SWK samenvatting – Blok 2
Ontwikkelingspsychologie
,Prenatale ontwikkeling en fysieke ontwikkeling in de babytijd
Hoorcollege 1
Begrippen uit hoofdstuk 1
Ontwikkelingspsychologie: richt zich op de menselijke ontwikkeling. De wetenschappelijke studie naar
groei, verandering, en stabiliteit van conceptie tot ouderdom. Onderzoekers houden zich het meeste
bezig met de periode van de geboorte tot de adolescentie, waarin veel veranderingen elkaar het snelst
opvolgen.
Onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen is te verdelen in vier centrale thema’s. Je kan je
specialiseren in een van deze thematische gebieden. Dit zijn:
- Fysieke ontwikkeling: ze kijken naar de invloed van het lichaam op ons gedrag. Zo kijken ze
naar de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte aan eten,
drinken en slaap. Onderzoek richt zich bijvoorbeeld op de effecten van ondervoeding op
het groeitempo van kinderen of op het seksuele rijpingsproces tijdens de adolescentie.
Voorbeelden van vraagstukken:
- Wat bepaald de sekse van het kind?, Wat zijn de langetermijngevolgen van een premature
geboorte? , Wat zijn de voordelen van borstvoeding? Of wat zijn de consequenties van
vroege of late seksuele rijpheid?
- Cognitieve ontwikkeling: zij proberen te begrijpen hoe het gedrag van menen wordt
beïnvloed door groei en veranderingen in hun intellectuele vermogens. Ze houden zich
bezig met leren, geheugen, probleemoplossing en intelligentie. Zij willen er bijvoorbeeld
achter komen hoe intellectuele vermogens in de loop van de kindertijd veranderen, of
proberen te achterhalen of er culturele verschillen bestaan in de factoren waaraan
kinderen hun successen en mislukkingen op school toeschrijven.
Voorbeelden van vraagstukken:
- Wat zijn de vroegste herinneringen die we van onze babytijd kunnen hebben?, wat zijn de
consequenties van tv kijken?, heeft tweetalig zijn voordelen? en welke invloed heeft
egocentrisme van een adolescent op zijn wereldbeeld.
- Sociale ontwikkeling: ze kijken naar de manier waarop de interacties van mensen en hun
sociale relaties in de loop van hun leven groeien, veranderen en stabiel blijven,
Voorbeelden van vraagstukken:
- Reageren pasgeboren baby’s anders op hun moeder dan andere mensen? En hoe kunnen
we interetnische vriendschappen bevorderen?
- Persoonlijkheidsontwikkeling: ze kijken naar de stabiliteit en verandering in de
eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden.
Voorbeelden van vraagstukken:
- Wat is de beste manier om kinderen op te voeden?, Wanneer wordt een kind zich bewust
van zijn sekse? en wat zijn de oorzaken van zelfmoord bij adolescenten?
, Prenatale ontwikkeling : De prenatale ontwikkeling kent drie fasen: de germinale, de embryonale en
de foetale fase.
● Germinale stadium
Is het eerste en kortste stadium. Begint de zygote zich te delen en in complexiteit toe te nemen. Dit
gebeurt tijdens de eerste twee weken na de conceptie. Het bevruchte ei (blastocyste) reist naar de
baarmoeder en wordt geïmplanteerd in de baarmoederwand. 3 dagen na bevruchting bestaat het
organisme uit 32 cellen, de volgende dag is dat aantal verdubbeld. De placenta is het doorgeefluik
tussen de moeder en de foetus.
● Embryonale stadium
Kind wordt vanaf nu een embryo genoemd. Dit is de periode van 2 weken tot 8 weken na de
bevruchting. Dit is de periode dat de organen en anatomie wordt gevormd. Kind bestaat uit drie
lagen:
● Ectoderm → buitenste laag, zal de huid, haar, tanden, zintuigen, hersenen en het ruggenmerg
vormen
● Endoderm → binnenste laag, zal de spijsvertering, lever, alvleesklier en het ademhalingsstelsel
ontwikkelen
● Mesoderm → spieren, botten, bloed en de bloedsomloop
De hersenen en het hoofd groeien het snelste tijdens deze periode. Het hoofd beslaat al ongeveer 50
procent van het hele embryo.
● Foetale stadium
Dit vindt plaats rond 8 weken na de conceptie tot aan de geboorte. Foetus wordt groter en zwaarder.
Organen nemen toe en gaan ook echt functioneren. Er komen bijvoorbeeld vingers aan handen. Ook
de hersenen ontwikkelen zich steeds verder. Ook de onderlinge verbindingen tussen de neuronen
worden complexer. Het isolerende materiaal myeline bedekt de neuronen. Dit bevordert de
transmissiesnelheid van de boodschappen die de hersenen naar de rest van het lichaam zenden. Ook
worden er aan het einde van deze fase hersengolven geproduceerd. 8 tot 24 weken na conceptie
worden er hormonen vrijgegeven.