Internationaal ondernemen
H1: Inleiding in internationaal ondernemen
1.1 Wat is internationaal ondernemen?
Internationaal ondernemen
Internationaal ondernemen is een breed begrip, het gaat niet alleen om investeren in het
buitenland, het heeft ook te maken met internationale ontwikkelen en de handelingen
die men moet maken.
Globalisering
De globalisering heeft de internationale handel gemaakt en verandert.
Globalisering is het wereldwijd samensmelten van economieën, politiek en culturen. De
oorzaken hiervan zijn het internet, wegvallen van landsgrenzen en de opkomst van
lagelonenlanden.
Voordelen zijn: Hogere economische groei en welvaart, technologische kennis en wijd
verspreide culturele integratie. Nadelen zijn: Grotere kans op ondermijning van lonen in
ontwikkelde landen, toename uitbuiting arbeiders in minder ontwikkelde landen en hoge
macht multinationals.
Duurzaam internationaal ondernemen
De laatste jaren komt duurzaam ondernemen steeds meer terug, we onderscheiden drie
pijlers:
People (menselijke kant ondernemen, veiligheid, mensenrechten, lonen)
Planet (milieu, efficiënt omgaan met grondstoffen, afvalmanagement)
Profit (winst, locatiebeleid, winstgevendheid, winstbestemming, sponsoring)
1.2 Waarom gaan bedrijven de grens over?
Internationale handel
Sectoren kunnen zich onderscheiden in de mate en aard van binnenlandse concurrentie,
aanwezigheid van voldoende toeleverende bedrijvigheid, de factorcondities op de
thuismarkt en op de vraagcondities.
We onderscheiden bij internationale handel, de import en export.
*Import: kopen van producten of diensten in buitenland. Reden; goedkoper en product
is nog niet in eigen land verkrijgbaar.
*Export: Verkopen van buitenlandse producten of diensten. Reden; te kleine
binnenlandse markt, nieuwe afzetmarkten, continuïteit onderneming, prijs is
concurrerend en overcapaciteit.
Buitenlandse investeringen
Een bedrijf investeert direct in het buitenland, kan ook d.m.v. fusie. We onderscheiden
proactieve motieven (komen voort uit het beleid om internationaal zaken te gaan doen)
en reactieve motieven (komen voort uit een bedreiging van de thuismarkt of uit de aard
van het product)
, Proactieve motieven:
1. Winst- en groeidoelstellingen
2. Wil van management
3. Onderscheidend vermogen van product
4. Inspelen op marktkansen in buitenlande
5. Schaalvoordelen
6. Integratie van bedrijfskolom
7. Belastingvoordelen
Reactieve motieven:
1. Concurrentiekracht
2. Kleine en/of verzadigde thuismarkt
3. Benutten van overcapaciteit
4. Verminderen afhankelijkheid klanten/leveranciers
5. Stabilisatie van seizoensinvloeden
6. Nabijheid van klanten/leveranciers
7. Korte houdbaarheid van product
1.3 Nederland en internationaal ondernemen
Nederland en internationale handel
In Nederland is er sprake van een actieve handelsbalans, wij hebben een
handelsoverschot. Het tegenovergestelde is een passieve handelsbalans wat gepaard
gaat met een handelstekort.
Vooruitzichten voor internationaal ondernemen
Ook met de crisis groeit de internationale handel, Nederland is erg afhankelijk van het
herstel van de wereldmarkt.
1.4 Organisaties die helpen bij internationaal ondernemen
Er zijn veel organisaties die helpen met de juiste gegevens te verzamelen.
,H2: Politieke & economische omgeving
2.1 Vrije handel
Vrij verkeer van goederen en diensten
Concurrentie tussen geïmporteerde en lokale producten doet de prijzen dalen en de
kwaliteit toenemen. In de EU wordt met één importtarief gewerkt om alles zo eerlijk
mogelijk te houden. Het volledig vrije handelsverkeer over de wereld wordt beperkt door
twee manieren: Economische samenwerking tussen landen en beperking van de handel
om de economie te beschermen (protectionisme).
2.2 Economische samenwerking
We onderscheiden drie soorten veel voorkomende samenwerkingen:
Vrijhandelszone
Geen handelsbeperkingen onderling, voor andere landen ieder eigen beleid. Voordelen
hiervan zijn: Efficiënte inzet van productiefactoren – Stimulans voor concurrentie –
voorkoming van handelsoorlog – bevordering handel en investeringen en bevordering
welvaart.
Douane-unie
Vergelijkbaar met vrijhandelszone alleen ook gemeenschappelijk buitentarief.
Gemeenschappelijke markt
Douane-unie + vrij verkeer goederen, productiefactoren en diensten. De onderlinge
handel wordt gestimuleerd, EU is het voorbeeld.
2.3 Economische unie en monetaire unie
Gevormd door zestien lidstaten die allemaal de euro als betaalmiddel hebben. Het
eurosysteem bestaat uit de ECB en de nationale centrale banken van de landen die de
euro hebben ingevoerd.
2.4 Protectionisme
Maatregelen die de overheid neem om de eigen economie te beschermen. De WTO
(Wereldhandelsorganisatie) vecht protectionisme aan op vele manieren.
Er zijn twee manieren om de eigen economie te beschermen.
1. Maatregelen die geld kosten (tarifair)
- Invoerrechten
- Omzetbelastingen (btw)
- Accijnzen
- Subsidies en regelingen
- Contingenten (tariefmaatregelen)
a. Tariefpreferenties (handelspolitieke maatregel)
b. Tariefcontingenten of quota’s (kwantitatieve bepreking)
c. Bijzondere bestemming
d. Antidumpingheffing (dumping)
2. Maatregelen die eisen stellen aan de handel (non-tarifair) ‘nieuw protectionisme’
- Douane formaliteiten
- Technische voorschriften
, - Administratieve procedures
- Verscherpte kwaliteitseisen
- Exportbeperkingen
2.5 Internationale organisaties
Er zijn verscheidene internationale organisaties.
Verenigde naties
De Wereldhandelsorganisatie (WHO)
Staat voor liberalisering van de wereldhandel.
Het internationaal Monetair Fonds (IMF)
Zorgt voor stabiliteit internationale monetaire en financiële systeem.
De Wereldbank
Geeft financiële en technische bijstand aan ontwikkelingslanden over de hele wereld.
De organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)
Verdrag tussen 30-landen over bepaalde belangrijke kwesties.