Kennislijn OP1
• Kennisweek 1, werkgroep 1, literatuur.
Zorgbasics – Diversiteit H3.1, H3.2, H3.3 en H3.5.
H3.1, Gezondheid en ziekte.
Gezondheid is niet alleen de afwezigheid van ziekte, maar ook het hele plaatje met de
psychische gemoedstand. Kortom de vraag naar wat gezond en wat ziek is niet gemakkelijk
te beantwoorden.
H3.2, Gezondheid en ziekte – het classificeren.
Disability dit woord wordt gebruikt voor uitvoeren van activiteiten en restricties aan
participatie in leven.
ICF = International Classification of Functioning, Disability and Health = een classificatie voor
beschrijven van functioneren van mensen en factoren die het functioneren beïnvloeden.
ICF verdeel je onder in: ICF = van Huber.
1. Lichaamsfuncties
2. Activiteiten
3. Participatie
4. Gezondheid vanuit lichamelijk, individueel en maatschappelijk perspectief.
Factoren gezondheid en ziekte:
1. Individuele factoren (leeftijd, geslacht, uiterlijk etc.)
2. Opvoeding (formeel / informeel)
3. Sociaaleconomische status (armoede, sociale klasse, werk werkzoekende)
4. Omgevingsfactoren (weer, milieuverontreiniging)
5. Maatschappelijke factoren (netwerken, inclusie, discriminatie).
H3.3, Illness, disease, sickness.
Explanatory model (Arthur Kleinman)= verschillende perspectieven en verklaringen op
gezondheid en ziekte. Volgende termen als hulpmiddel:
Illness, disease, sickness.
Illness -> verwijst naar het subjectieve perspectief van cliënt dus: biografisch, emotioneel en
eigen geschiedenis. Perspectief van patiënt
Disease -> verwijst naar objectieve perspectief, meetbaar, wetenschappelijk. Perspectief van
professional.
Sickness -> voor ziekte-ervaringen en interpretaties van cliënt. Perspectief van maatschappij.
, Kennislijn OP1
• Kennisweek 1, werkgroep 1, literatuur.
Zorgbasics – Diversiteit H3.1, H3.2, H3.3 en H3.5.
H3.5, Het Nederlandse gezondheidszorgsysteem.
Nederlandse zorgstelsel = gebaseerd op solidariteit, voor iedereen toegankelijk.
Sinds 2006 = iedereen via een verzekeringsplicht in de Zorgverzekeringswet verzekerd.
6 dimensies van gezondheid = positieve gezondheid Zorgen voor jezelf, Gezond voelen,
(Huber) grenzen, kennis
gezondheid, kunnen
fitheid, klachten,
slapen, eten, conditie
1. Lichaamsfuncties werken
2. Mentaal welbevinden Onthouden, concentreren,
communiceren, vrolijk
3. Zingeving zijn, jezelf accepteren.
4. Kwaliteit van leven
5. Meedoen Zinvol leven, levenslust,
accepteren,
6. Dagelijks functioneren vertrouwen hebben,
Sociale contacten,
serieus nemen, erbij Genieten, gelukkig zijn,
horen, zinvolle balans, veilig voelen,
rondkomen, woning.
Literatuur CumLaude – Morrison V. Bennett paragraaf 1.1 tm 1.3.2.
- Sassen B. pagina 21-29.
- Walburg, J.
Morrison V. Bennett 1.1
Empirisme = het elementaire principe dat we de wereld via zintuigelijke waarnemingen
kunnen leren kennen. speculatie, interventie en redeneren.
Biomedische Een symptoom van ziekte een achterliggende oorzaak heeft. Zo
ziektemodel bestaat er directe, causale relatie tussen een ziekte en de
symptomen. Weinig ruimte voor subjectiviteit, het reduceert de
geest.
Biopsychosociale Juist subjectief, wordt gekeken naar sociale en culturele factoren.
ziektemodel
Doelen WHO Op internationaal niveau gezondheid bevorderen, daarmee
gezondheidsprobleem terug dringen.
Belang gezondheid NL’er Gezondheidsproblemen staan op de tweede plek van
kopzorgen van Nederlanders.
WHO + accent exogene Exogene factoren: bacteriën en parasieten. Oplossingen
worden dan gezocht in verbeteren hygiëne.
H1.2
Sociale representatie van gezondheid = gene wat bepaalde groepen mensen onder
gezondheid verstaan.
Sassen B 1. Gezondheid, gezondheidsindicatoren en volksgezondheid.
, Kennislijn OP1
• Kennisweek 1, werkgroep 1, literatuur.
Sassen B 1. Gezondheid, gezondheidsindicatoren en volksgezondheid.
Biologische visie op gezondheid = aanpassing van het menselijk lichaam aan externe
omstandigheden. In stand houden homeostase (= constant houden van fysiologische
processen).
Psychologische visie op gezondheid = persoon gezond als gestelde doelen behaald kunnen
worden. Geestelijke gezondheid, en voldoen aan geestelijke behoeften.
Sociale visie op gezondheid = persoon gezond als hij zijn sociale rollen in maatschappij kan
vervullen binnen normen en waarden.
Humane, Multi causale visie op gezondheid = de mens is meer dan zijn lichaam, het is een
brede en positieve benadering van gezondheid vergeleken met klassieke, medische
benadering.
Dynamische visie op gezondheid = mens als holistische eenheid gezond wanneer hij in balans
is met zowel zichzelf als zijn externe milieu.
Walburg J, Van Kleef Instituut.
Welbevinden en bloei:
Welbevinden
Positieve Veerkracht,
gevoelens, emotionele en
tevreden leven, sociale
subjectieve intelligentie.
Bloei
Welbevinden wordt bepaald door erfelijke factoren, omstandigheden en eigen gedrag.
E-college HBO-verpleegkundig domein deel 1A.
Gezondheid Gezondheidsgedrag Gezondheidsvaardigheden
- Actueel geschaad Vermogens leiden tot
- Bedreigd gezondheidsgedrag
toereikend / beperkt toereikend
- Zelfredzaamheid: praktisch zelf dingen doen.
Positieve gezondheid = health as the ability to adapat - Zelfmanagement: sturing geven
and tos elf manage, in the face of social, physical - Adaptief vermogen: geduld, kunnen volhouden,
and emotional challenges. loslaten, andere manier accepteren, veerkracht.