Onderzoeksvraag & Hypothese (50-100 woorden)
Wat was in je eigen woorden de onderzoeksvraag van deze studie en wat was jullie hypothese?
Onderzocht wordt de vraag welke combinatie van zuur en enzymen de beste vertering van eiwit zal
geven
Vermoed wordt dat een pepsine oplossing met 2 druppels HCL het beste het eiwit zal verteren. Dit komt
doordat het zure HCL ervoor zorgt dat de eiwitten zich ontvouwen waardoor pepsine beter bij het eiwit
kan komen. Bovendien wordt pepsine in het lichaam afgegeven als een inactief enzym en pas
geactiveerd in een zure omgeving zoals de maag. Pepsine zorgt voor de uiteindelijke vertering van
eiwitten.
Methoden (100-200 woorden)
Omschrijf hier kort wat je hebt gedaan om de onderzoeksvraag te beantwoorden
Het onderzoek werd gestart door de test tubes te vullen met ei. Vervolgens werden alle test tubes
gelabeld. Daarna werd aan tube 1 10 milliliter water toegevoegd, aan tube 2 werd 10 milliliter pepsine
oplossing (10%) toegevoegd, aan tube 3 werd 10 ml pepsine oplossing (10%) en 2 druppels HCL
toegevoegd. Als laatste werd aan tube 4 10 milliliter water en 2 druppels HCL toegevoegd. Vervolgens
werd de PH van de oplossing gemeten met PH papier. Deze resultaten werden genoteerd en verwerkt in
onderstaande tabel. Vervolgens werden de test tubes in de schud-incubator gezet voor 3 uur. Dit werd
gedaan bij een temperatuur van 37 graden Celsius. Daarna werden de observaties genoteerd en deze
zijn hieronder genoteerd.
Resultaten
Beschrijf hier wat je ziet, en waarom je die conclusie trekt. Hier hoort nog geen interpretatie van de data.
Vul daarnaast ook de tabel in vanuit je labbuddy. Beschrijf hier ook eventuele berekeningen.
Test tube pH Observatie na 1 uur
1 (10 ml water) 7 transparante kleur, nog groot
stuk eiwit aanwezig ook nog
deels vloeibaar
2 (10 ml pepsine oplossing (10%)) 4 transparante kleur, een klein
stuk eiwit maar voornamelijk
vloeibaar
3 (10 ml pepsine oplossing (10%) 0 Gele kleur, geen stukken eiwit
en 2 druppels HCL) meer te zien, vloeibaar
4 (10 ml water en 2 druppels 1 Gele kleur, deels eiwit deels
HCL) vloeibaar
, Conclusie (500 woorden)
Ga hier dieper in op de resultaten. Is het resultaat in lijn met je hypothese? Hoe komt dat denk je? Kan je
een verklaring geven voor het verschil in vertering tussen de verschillende test tubes. Gebruik hiervoor je
kennis vanuit de colleges en eventueel extra literatuur. Omschrijf de functie van HCl en pepsine, waar
komen ze vandaan en wat is hun nut in het verteringsproces.
Onderzocht werd de vraag welke combinatie van zuur en enzymen de beste vertering van eiwit zal
geven. Deze vraag kan beantwoord worden aan de hand van de resultaten in de bovenstaande tabel en
aan de hand van de functies van HCL en pepsine. De hypothese voorafgaand aan dit experiment was dat
een pepsine oplossing met 2 druppels HCL het beste het eiwit zal verteren.
HCL en pepsine komen beiden voor in de maag van het menselijk lichaam. De chiefcellen in de maag
produceren pepsine. Eigenlijk heet het dan nog pepsinogeen omdat het een inactief pro-enzym is. In de
maag van het menselijk lichaam geldt een PH rond de 3. De maag is dus een zure omgeving. Door deze
zure omgeving wordt het enzym vervolgens geactiveerd waardoor pepsine wordt gevormd. Pepsine is
een enzym dat peptidebindingen splitst tussen specifieke aminozuren, waardoor polypeptiden dus
korter worden gemaakt. Oftewel peptide verteerd de eiwitten.
Als er naar de resultaten wordt gekeken is ten eerste te zien in de tabel dat in test tube 3 de PH het
laagst is, namelijk 0. Omdat geldt hoe lager de PH hoe zuurder de omgeving is, betekend het dat in test
tube 3 de zuurste omgeving is. Daarna is testtube 4 met een PH van 1 het zuurst, gevolgd door testtube
2 met een PH van 4. Testtube 1 heeft een PH gelijk aan 7 en heeft dus een neutrale omgeving. Op basis
van de PH kan dus al gezegd worden dat het eiwit in testtube 3, waarin een 10 milliliter pepsine
oplossing (10%) en 2 druppels HCL zit, waarschijnlijk het best zal verteren als er wordt gekeken naar de
functies van Pepsine en HCL. Als er daarnaast wordt gekeken naar de observaties tijdens het onderzoek
ondersteunen deze ook de hypothese. Uit de tabel blijkt dat er nog grote stukken eiwit aanwezig zijn in
de testtubes waar geen pepsine oplossing aanwezig is, dit is zo het geval bij testtube 1 en 4. In testtube 2
is er minder eiwit aanwezig dan in testtubes 1 en 4 maar nog steeds een groot genoeg stuk om waar te
nemen. De pepsine in testtube 2 heeft dus wel wat eiwit verteerd maar nog lang niet alles. Uit de
observaties van testtube 3 blijkt dat er geen eiwit meer aanwezig is. Dit kan verklaard worden door de
aanwezigheid van zowel pepsine als HCL.
Kortom het antwoord op de onderzoeksvraag is dat de combinatie van het enzym pepsine en het zuur
HCL zorgen voor de beste vertering van eiwit. De hypothese kan dus worden aangenomen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mette7. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.