Hoorcollege 5 Rechtsfilosofie B
Representatie als afbeelding: de standaard opvatting
De oefententamens geven een goed beeld over wat het tentamen gaat worden, zowel de
midterm als het eindtentamen.
Vandaag staat de representatie als afbeelding, de standaard opvatting centraal. De analyse
of de veronderstelde opvatting van representatie die het BverfG hanteert bij zijn
spraakmakende Maastricht arrest. U herinnert zich dat het BverfG heeft gezegd: het
probleem met Europa is dat er geen volk is, en omdat er geen volk is kan het Europarlement
eigenlijk geen parlement zijn in een democratische zin. Wat een parlement doet in
democratische zin is een volk vertegenwoordigen. Dus het is een aardig praatclubje, maar
verder komt het niet ook al heeft het meer dan 600 leden. We gaan in op deze visie van
representatie om te kijken waar ze zwak en sterk is. De rest van de cursus is een poging om
in het reine te komen met dat begrip representatie via de vraag; wat is representatie en hoe
verhoudt representatie zich tot de autonomie van het gemeenschapsrecht.
Overzicht
1. Samenvatting week 4
2. Inleiding
3. Wat is representatie volgens het BVerfG?
4. Waarom is deze visie sterk?
5. Waarom is deze visie zwak?
De EU:
In welke zin een gemeenschap/unie?
In welke zin Europees?
http://nos.nl/artikel/2089807-migranten-bestormen-grenshek-bij-macedonie.html
Filmpje van wat er allemaal gaande is aan de grens van Macedonië (lid van Europa).
De reden waarom hij dit filmpje toont is eigenlijk omdat hij denkt dat dit een aardige
visie biedt op wat rechtsfilosofie is.
Veel mensen vinden het een vaag en abstract vak, rechtsfilosofie. Het is inderdaad
een abstract vak, maar vaag is het niet. Vaagheid betekent dat het niet scherp is.
Abstract betekent dat je het probeert van het onmiddellijke te distantiëren. Je moet
wat afstand betrachten. Je moet proberen het in concept te vatten wat er allemaal
gaande is. Deze cursus probeert de problemen aan de grenzen van Europa te
begrijpen. De twee vragen die aan de kern staan van deze cursus; In welke zin een
gemeenschap/unie? In welke zin Europees? zijn in feite een poging om te begrijpen
wat er gebeurt bijvoorbeeld aan de grens van Macedonië. Als je voorkomt dat
mensen binnen kunnen komen, dan is het op grond van een zekere gedachte van
wat Europa is, en is het op grond van ook een zekere gedachte van wat de Europese
Unie tot een Unie maakt. Mag je eigenlijk die mensen buiten houden? Het lijkt alsof
we niet zonder grenzen kunnen. Maar zoals hij ook heeft laten zien; elke grens die je
om Europa trekt is in een zekere zin willekeurig. En dus als die grenzen die Europa
trekt, willekeurig zijn, op welke manier valt geweld van recht te onderscheiden? Dit is
eigenlijk de kern vraag van de cursus. Het is abstract, maar het is niet vaag.
, Samenvatting week 4
Wat is de kern van vorige week?
BVerfG/Koopmans: vier tegenstellingen. Wat ik heb proberen te laten zien is dat het
BVerfG en de heer Koopmans sterk van mening verschillen wat betreft de status van
de EU als gemeenschap. Voor het BVerfG is er geen sprake van een Europese
democratie zonder volkssoevereiniteit, terwijl Koopmans zegt dat we juist democratie
moeten loskoppelen van volkssoevereiniteit. Volgens het BVerfG kan er geen sprake
zijn van een constitutie in juridische zin die niet vooraf bepaald wordt door een besluit
van het volk om zichzelf een grondwet te geven, dus een politieke betekenis van een
constitutie. Volgens Koopmans is dit wel degelijk mogelijk. Je kan een juridische
constitutie hebben in de zin van bevoegdheidsverdeling, maar je hebt geen besluit
van een volk nodig. Des te meer dat zowel in Duitsland, als in Europa elke gedachte
van een homogeen volk achterhaald is. Er zijn een aantal tegenstellingen tussen
Koopmans en het BVerfG en die leiden tot een vervelende implicatie. Als je het
BVerfG volgt, dan kom je tot de conclusie dat geen sprake kan zijn van een Europese
rechtsorde die autonoom is. Als je Koopmans volgt, heb je het probleem dat hij
weerloos staat ten overstaan van de kritiek van het BVerfG. Het BVerfG zou verwijzen
naar de taferelen die net getoond werden op het filmpje hierboven, door te zeggen;
ziet u wel, we hebben wel degelijk een notie van een volk nodig, willen we kunnen
spreken van een autonome rechtsorde. Gegeven dat impasse, heeft de leraar
voorgesteld om een typische filosofische beweging met hem te voltrekken. Een
beweging waarbij we, in plaats van ons te focussen op wat de tegenstellingen zijn,
gaan kijken naar wat de vooronderstellingen zijn die ze delen. Waar zijn ze het met
elkaar eens?
BVerfG/Koopmans: vier gedeelde vooronderstellingen. Ten eerste de gedachte dat er
geen sprake is van een politieke gemeenschap. Volgens het BVerfG zou je dat
moeten hebben, volgens Koopmans is dat juist niet nodig. Ten tweede is er volgens
beide geen sprake van een Europees volk. Volgens het BVerfG heb je dat nodig,
wil het Europarlement een parlement zijn in democratische zin. Volgens Koopmans is
dat onzin; we hebben geen volk nodig voor een democratie. De derde gedeelde
veronderstelling is dat politieke eenheid (als die er ooit komt) het verdwijnpunt op
de horizon is van een integratieproces waarbij je de schotten zo langzamerhand
weghaalt tussen de lidstaten. Juridische en economische schotten en misschien op
den duur politieke schotten, waardoor we de verenigde staten van Europa zouden
worden en we niet meer lidstaten zijn maar deelstaten. Ten vierde de gedachte dat
integratie een proces is van ontgrenzing. Als dat is wat deze twee
tegenovergestelde posities delen, dan is de filosofische vraag; misschien zitten de
problemen er op niveau van de gedeelde veronderstellingen en niet de
tegenstellingen. Deze gedeelde veronderstellingen speelde niet alleen bij Koopmans
en het BVerfG een rol, maar ook later bij het debat tussen Fischer en Weiler.
Fischer/Weiler: de gedeelde vooronderstelling blijven gelden. Wat de leraar gaat doen
in de loop van de komende colleges, is deze vooronderstellingen op hun kop zetten.
Hij gaat zeggen dat we op een bepaalde manier al een politieke eenheid
vooronderstellen. We veronderstellen al zoiets als een Europees volk. Het politieke
van het politieke integratieproces is niet per se dat we steeds verder gaan in dat
proces van integratie. Het is juist de vraag wat we nog willen houden bij de lidstaten
en wat we willen overhevelen naar Europa. Hebben we een soort eb en vloed
beweging? Soms meer toekennen aan Europa en soms minder. Wat aan de kern ligt
van een soort perikelen waarmee Europa zit, is dat we misschien te ver zijn gegaan
in bepaalde opzichten. Het lukt ons niet om gezamenlijk bepaalde bevoegdheden uit
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FleurJ94. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.