GRONDRECHTEN
HC 1
Wie? Bijv art 1 GW: Allen die zich in Nederland bevinden = territoriale grens
Art. 3 GW: alle Nederlanders. Art. 12 EVRM: Mannen en vrouwen van huwbare leeftijd Art. 12 IVBPR:
eenieder ect.
Individu is altijd drager
maar:
- niet altijd ieder individu
- bepaalde categorieën personen uitgezonderd
- Andere grondrechtdragers dan individuen
- groepen personen
- privaatrechtelijke rechtspersonen
Dier heeft geen grondrechten als een mens > Zaak Naruto apenselfie.
Artikel 13 EU-Werkingsverdrag:
- Bij het formuleren en uitvoeren van het beleid van de Unie, ouden de Unie en de lidstaten ten volle
rekening met hetgeen vereist is voor het welzijn van dieren als wezens met gevoel, onder eerbieding
van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en gebruiken van de lidstaten met betrekking tot
met name godsdienstige riten, culturele tradities en regionaal erfgoed.
Omdat: dieren ook geen plichten hebben, kan je nergens op aanspreken o.i.d.
Grondrechten in deze cursus als verzamelterm: Grondrechten = mensenrechten en fundamentele
rechten.
Grondrechten: Drie generaties:
1. Klassieke rechten
2. Sociale rechten
3. Solidarity rights
Klassieke rechten:
- Ook wel vrijheidsrechten, afweerrechten, burgerrechten genoemd
- Oudste soort grondrechten, dus daarom eerste generatie
- Functie: typisch in te roepen tegen overheid, negatieve verplichting
- Art 11 EVRM: Een ieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vergadering en op vrijheid van
vereniging, met inbegrip van het recht met anderen vakverenigingen op te richten en zich bij
vakverenigingen aan te sluiten voor de bescherming van zijn belangen.
- O.a. in EVRM, IVBPR, vooral artikel 1-18 grondwet
Sociale rechten:
- Ook wel socio-economische rechten genoemd
- Tweede oudste soort grondrechten
- Functie: Overheidsoptreden/ prestatie verlangd, opdracht aan overheid, positieve verplichting
- Art. 20 GW:
1. De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg overheid
2. De wet stelt regels omtrent de aanspraken op sociale zekerheid
3. Nederlanders hier te lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien, hebben een bij de wet te
,regelen rechts op bijstand van overheidswege.
> Bijv. ESH, IVESCR, vooral 19-23 GW
Verhouding sociale en klassieke grondrechten: onderscheid is niet waterdicht, bijv. art. GW:
kiesrecht: klassiek grondrecht, mag zelf weten op wie je mag stemmen, MAAR overheid moet ook
handelen, beschermen tegen intimidatie omtrent jouw stemrecht.
Solidarity Rights:
- Ook wel groepsrechten genoemd
- Jongste soort grondrechten
- Veelal gericht op groepen en de toekomst
- Zelfbeschikkingsrecht volkeren, recht op ontwikkeling, recht op cultuur en identiteit (inheemse
volkeren)
- Art. 20 lid 1 en art. 24 African Charter on Human and Peoples Rights
Bijv. Catalonië
Nadruk ligt op klassieke en sociale rechten
Verschillen tussen de soorten valt te nuanceren:
- Overheidsoptreden en klassieke grondrechten, niet alleen overheidsonthouding, ook juist
moeten optreden bijv. zorg dragen voor organisatie dat burger kan stemmen.
- Overheidsonthouding bij sociale rechten, niet alleen-optreden, maar soms ook onthouding
Bij het onderscheid negatieve/positieve verplichtingen gaat het erom wat grondrechten van de
overheid verlangen om rechten en vrijheden te realiseren.
Art. 23 Grondwet:
- lid 1: het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering
- lid 2: Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht van de overheid en, voor wat bij de
wet aangewezen vormen van onderwijs betreft, het onderzoek naar de bekwaamheid en de
zedelijkheid van hen die onderwijs geven, een en ander bij de wet te regelen.
= zowel klassiek als sociaal grondrecht. Lid 1: regering moet optreden, sociaal grondrecht
Lid 2: onderwijs moet vrij zijn, vrijheidsrecht, klassiek recht.
Waar komen grondrechten historisch gezien vandaan?
- Oude grieken: vrijheid
- Feodale middeleeuwen: gebrek aan gelijkheid
- Kerkhervorming: tolerantie van verschillende godsdiensten
- Verlichting (nadruk op reden/individu)
- Opkomst van burgerij: nadruk op eigendomsrecht, kiesrecht
- Democratische rechtsstaat: omvattende bescherming van grondrechten
- Internationalisering van grondrechten post WWII
Grondslagen van grondrechten
- Menswaardigheid (aangeboren/inherent?)
- Democratie en menswaardigheid vullen elkaar aan
- Democratie (politieke meerderheid) kan grondrechten ook schaden
- Minderheid legt zich neer bij meerderheid, meerderheid beschermt minderheid
Universaliteit van grondrechten?
- Weinig echt universele rechten (ius cogens= folterverbod)
- Geleidelijk hoger eisen stellen aan grondrechtenbescherming
,- Grondrechten positiveren (vastleggen/ garanderen/ afdwingen)
- Moeten rechten universeel zijn? Gelijkstelling van (niet-) confessioneel onderwijs?
Werking:
Verticaal= Traditionele functie: ten opzichte van de overheid
Horizontaal= moderne functie, ten opzichte van derden (burger tegen burger)
Grondrechten berusten op:
- Nationale juridische bronnen
> Grondwet, hoofdstuk 1 (en art. 114 GW?)
> Nadere uitwerking van grondrechten in wetgeving, bijv. Algemene wet gelijke behandeling
- Europese Unie juridische bronnen
- Handvest van de grondrechten van de EU/ Algemene beginselen van EU-recht
- Internationale juridische bronnen: EVRM, IVBPR, IVESCR, andere verdragen zoals de uitbanning van
alle vormen van discriminatie, de bescherming van de rechten van het kind/ gehandicapten/ foltering
Rechtsbescherming van grondrechten
> welke instanties kunnen grondrechten afdwingen/beschermen
> rechter: vormt spil van rechtsbescherming binnen rechtstaat + rechtelijke controle: Van de
uitvoerende macht- is een kernbeginsel van de democratisch rechtsstaat
In welke gevallen kan de rechter een grondrecht beschermen:
- Vraag naar de interpretatie/reikwijdte (ofwel werking/toepasselijkheid van een grondrecht)
- Vraag of er inmenging (beperking/ interference) was (door de staat) met de reiwijdte in een
bepaald geval
- Een beperking is niet vanzelf een inbreuk op schending van een grondrecht
- sommige grondrechten late een inmenging toe onder bepaalde omstandigheden (art. 8 EVRM)
- Andere grondrechten late nooit een inmenging met de reikwijdte toe (art. 3 EVRM)
Voorbeeld van interpretatie van reikwijdte: Zusters van St. Walburga:
Godsdienst / prostitutie: recht op vrijheid van godsdienst art. 6 GW.
HR: uit een ander leid ik af dat niet alles wat zich godsdienst noemt godsdienst is in de zin van art. 6
GW. Hetzelfde geldt voor het belijden van een godsdienst en voor de uitoefening van het recht van
godsdienstvrijheid
HR Kerk van vliegende spaghetti monster: vergiet op hoofd dragen om symbolisch onderscheid te
maken tussen hoofd- en bijzaak. Wilde vergiet op hoofd niet afdoen bij het maken van pasfoto voor
rijbewijs. Vrijheid van godsdienstvrijheid? Niet toegestaan omdat het geen erkende godsdienst is,
maar parodie. Valt niet onder reikwijdte.
Welke rechters kunnen grondrechten beschermen? (wel BINDENDE uitspraken)
- Nationale rechter:
> nationaal recht: grondrecht, wetgeving art. 120 GW
> Internationaal recht bijv. EVRM en IVBPR art. 94 GW
> EU- recht: nationaal rechter die HvJEU een prejudiciële uitspraak kan/moet vragen art. 267
werkingsverdrag EU (art. 94 GW NIET van toepassing)
Internationale rechter:
> Voorn. EHRM op grond van artikel 34 en artikel 35 EVRM
, EU Rechter:
> HvJEU past EU-grondrechten toe
Nationale rechter is zeer belangrijk, beschermd nationaal, internationaal en EU rechten.
Internationaal beschermd alleen internationale grondrechten, EU rechter alleen EU recht!
Welke niet-rechtelijke instanties kunnen grondrechten beschermen (NIET BINDENDE uitspraken_
Nationale beklagmogelijkheden:
- College voor de rechten van de mens: Het colelge beschermt, bewaakt, belicht en bevordert de
mensenrechten in NL door onderzoek, advies, voorlichting en het individueel oordelen in het geval
van discriminatie.
Internationale beklagmogelijkheden:
Bijv. het Europees Comité voro Sociale rechten mbt het Europees Sociaal Handvest (Raad van Europa
verdrag, GEEN EU-verdrag!)
Grondrechten zijn als volgt van aard:
Principieel: Fundamentele kenmerken van de gehele rechtsorde
Constitutioneel: Condities voor rechtmatige uitoefening van publiek gezag
Normatief: Subjectieve rechten jegens de overheid, instructienormen voor de overheid en
rechtsbeginselen die doorwerken in de uitleg van toepassing van andere rechtsnormen
Omschrijving grondrechten: Fundamentele normen die strekking hebben het individu persoonlijke
vrijheid en een menswaardig bestaan te verzekeren en die met name de handelingsvrijheid van de
overheid te beperken.
Vragen deze cursus: vanuit perspectief van de burger:
> op welke rechter kan de burger een beroep doen?
> Welke rechtsbronnen kan de rechter in het geschil van de burger toepassen?
Grondrechten in de Nederlandse rechtsorde:
De Nederlandse rechter vormt de spil van de grondrechtenbescherming in de gelaagde rechtsorde:
- Strafrechter
- Bestuursrechter
- Civiele rechter
Welke nationale rechtsbronnen zijn er: Statuut, grondwet, fundamentele(ongeschreven)
rechtsbeginselen, wet en regelgeving (bijv. Algemene wet gelijke behandeling)
Wat is de rol van de rechter mbt nationale grondrechten?
HR HARMONISATIEWETARREST: wet in formele zin, gemaakt door regering en staten Generaal
gezamenlijk. Die wet tastte de rechtspositie van studenten aan, ook terugwerkend. Aan rechter
gevraagd: Toets deze wet in formele zin aan de grondwet. Mocht niet ivm art. 120 GW
Beroep op grondwet mag niet slagen: Art. 120: De rechter treedt niet in de beoordeling van de
grondwettigheid van wetten (lees: wetten in formele zin) of verdragen.
Art. 43 Statuut: Elk der landen draagt zorg voor de verwezenlijking van de fundamentele menselijke
rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van het bestuur