ARTIKELEN TAAL, MENS EN MAATSCHAPPIJ – WEEK 4 T/M 8
Interview met N. Chomsky – Het menselijk taalvermogen
- Chomsky’s generatieve grammatica als uitgangspunt voor taalkundig onderzoek
- Generatieve grammatica = klassieke taalkunde (sluit aan bij ideeën van voor het midden 19 e
eeuw)
Behaviorism: taal is systeem van gewoontes dat gereguleerd wordt door prikkels van
buitenaf
Klassieke benadering: we delen een kennissysteem voor taal, dat een systeem voor
regels in ons hoofd heeft ontwikkeld
Taal is vernieuwend, taal heeft samenhang, taal is onafhankelijke van prikkels
van buitenaf
Von Humboldt: “oneindig gebruik maken van eindige middelen”
Traditionele grammatica (onregelmatigheden, gericht op onderwijs, prescriptief) en
generatieve grammatica (regelmatigheden, descriptief): complementair
- “Leren je te verbazen”
Verbazen over dingen die iedereen weet zonder erin onderwezen te zijn
- Plato’s probleem: hoe is het mogelijk dat we zoveel weten terwijl we zo weinig gegevens
hebben?
Iedereen leert taal, ongeacht opleiding en intelligentie
- Taal als biologisch bepaald mentaal orgaan dat groeit, apart compartiment van de geest
Taal is iets exclusief menselijks
Taalvermogen komt overeen tussen verschillende talen (Universele
Grammatica)
Iedere afzonderlijke taal wordt een invulling van een biologisch bepaald
schema
Regels zijn specifiek voor taal
- Kindertaal moeilijker om te onderzoeken
Veranderlijk systeem
Moeilijk om aan informatie te komen (volwassenen kunnen oordelen geven)
- Taal naast moedertaal
Tegelijk met moedertaal: twee moedertalen
Mensen verliezen tijdens puberteit vermogen om taal perfect te beheersen
C. van Bree, M. van der Toorn en M. van der Wal – Paradigmawisselingen en constanten,
paragraaf 1.4
- Drie stromingen in 19e-eeuwse taalwetenschap
Normatief-kritische
Weiland (Nederduitsche spraakkunst, naamvalen en genusproblematiek),
Brills (Hollandsche Spraakleer)
Algemeen-filosofische
Kinker (kantiaanse filosofie), Roorda (logische analyse, basis van redekundig
ontleden)
Historische grammatica/taalkunde
- Traditionele grammatica in schoolspraakkunsten en vaktijdschriften (Taal en letteren, 1891-
1906/De nieuwe taalgids, 1907-1946 – Van den Bosch, Koopmans en De Vooys)
- Den Hartog – Nederlandsche Spraakkunst
Standaardwerk op het gebied van traditionele grammatica
Logisch-semantisch en normatief
Logische analyse, maar wel met taalgevoel
Uitgangspunt: schrijftaal
, - De Vooys
Psychologische waarneming en semantiek
1947: Nederlandse spraakkunst
Spraakklanken, woordsoorten, woordvorming en –betekenis, woordgroep, zin
- Kollewijn
1891: Onze lastige spelling
Vereenvoudiging spelling
C. van Bree, M. van der Toorn en M. van der Wal – Paradigmawisselingen en constanten,
paragraaf 2.3
- Traditionele grammatica
- G.S. Overdiep
Stilistische/Groninger school
1937: Stilistische grammatica van het moderne Nederlandsch
Relativiteit van taalvormen
Individuele taaluiting; verschillende taallagen
- G.A. van Es
Drie grondbeginselen: vorm en functie, syntaxis, stilistisch beginsel
- C.B. Van Haeringen
Zowel historische als moderne taalkunde
Veel publicaties in tijdschriften
- Gerlach Royen
Vereenvoudiging
1947-54: Buigingsverschijnselen in het Nederlands
- E. Kruisinga
1924: A grammar of modern Dutch
1938: Het Nederlands van nu
- Nederlandsche spraakkunst – Tinbergen (1914), Nederlandse spraakkunst – Rijpma en
Schuringa (1917, herziening Van Bakel in 1968), Nederlandse grammatica – Van den Toorn
(1973)
J. Luif – De schrobzaag, de schulpzaag en de kapzaag, of: wat iedereen moet weten van
grammatica
- Kerndoelen onderwijs (te mager)
Aantal taalkundige principes en regels
Enkel onderwerp en werkwoordelijk gezegde
Adequate woordenschat en strategieën voor onbekende woorden
Werkwoordspelling
“Spelling- en grammaticaconventies”
- Woordsoorten belangrijk voor omgang met woordenboek (zelfstandig naamwoord,
werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, voornaamwoorden)
- Zinsdelen belangrijk voor lange zinnen, stijl, leren van vreemde talen (persoonsvorm,
onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp)
- Belangrijke termen: tegenwoordige en verleden, onvoltooide en voltooide tijd / hoofdzin,
bijzin / samenstelling
- Grammaticaonderwijs is praktisch, maar leidt niet per se tot grotere taalvaardigheid
- Vooral nuttig in basisonderwijs
- Aansluiting tussen moedertaal- en vreemdetaalonderwijs moet beter
- Canon van termen benodigd
W. Haeseryn – Het kan allemaal!