Samenvatting van het vak psychologie van beweging en inspanning. In de samenvatting wordt de collegestof en de belangrijkste delen uit het boek behandeld. Met deze samenvatting kan een voldoende op het tentamen gehaald worden!
Psychologie van beweging en inspanning is een wetenschappelijke studie van gedrag van mensen in
sport en de toepassing van kennis hierop. Onderzoekers hebben twee doelen:
1. Begrijpen hoe psychologische factoren invloed hebben op de persoonlijke motorische
uitvoering
2. Begrijpen hoe deelname aan fysieke activiteiten iemands persoonlijke psychologische
ontwikkeling beïnvloed
In de afgelopen jaren is er een enorme groei ontstaan, het gaat terug tot de 1900s en kan het best
begrepen worden door de zes verschillende historische perioden.
Sportpsychologen hebben verschillende rollen zoals onderzoek, lesgeven en in contact staan met
atleten.
Klinische sportpsychologen zijn getraind in psychologie om mensen te behandelen met emotionele
disorders (anorexia). Educatieve sportpsychologen hebben training gehad in het veld. Ze dienen als
mentale coach en leren atleten over de psychologische skills en ontwikkeling. Ze zijn niet getraind om
mensen met emotionele disorders te behandelen.
- The early years (1893-1920): gekenmerkt door geïsoleerde studies.
- Griffith era (1921-1938): verschillende laboratoria en psychologische testen vonden plaats op
een paar locatie in de wereld. Griffith was de eerste Amerikaan die zich specialiseerde op dit
gebied.
- Preparation for the future (1939-1965): wetenschappelijke ontwikkeling op onderwijsgebied
van Henry.
- Establischment of the academic discipline (1966-1977): sportpsychologie werd een
onderdeel van de academische discipline van lichamelijke opvoeding.
- Multidisciplinary science and practice (1978-1999): grote groei wanneer het veld meer
geaccepteerd wordt en meer respect. Interesse in zaken en groei en ontwikkeling werd
duidelijker. Training leidde tot een multidisciplinary perspective.
- Contomperary sport and excercise psychology (2000-present): continue groei wereldwijd,
onderzoek en interesse.
H2
Een theorie is een set van samenhangende feiten die een systematische kijk op een fenomeen laten
zien om te beschrijven, uit te leggen en voorspellen wat er in de toekomst gebeurd.
Een wetenschappelijke methode heeft een systematische benadering, houdt controle over de
omstandigheden, is empirisch en dus gebaseerd op observatie en is kritisch.
Science focust op het gebruik van algemene principes. Art focust op het herkennen wanneer en hoe
de algemene principes te individualiseren.
Sport en excercise psychologie is een wetenschap. Om deze reden moet je de basis
wetenschappelijke processen kennen en weten hoe wetenschappelijke kennis ontwikkelt.
Wetenschappelijke kennis alleen is niet genoeg om mensen te helpen, je moet ook weten hoe het
ontwikkelt. De wetenschappelijke kennis moet worden geïntegreerd met de kennis die is opgedaan
bij professionele oefeningen. Het zal in het voordeel werken als je later werkt in de toegepaste sport-
en bewegingsomgevingen.
, - Psychopsychologische benadering: bekijkt de fysiologische processen van het brain en de
invloed op fysieke activiteit
- Sociale-psychologische benadering: hoe beïnvloeden de interacties tussen het sociale
netwerk en personal makeup van de atleet het gedrag
- Cognitieve-gedrag benadering: hoe bepalen individuele gedachten gedrag
Er is een beperkte fulltime functies beschikbaar. Voor de toekomst lijkt het erop dat toegenomen
interesse in psychologische vaardigheidstraining en toegepast werk, meer counseling en klinische
training, meer nadruk op ethiek en competentie, meer kwalitatief onderzoek en de noodzaak voor
een globaal perspectief.
Ethiek sportpsychologie:
- Competentie
- Integriteit
- Zorg voor welzijn van andere
- Respect voor rechten en normen van een ander
- Sociale verantwoordelijkheid
- Professionele en wetenschappelijke verantwoordelijkheid
H4
Motivatie is de richting en intensiteit van inspanning. De richting van inspanning verwijst naar de
vraag of een persoon zoekt, aantrekt, aangetrokken voelt tot bepaalde situaties. De intensiteit van
inspanning verwijst naar hoeveel moeite een persoon doet in een bepaalde situatie. De beste manier
om motivatie te benaderen is de interactional view. Persoon en situatie worden bekeken en hoe dit
interact met elkaar. De twee andere manieren zijn trait-centered (person-centered) en situation-
centered.
Om de motivatie te vergroten moet er niet alleen naar de persoonlijkheid worden gekeken maar ook
naar de interactie van persoonlijke en situationele kenmerken. De motieven om mee te doen.
Situaties moeten gestructureerd worden om te voldoen aan de behoeften van deelnemers. Als
leraar/coach speel je een cruciale rol in de motiverende omgeving. Gebruik gedragsverandering
technieken om ongewenste motieven te veranderen en zwakke punten te versterken. De motivatie
kan in de loop van de tijd veranderen, de motieven moeten dus gevolgd blijven.
Als een leider ben je kritisch op het gemotiveerde milieu en beïnvloed je de motivatie direct en
indirect.
Achievement motivatie is de neiging om te streven naar succes. De inspanning die een persoon heeft
om een taak onder de knie te krijgen. Hoge presteerders selecteren uitdagende taken, geven de
voorkeur aan tussentijdse risico’s en presteren beter als ze worden beoordeeld. Lage presteerde
vermijden uitdagende taken, vermijden risico’s en presteren slechter wanneer ze worden
geëvalueerd.
Competitiveness/concurentievermogen = neiging om naar tevredenheid te streven wanneer je
vergelijkt met een of andere standaard in aanwezigheid van evaluatieve anderen.
De attributietheorie richt zich op hoe individuen successen en mislukkingen verklaren. Hoe artiesten
hun prestaties verklaren of toeschrijven beïnvloedt hun verwachtingen en emotionele reacties die op
hun beurt de motivatie voor toekomstige prestaties beïnvloeden.
, Een ego-doelorientatie richt zich op het vergelijken van prestaties met en het verslaan van anderen.
Task-doelorientatie richt zich op het vergelijken van prestaties met persoonlijke normen en
verbetering. Het is het beste om een task-doelorientatie te nemen die de nadruk legt op
vergelijkingen met eigen prestatienormen in plaats van prestaties van andere vooral als iemand een
reeks belangrijke fysieke activiteiten heeft.
Door kinderen te leren lack-of-ability (gebrek aan bekwaamheid) attributies te vervangen in lack-of-
effort (gebrek aan inspanning) attributies hielpen de prestatieverminderingen na een mislukking te
verminderen.
Prestatiemotivatie en competitiveness ontwikkelen door 3 stadiums:
- Autonoom stadium: individu concentreert op beheersing van haar omgeving
- Sociale vergelijkingsfase: individu vergelijkt zichzelf met anderen
- Geïntegreerd stadium: richt zich op zelfverbetering en maakt gebruik van sociale vergelijking.
Het doel is om dit stadium te bereiken en te weten wanneer het gepast is om te concurreren
en sociaal vergelijkingen.
Motiverend klimaat creëren door:
Interactionele invloeden op prestatiemotivatie
Benadrukken van individuele taakdoelen en het bagatelliseren van de ego-doelen
Bewaken van de toeschrijvingen van degene met wie u werkt en passende attributiefeedback
geven
Deelnemers leren om passen attributies te maken
Bespreken met deelnemers wanneer gepast is om te concurreren en zichzelf sociaal te
vergelijken en wanneer een zelfverwijzende focus nodig is
Faciliteren van percepties van competentie en controle
Vijf fundamentele richtlijnen voor motivatie:
- Bekijk zowel situationele als persoonlijke kenmerken om mensen te motiveren
- Begrijp de meerdere motieven van mensen voor betrokkenheid
- Verander de omgeving om motivatie te vergroten
- Motivatie beïnvloeden door je taak in de groep
- Gebruik gedragsaanpassing om deelnemers te veranderen van ongewenste motieven
What are primary motives people have for participating in sport
What are attributions and why important
H7
De principes van een reinforcement zijn complex omdat mensen anders reageren op dezelfde
bekrachtigers. Sommige coaches gebruiken straffen nog steeds als eerste motiverende tool, een
positieve benadering wordt aangeraden bij het werken met atleten. In de eerste fase van leren is
continuous en immediate reinforcement wenselijk, in latere fasen is een intermittent reinforcement
meer effectief.
Geef met moeilijke beweging vorm aan het gedrag van de atleet door deze te versterken door
benadering van het gewenste gedrag. Specifieke feedback geven over de juistheid van iemands
respons verbetert de prestaties van de persoon en verhoogt zijn of haar motivatie. Mogelijke nadelen
van straf en kritiek zijn het opwekken van faalangst, het ongewenste gedrag versterken, schaamte
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Juul13. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,29. Je zit daarna nergens aan vast.