A. First impressions
Waarop baseer je een eerste indruk?
Elementen voor eerste indruk
De belangrijkste elementen voor eerste indrukken zijn: uiterlijk, gedrag en hoe
men zichzelf presenteert (bv. online profiel) en de omgeving waarin men zich
bevindt.
Indrukken gebaseerd op uiterlijk*: Het uiterlijk van mensen is vaak onze
eerste en soms enige aanwijzing van hoe iemand is. Aantrekkelijkheid wordt
gekoppeld aan intelligentie etc. ‘wat mooi is, is beter’. Ook gelaatstrekken spelen
een rol, bv. babyface is naïef, eerlijk, aardig en hartelijk.
Indrukken door non-verbale communicatie: over het algemeen vinden we
mensen die hun
gevoelens non-verbaal uiten aardiger dan mensen die hun gevoelens minder
uiten. In individualistische culturen vinden we het fijn als mensen hun lichaam
naar ons toe draaien, ons aankijken, naar voren leunen, knikken tijdens het
praten. Verwijde pupillen zijn een teken van interesse en aandacht, al wordt dit
meestal niet bewust opgemerkt. Emotionele uitdrukkingen zijn een universele
taal, als kunnen ze soms wel verschillen geïnterpreteerd worden. Indrukken van
non-verbaal gedrag worden vaak snel gevormd en zijn vaak ook correct.
Indrukken door bekendheid: meestal ontwikkelen we een positief gevoel over
mensen die we
regelmatig tegenkomen, zelfs met weinig/geen interactie, mere exposure zorgt
ervoor dat we iemand aardiger vinden.
Indrukken door situatie/omgeving*: aan de hand van de omgeving waarin
iemand leeft kan men een redelijk
correcte indruk krijgen van die persoon. Dit geldt ook voor de virtuele omgeving.
Ook de situatie waarin iemand zich bevind.
Indrukken door gedrag*: veel vormen van gedrag zijn gelinkt aan bepaalde
persoonskenmerken.
Mensen worden dan ook vaak beoordeeld op hun daden en niet op hun uitstraling
of woorden.
Priming = de activatie van mentale kennis om de toegankelijkheid ervan te
verhogen en daarmee de waarschijnlijkheid dat we deze informatie gaan
gebruiken. Dt doen we om ons voor te bereiden op de persoon of het gedrag,
hierdoor kan je mening beïnvloed worden.
Salience = de mogelijkheid van een aanwijzing om op te vallen in de context.
Eigenschappen die opvallen in de ene context kunnen juist heel normaal zijn in
een andere context. Wanneer we informatie hebben over iemands uiterlijk, non-
verbale communicatie, omgeving en gedrag besteden we de meeste aandacht
aan de aspecten die salient zijn, deze vormen vaak de basis voor onze eerste
indruk van die persoon.
Stereotype
Mental representation = kennis die een persoon in zijn herinnering heeft over
bepaalde eigenschappen etc.
Stemming wanneer we een goed humeur hebben schrijven we mensen sneller
positieve eigenschappen toe.
Cognitive algebra: 1) elke eigenschap een cijfer geven (summation)
2) averaging model = gemiddelde van deze eigenschappen,
hoe hoger het
gemiddelde, des te positiever de eerste indruk.
3) weighted average = een gewicht geven aan de cijfers, dus
welke
, 1.1 Mensen in groepen
Eerste indrukken
eigenschappen vinden we belangrijk en welke minder.
* = de meest specifieke punten waarop we onze eerste impressie baseren;
uiterlijk, situatie en gedrag.
Negative bias = negatieve heeft meer waarde
Primacy = eerste informatie weegt zwaarder
Script = je zoekt gedrag wat in de situatie past, dus je verwacht gedrag in een
bepaalde situatie.
Vooroordeel = mening die niet op feiten gebaseerd is. Positieve/negatieve
houding gebaseerd op de groep waarin iemand zich bevind.
Big 5 = karaktertrekken die je (gelijk) aan iemand ziet:
- Extraversie
- Emotionele stabiliteit
- Openheid naar ervaringen
- Aangenaamheid
- Gewetensvolheid
Superficial processing = de eerste indruk wordt gevormd door de informatie
oppervlakkig te verwerken, zonder er veel moeite in te steken -> correspondance
interference, i.p.v. gebaseerd op gedrag gebaseerd op uiterlijk.
Systematic processing = soms geeft een korte indruk ons niet genoeg
informatie van wat we willen weten en gaan we verder nadenken en betrekken
meer kennis. Om systematic processing toe te passen zijn 2 dingen nodig: 1)
motivatie (een reden nodig om verder te verdiepen) en de 2) mogelijkheid
(ability) om er dieper op in te gaan (tijd, geen afleidingen etc. ).
B. You be the judge
Hoe schrijf je oorzaken van gedrag toe bij jezelf en bij anderen?
Causale attributie = het linken van een gebeurtenis/gedrag aan een oorzaak.
- Personal attribution = linken aan de persoon als oorzaak
- Situational attribution = linken aan de situatie als oorzaak
General body of attribution theories:
1. Correspondant inference theory = het proces waarbij iemand wordt
gekenmerkt met een persoonlijkheid die overeenkomt met het gedrag dat
hij vertoont. Dus een link tussen daad en karakter (internal). Dit komt
vaker voor omdat karakters voorspelbaar en stabiel zijn. Volgens Edward
Jones en Keith Davis is correspondent inferences terecht wanneer er aan 5
voorwaarden wordt voldaan, deze maken het makkelijker om te
beoordelen:
- Persons degree of choice: het gedrag is vrijwillig
- Hedonic relevance: gedrag van anderen is van invloed op eigen gedrag
- Non-common effect: het gedrag is onverwachts in plaats van verwacht en
typisch
- Het gedrag is niet sociaal wenselijk
- Personalism: gedrag is bedoeld om te schaden of te verbeteren
2. covariation model van Harrold Kelley is de meest bekende
attributietheorie, ook bekend als ANOVA (analysis of variance). Mensen
vergelijken het vertoonde gedrag om te kijken of het verklaard kan worden
door internal dispostions (bv. iemands karakter, persoonlijkheid) of
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marborsele. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.