke verklaring geven de auteurs hiervoor?


De auteurs (Barends et al., 2013) leggen in de discussie uit dat het waarschijnlijk ligt aan het
“sensory profile”. Daaruit blijkt dat de artisjok puree veel zuurder en minder zoet is dan de
sperziebonen puree. Dit kan een mogelijke verklaring zijn omdat uit onderzoek van Steiner (1977)
bleek dat kinderen een voorkeur hebben voor een zoete smaak. Het is niet helemaal duidelijk of dit
ook daadwerkelijk de reden is voor de kleine toename in inname van artisjok puree of dat het
veroorzaakt wordt door andere factoren.


Je zoekt verder en vindt het artikel van Barends et al. (2014) waarin de lange termijneffecten van de
vorige studie worden onderzocht

Vraag 5
De resultaten uit dit artikel laten zien dat kinderen die in de groente groep zaten na 12 maanden meer
groente aten dan kinderen die in de fruit groep zaten. Dit effect is echter na 23 maanden niet meer
zichtbaar. Geef twee verklaringen van de auteur hiervoor.


In de discussie van het artikel van Barend et al. (2014) wordt uitgelegd dat voedsel neofobie rond
het 2e levensjaar begint en er een piek zichtbaar is. Neofobie betekent de tegenzin om te eten en
het vermijden van nieuwe voedingsmiddelen. Daarnaast leggen ze met een andere studie (Carruth
et al, 2004, Dovey et al, 2008) uit dat rond 2 jaar er een toename is in kieskeurigheid en een
afname in openheid wat kan leiden tot meer voedsel neofobie en daardoor een afname in het eten
van groenten.

Daarnaast kan een andere reden zijn dat kinderen van 23 maanden oud niet meer gewend zijn aan
puree eten. Appelmoes bleven kinderen wel eten omdat dit heel erg lijkt op de appelpuree uit het
eerste onderzoek (Barends et al., 2013).

Vraag 6
Denk je dat de interventie van Barends effectief/krachtig genoeg is om de inname van groente van
kinderen op de lange termijn te verhogen? Waarom wel/niet?


De interventie van Barends et al. (2014) heeft vooral een effect in de eerste 2 jaar van een kind.
Echter, blijkt uit het artikel, over de langetermijneffecten, dat na 23 maanden er nauwelijks meer
verschillen zijn. Als de inname van groente echt verhoogd moet worden zal er dus meer stimulatie,
ook na het eerste levensjaar, moeten plaats vinden


Vraag 7

Wat is het advies van het voedingscentrum met betrekking tot het introduceren van vast voedsel bij
baby’s? Gebruik de twee gegeven linkjes naar de juiste pagina's op de website van het Voedingscentrum.

Leren proeven

Oefenhapjes


a. Wanneer begin je met de eerste hapjes?


Als een baby tussen de 4 en 6 maanden oud is mag begonnen worden met de “oefenhapjes”. Dit
vervangt niet de fles- of borstvoeding maar is vooral om aan eten en smaken te wennen.


b. Met welke smaken adviseren ze te beginnen?

, Het voedingscentrum raadt aan om te beginnen met een zachte smaak zodat het verschil met de
(zoete) borst- en flesvoeding niet te groot is. Je kan bijvoorbeeld beginnen met gepureerde
groente, fruit, een stukje vlees of vis.


c. Welk praktisch advies geven ze ouders om baby’s te laten wennen aan nieuwe smaken?

Om aan een nieuwe smaak te wennen, is herhaalde blootstelling erg belangrijk. Geduld is dus
nodig omdat het soms wel tien keer herhaald moet worden. Ook is het handig om losse smaken te
laten proeven in plaats van al direct combinaties van smaken te geven. Zelf het goede voorbeeld
geven door zelf aan tafel ook te eten kan ook helpen. Door het eten op verschillende manier klaar
te maken kunnen kinderen beter wennen aan een smaak.


d. Vergelijk het advies van het voedingscentrum met de uitkomsten van de studie van Barends. Is het
advies van het voedingscentrum in overeenstemming met de literatuur?


Er zijn een paar overeenkomsten tussen het advies van het Voedingscentrum en de studie van
Barends. Beide geven ze aan dat gewenning het makkelijkste is in de eerste 2 jaar. Ook zeggen ze
dat het herhalen van een smaak belangrijk is voor de gewenning. Echter, zegt Barends et al.
(2013) dat het een verschil maakt wat je als eerste hapje geeft. In de studie raden ze aan om te
beginnen met een zure of bittere smaak zodat het kind beter went aan deze smaken. Het
voedingscentrum raadt juist het tegenovergestelde aan, namelijk het beginnen met zachte (zoete)
smaken zodat de overstap van borst- en flesvoeding minder groot is.



Casusvraag (deel 1)
Beantwoord nu de casusvraag met de kennis die je hebt opgedaan aan de hand van de vragen over de
artikelen.

Casusvraag:

Welk advies zou jij je nicht geven m.b.t. de introductie van vast voedsel om haar baby een
voedselvoorkeur voor groente aan te leren?

Noteer het antwoord op de casusvraag op je antwoordblad en ga door met deel 2 van de casus.

Welk advies zou jij je nicht geven m.b.t. de introductie van vast voedsel om haar baby een
voedselvoorkeur voor groente aan te leren? Geef in je advies de gebruikte bronnen aan.


Ik zou aanraden om tussen de 4 en 6 maanden te beginnen met het geven van vast voedsel. Het
beste kan je als eerst hapje een groente geven met een iets zuurdere of bittere smaak. Op die
manier laat je het kind al iets meer wennen aan deze smaken (Barends et al., 2013). Daarnaast is
het belangrijk om dezelfde smaak meerdere keren te herhalen (soms wel 10x) om zo het kind
beter te leren wennen aan de smaak. (Voedingscentrum, n.d. and Barends et al., 2013). Om
ervoor te zorgen dat het kind ook op latere leeftijd groentes gaat eten is het blijven stimuleren van
groenten eten erg belangrijk, ook na de eerste twee jaar. Dit doe je om te voorkomen dat er
voedsel neofobie ontstaat. (Barends et al., 2014)




Casusomschrijving Deel 2
Twee jaar later vraagt je nicht opnieuw jouw hulp. Nu haar zoontje 2 jaar oud is begint hij minder
groente te eten. Hij weigert vooral nieuwe groentes, maar zelfs groenten die hij eerder wel lekker vond
weigert hij nu. Je nicht vraagt je of jij weet waarom dit gebeurt en wat ze kan doen om de groente
inname van haar zoontje weer omhoog te krijgen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mette7. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 61231 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd