Opdracht 5 Consortium opdracht
SW 2020 B1-K2-W1 Voert beleid uit
Opdracht V1: Beleid: wat houdt dat in?
Inleiding:
Parnassia werkt op meer dan 500 locaties, met drie hoofdregio's: Noord-Holland, Haaglanden en
Rijnmond, waaronder de Zuid-Hollandse eilanden. Ze bieden zorg voor alle psychische problematiek:
alle psychiatrische stoornissen, ontwikkelingsstoornissen, verslavingszorg en gecombineerde
problematiek. Ze bieden de zorg zo kort en dichtbij als dat kan, en intensiever en langer als dat nodig
is.
Parnassia biedt generalistische GGZ en specialistische GGZ. Daarnaast zijn er teams die hoog
specialistische GGZ bieden en zich vooral richten op patiënten met zeldzame aandoening(en) en/of
op patiënten die niet genoeg resultaat hadden of naar verwachting zullen hebben bij een
behandeling. Een aantal van deze teams voldoen inmiddels aan het keurmerk TOPGGZ.
Medewerkers van Parnassia hebben een actieve inbreng in de sociale (wijk)teams op gemeentelijk
niveau. Parnassia Groep heeft als uitgangspunt vrijwillige zorg. Ze willen verplichte zorg zoveel
mogelijk voorkomen.
Er wordt gestreefd naar zoveel mogelijk autonomie en zelfmanagement van de patiënt met zoveel
mogelijk betrokkenheid van belangrijke personen van de patiënt, zoals familie en vrienden. Het
terugdringen van dwang en drang staat voorop in het denken en handelen van de medewerkers van
Parnassia.
Er wordt ook scholing aangeboden. Met maatschappelijke en juridische instanties, nemen ze hun
eigen verantwoordelijkheid met medisch-ethische verplichtingen. De geneesheer-directeur bewaakt
de rechtspositie van patiënten die verplichte zorg ontvangen, alsmede de kwaliteit en veiligheid van
deze zorg.
Vanuit Parnassia worden nieuwe ontwikkelingen gedaan die gericht zijn op het voorkomen en
verminderen van verplichte zorg. Klinieken zijn ingericht met voorzieningen, zoals HIC (high intensive
care) en comfort rooms. Ervaringsdeskundigen worden hierbij doelgericht ingezet. Parnassia
ondersteunt daarbij het gebruik van de zelfbindingsverklaring, het eigen plan van aanpak en de
zorgkaart. Ook is dagbesteding belangrijk.
Opdracht V3: Oriënteren op beroepsstandaarden, beroepscode en protocollen
Beroepsstandaarden
Het beroep sociaal werk staat voor de functies en beroepen in het sociaal domein wat bij elkaar
hoort. Het beroep sociaal werk richt zich op het ondersteunen van gedragsverandering bij mensen
en (sociale) netwerken, groepen en samenlevingsverbanden ondersteunen. Het gaat om de
, behoeften van mensen op meerdere levensgebieden die impact hebben op hun sociaal en
maatschappelijk functioneren. Denk aan: schulden, armoede, werkloosheid, schooluitval, opvoed-
en opgroeiproblemen, taalachterstand, buitensluiting, overlast, beginnende criminaliteit,
verwaarlozing, gebrekkige mobiliteit, eenzaamheid, psychosociale problematiek als angst, woede en
verdriet. Sociaal werkers houden zich ook bezig met het voorkomen van problemen. Wanneer ze
signalen opvangen handelen ze hierop. Sociaal werkers steunen mensen individueel door hun eigen
vermogen aan te spreken, hun talenten te laten ontdekken en te ontwikkelen, contacten met het
sociale netwerken te stimuleren, de kwaliteit van sociale netwerken te vergroten. Ze helpen mensen
bij problemen als ze dat niet zelf lukt. Het kan daarbij gaan om tijdelijke hulp of om het regelen van
langdurige hulp.
Als sociaal werker is het belangrijk dat je de vraag van de cliënt helder maakt en dat je goed luistert
naar de cliënt. Je hebt een open houding en kan een vertrouwensband opbouwen. Ook geef je de
ruimte om een cliënt uit te laten praten en vraag je door. Het is belangrijk dat je iemand kan
motiveren, informeren en adviseren. Als sociaal werker durf je op iemand af te stappen en ben je
een aanspreekpunt. Je hebt kennis van de samenleving en presenteert je zelfbewust bij bewoners.
Ook help je mensen hun verkeerde patroon te overwinnen en zoek je samen naar een oplossing. Je
ondersteund mensen met het goed meedoen met de samenleving en hun zelfredzaamheid te
vergroten. Ook herken je kansen, problemen en tekorten en spring je daarop in. Ook versterk je de
netwerken van mensen en heb je zelf een groot netwerk. Ook moeten sociaal werkers veel geduld
hebben, verantwoordelijkheid hebben en het vertrouwen winnen van mensen.
Beroepscode
Het hebben van respect is een belangrijke waarde in het sociaal werk. Je scheld niemand uit en je
praat achter niemand zijn rug om en respecteer je de keuzes van cliënten. Ook hebben sociaal
werkers fatsoennormen zoals dat je op tijd op je werk bent. Ook is gelijkheid belangrijke waarde in
het sociaal werk. Je behandelt iedere cliënt gelijk. Een beroepscode geeft cliënten, burgers,
werkgevers en opdrachtgevers duidelijkheid over wat zij mogen verwachten van (het gedrag van)
sociaal werkers. Sociaal werkers moeten ook vertrouwelijk omgaan met gegevens en informatie
Protocollen
Bij brand en/of ontruiming van het pand:
1. Brand melden: mondeling, telefonisch, via portofoon en/of via brandmelder.
2. Indien mogelijk: blus zelf een klein brandje.
3. Stem af wie rol van ploegleider op zich neemt en laat deze voor de ingang van het gebouw
staan.
4. Bel 112.
5. Bel 088-3577777 (indien mogelijk secretariaat bellen).
6. Bhv'ers: zorg voor herkenbaarheid d.m.v. geel hesjes en helm.
7. Breng personen via de korstte weg (nooduitgangen) in veiligheid naar buiten.
8. Sluit (indien mogelijk) deuren en ramen van de ruimte die je verlaat.
9. Neem van de werkplek mee:
1. Indien beschikbaar: lijst van namen van aanwezige cliënten (om later te kunnen checken of
iedereen buiten is).