Samenvatting Medische kennis periode 4.1
Bloed en stolling
De mens heeft ongeveer 5L bloed (7,5% van het lichaamsgewicht)
Bloed bestaat uit:
- 55% bloedplasma
- 45% bloedcellen
PH-waarde bloed: 7,35-7,45
Erytrocyten:
- Rode bloedcellen
- Verhouding bloedcellen 95%
Leukocyten:
- Witte bloedcellen
- Verhouding bloedcellen: 0,1%
- 3 groepen: granulocyten, lymfocyten en monocyten
Trombocyten:
- Bloedplaatjes
- Verhouding bloedcellen: ongeveer 5%
, Erytrocyten
- Vorm: schrijfvormige, biconcave (beide kanten hol van de cel)
- Vorming uit stamcellen in rode beenmerg uit platte beenderen
- Bij zoogdieren: bevat geen mitochondriën, geen kern, voornamelijk
gevuld met het eiwit hemoglobine
- Levensduur: 120 dagen
Hemoglobine
- Rode bloedkleurstof
- Gemakkelijk binden en afgeven O2
- 40 maal meer zuurstof transporteren
Leukocyten
- Kunnen van vorm veranderen
- Monocyten, lymfocyten, granulocyten
- Kunnen het bloedvat verlaten
- Zijn in staat ziektekiemen bestrijden
- Levensduur: uren tot tientallen jaren
- Aantal leukocyten kan explosief stijgen
Anemie: pathofysiologische indeling anemie
1. Gestoorde aanmaak: beenmergafwijking, gebrek aan foliumzuur, vit.
B12, EPO
2. Verhoogde afbraak: enzymdeficiënties, infecties hemoglobineafwijkingen
3. Verhoogd verlies: acuut/chronisch bloedverlies
Pernicieuze anemie
- Anemie door tekort aan intrinsic factor
- Oorzaken: auto-immuun gastritis, atrofische gastritis
- Behandeling: vit. B12 injecties
Maag/darm en vitamine B12
- Vitamine b12 kan niet door het lichaam aangemaakt worden. (moet
zitten in voeding, dierlijke producten). Vitamine b12 wordt opgeslagen in
de lever
- Vitamine B12 kan niet woerden opgenomen in de dunne darm