100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
sociale psychologie 2022/2023: volledige samenvatting colleges €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

sociale psychologie 2022/2023: volledige samenvatting colleges

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

sociale psychologie samenvatting. uitwerking van de colleges, maar deze zijn vergeleken met de andere samenvattingen, waaronder die van athena en komen erg overeen en ontbreekt geen belangrijke info. wel extra info

Voorbeeld 4 van de 32  pagina's

  • 6 december 2022
  • 32
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (91)
avatar-seller
lonnevdwaterlaat
Sociale psychologie
College 1
Sociale psychologie kan ons inzicht geven in menselijk gedrag en kan ook helpen om een
heel complex probleem op te lossen (waarom gedrag op manier dat op LT schade brengt?)
 Helpt ook om je eigen leven beter te begrijpen
- Psychologie: de wetenschappelijke studie naar het gedrag en het innerlijke leven
(gedachten & gevoelens) van mensen (mensen begrijpen)
- Sociale psychologie: wetenschappelijke studie naar de manier waarop de gedachten,
gevoelens en het gedrag van mensen worden beïnvloed door de aanwezigheid van
anderen. Construct: de manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen,
begrijpen en interpreteren.
Mensen worden beïnvloed door de werkelijke (expliciete) of ingebeelde (impliciete)
aanwezigheid van anderen.
- Sociale invloed: het effect dat de woorden, daden of alleen al de aanwezigheid van
andere mensen hebben op onze gedachten, gevoelens, houdingen of gedrag

Perspectieven in de psychologie:
 Evolutionaire perspectief:
Sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken hoe genetische factoren over de eeuwen heen
zijn aangepast om de overlevings-en voortplantingskansen te vergroten.
 Natuurlijke selectie: proces waarbij belangrijke eigenschappen die gunstig zijn voor de
overleving worden doorgegeven aan het nageslacht. Guppy experiment
Hoe helpt evolutie om mensen gedrag te verklaren?
- Mensen hebben veel gemeen met andere dieren (gezichtsuitdrukkingen)
- Sommige menselijke gewoonten zijn universeel (vormen relaties; taboes; incest)
 Socio-cultureel perspectief
Sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken naar de invloed van grotere sociale groepen
Sommige gewoonten, tradities en gedragingen zijn verschillend, afhankelijk van de culturele
context (eetgewoontes; spinnen, correcte manier van gedragen)
 Cross-cultureel onderzoek: uitgevoerd tussen leden van verschillende culturen om te zien
of variabelen, factoren of bepaald gedrag aanwezig is in beide culturen of dat eht specifiek
voor de culturen waarin zij zijn opgegroeid
 Sociaal leren perspectief
Sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken hoe leerervaringen in het verleden toekomstig
gedrag voorspellen. Helpt gedrag verklaren: mensen zijn geneigd om gedrag te imiteren van
rolmodellen (Onderdeel opvoeding -> zelf ook later zo; positieve ervaringen).
Interactie tussen perspectieven: taal (evolutie + cultureel)

Wat bepaalt ons gedrag?
Kurt Lewin: formule om menselijk gedrag te begrijpen:
B = f(P X E)
B = gedrag, f= functie, p=persoon, e= omgeving/situatie
Persoon & omgeving beïnvloeden elkaar (waar ben je opgegroeid?).
Persoon & situatie; Aanwezigheid van andere (handen wassen), normen (stappen vs uni)
Situatie & persoon: 4 mei dodenherdenking; 2010: damschreeuwer; paniek
Persoon of situatie? Aanslagen; terroristen veroordelen, kijken niet naar situatie (nodig om
gedrag te veranderen), situatie uitlokken (Milgram experiment; schokjes)

,Gestaltpsychologie: bestudeert de subjectieve manier waarop een object in de geest van
mensen verschijnt. (Omgekeerde beelden, subjectieve contouren; interpretatie)
Naïef realisme: “wat wij zien is waar” (maar interpretatie kan erg afwijken per persoon)
Basale menselijke motieven:
Zelf-verbeteringsmotief: mensen willen een goed gevoel hebben over zichzelf
- Accuraatheidsmotief: mensen willen een correct beeld hebben over zichzelf
 Deze 2 zijn vaak met elkaar in strijdt
Oplossing: illusies (goed gevoel voor je zelf
- Beter-dan-gemiddeld effect (auto rijden, student)
- Onrealistisch optimisme (overschatten kans om miljonair te worden; loten kopen)
 Depressieve mensen niet negatief, maar juist realistisch = depressief realisme
- Vals consensus effect: “mijn slechte eigenschappen gelden voor iedereen”
 generaliseren
- Vals uniciteitseffect: “ik ben hier heel goed in, maar uniek, niet veel mensen zijn hier
zo goed in”

College 2:
Methodologie: noodzakelijk om goed te begrijpen hoe sociaalpsychologen onderzoek doen,
wat betekenen de uitkomsten en kritisch zijn over onderzoeken.
Problemen van sociaalpsychologen:
 Imago:
Is sociaal psychologie gewoon gezond verstand?
 Slechte impulscontrole -> gaat sneller vreemd
Hindsight bias: omdat de informatie die je krijgt heel logisch klinkt, had je dat zelf ook wel
kunnen verzinnen. Bias  achteraf makkelijk te praten
 Slechte onderzoeksparktijken;
Diederik Stapel; fraude; eigen antwoorden ingevuld -> schade  nog meer gevallen van
fraude en slecht onderzoek. Replicatiecrisis: onderzoeken uit verleden opnieuw uitvoeren
 andere resultaten; kritischer zijn, veel niet doorstaan
Hoe nu verder? Methoden:
- Replicaties: opnieuw uitvoeren, kijken of de resultaten nog kloppen
- Meta-analyses: verschillende studies, gemiddelde effect -> correcte gedachtegang?
- Open Science: open in manier waarop je onderzoek doen:
 pre-registered, open data, open materials
 Onetisch onderzoek
Milgram (schokexperiment) en Zimbardo (Stanford prison experiment)
Hoe nu verder? Ethiek:
1. Informed consent: vóór onderzoek informatiebrief met wat je kan verwachten
2. Voorkom misleiding
3. Bescherm deelnemers
4. Vertrouwelijkheid
5. Debriefing: op einde van experiment goed uitleggen wat je hebt gedaan en wat je
verwacht had (kleine misleiding uitleggen)
 etische commisie: Institutional Review Board (IRB)

,theorieën testen:
1. Onderzoeksvraag: een vraag die je met wetenschappelijk onderzoek wilt
beantwoorden.
2. Theorie: een verzameling gerelateerde aannames en voorspellingen die bedoeld zijn
om gebeurtenissen te voorspellen
3. Hypothese: een voorspelling van wat er gaat gebueren in een bepaalde situatie,
gebaseerd op een theorie
4. Studie: test van de hypothese
Je onderzoeksuitkomsten kan je meten met: archiefanalyse, observaties en surveys

Onderzoeksmethoden:
Observatiemethode: etnografie, interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, archiefanalyse
Correlationeel methode: onderzoekt de natuurlijke samenhang tussen variabelen, zonder
een van die variabelen te beïnvloeden.
We kunnen hierbij niet spreken van oorzaak-gevolg, maar meer een samenhang
Experimentele methode: onderzoeksopzet waarbij deelnemers willekeurig toegewezen
worden aan condities. Een variabele wordt beïnvloed, de ander wordt gemeten.
Hierbij kan je uitspraak doen over causaliteit (dus oorzaak-gevolg)
Je maakt onderscheid tussen
- Onafhankelijke variabele: de variabele die wordt beïnvloed (gemanipuleerd) door de
onderzoekeer. De onderzoeker veronderstet dat dit de oorzaak is.
- Afhankelijke variabele: de variabele wordt gemeten. De onderzoeker veronderstelt
dat dit het gevolg is
Controle conditie: we kijken naar natuurlijk gedrag, meestal een 3e groep of partij.

College 3
Sociale cognitie: de manier waarop mensen over zichzelf en over de sociale wereld denken.
Hoe mensen sociale informatie selecteren, interpreteren en onthouden en vervolgens ook te
gebruiken om oordelen en sociale beslissingen te maken
Schema: overkoepelende bundel van informatie over een bepaald onderwerp
 Alle info die we hebben in ons brein is opgedeeld in ‘georganiseerde hokjes’: schema’s
Schema’s activeren:
 Chronisch toegankelijk:
- Kennis over je zelf (zelfconcept)
- Kennis die heel belangrijk voor je is (familie, beste vriend, je passie)
- Gedachteonderdrukking: als je ergens echt niet over wilt denken, wordt die gedachte
juist overmatig geactiveerd (‘niet aan witte beer denken’: White bear effect)
Voor de meeste schema’s: tijdelijk geactiveerd
 Priming: bepaalde schema’s worden tijdelijk even actief door een bepaalde ervaring of
doordat ze op dat moment voor jou relevant zijn (stuurt je perceptie, hoe je naar wereld
kijkt; je ziet over een hond/zwangere vrouwen)
Als je een bepaald schema activeert, kan je dan het gedrag van mensen sturen? Bargh, 2006:
- Ppn zien een aantal woorden: groep 1; willekeurig, groep 2; woorden stereotype
voor ouderen (grijs, rimpels)  lopen naar lift  groep 2 loopt langzamer -> niet
gerepliceerd -> fout, verworpen
- Groep 1: warm kopje, groep 2: koud kopje -> wat is indruk van deze persoon?
Inschatting van persoonlijkheid: groep 1: vriendelijker  niet gerepliceerd

, Product placement: reclame maken van product op moment dat je het misschien niet
verwacht  Sluipreclame, maar weinig bewijs of we het meer gaan kopen
Ook geprimed met ideeen en gedachtes van andere mensen.
 Perseveratie-effect: als wij eenmaal een bepaalde overtuiging hebben, dan blijft die
overtuiging hangen zelfs als wij informatie krijgen waardoor die info niet blijkt te kloppen 
blijven vasthouden aan dat beeld -> veel gevolgen (roddel)
 confirmation bias: als wij een bepaalde overtuiging hebben van hoe een persoon in
elkaar steekt dan gaan we opzoek naar voorbeelden waaruit blijkt dat we gelijk hebben. Bij
voorbeelden dat iemand eigenlijk heel anders is -> ogen dicht -> weinig aandacht voor  zo
houden we ons idee in stand
 self-fulfilling prophecy: de verwachting die jij hebt over iemand of over jezelf zetten
gedrag in gang die die verwachtingen bevestigen  voorspellingen komen uit, omdat je zelf
gedrag vertoont die dat gedrag ook uitlokken (roddel; onaardig)
 ook veel gevolgen voor het intergroepsgedrag voor hoe wij kijken naar mensen in onze
omgeving  zien de wereld heel simplistisch (trump-> zet gedrag in gang; discriminatie)

automatisch denken
systemen om informatie te verwerken:
- Gecontroleerd denken: langzaam, zorgvuldig, bewust -> heel vermoeiend (puzzel)
- Automatisch denken: snel, intuïtief, onbewust (trein plek) -> slechte beslissingen
Welk systeem?
- Hoe gemotiveerd en heb je de capaciteit?  gecontroleerd denken
- Stemming: positief gevoel -> automatisch denken (meer vertrouwen). Negatief
humeur: gecontroleerd
Stemming beïnvloed ook wat je ziet, hoe je gebeurtenissen interpreteert. Goed humeur
veel positieve gedragingen, weinig negatieve (en andersom)
Cultuur: invloed op hoe wij de wereld om ons heen observeren
- Analytische denkstijl (vooral westen): neiging om zich te concentreren op de
eigenschappen van objecten zoner heel veel rekenig te houden met de omgeving
- Holistische denkstijl (oost-indische): kijken veel meer naar het geheel en naar hoe
objecten aan elkaar gerelateerd zijn.
Automatisch denken:
 Beoordelings heuristieken: mentale ‘shortcuts’ die ons in staat stellen om snel en
efficiënt beslissingen te nemen
- Beschikbaarheid heuristiek: beoordeling wordt gemaakt obv de beschikbaarheid vd
info. Om inschatting te maken van hoe vaak/snel iets in je opkomt (vliegtuig of auto?)
 vb: wie heeft meest gedaan met groepsopdracht? Je eigen werk is het eerst
beschikbaar.
- Representatie heuristiek: hoe vergelijkbaar is dit met een typsich geval/prototype?
 in hoeverre representeert deze persoon een bepaalde sociale categorie?
 wordt gebruikt om inschattingen te maken over een persoon
Gaat vaak fout als mensen geen rekening houden met: base rate informatie = hoe vaak
de relatieve frequentie is van gebeurtenissen. Hoe vaak komt iets voor?
Gecontroleerd denken:
Ons brein vindt het heel moeilijk om echt rationeel te zijn. We proberen uitkomsten te
controleren en hebben soms het idee dat wij dingen kunnen voorspellen die helemaal buiten
onze macht liggen.  verlangen naar controle:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lonnevdwaterlaat. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 81311 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen