Samenvatting administratieve processen en accounting
Administratie;
Breder begrip dan boekhouden, betekenissen;
- proces van verzamelen van kwantitatieve gegevens
- afdeling administratie
- product van administratieproces
Boekhouden;
Onderdeel van de administratie een methode om financiële feiten op systematische wijze te
noteren.
Externe berichtgeving = financial accounting, doel;
- verstrekken van informatie aan externe belanghebbenden.
- afleggen van verantwoording over gevoerde beleid.
Gegevens;
Vaststaande feiten > moeten gebruiksklaar gemaakt worden om te kunnen dienen als
informatie.
Informatie;
Voorstelling waaraan door de mens een bepaalde betekenis kan worden toegekend.
1 – het boekhouden
Balans;
Staan bezittingen, eigen vermogen en schulden.
Bestaat uit twee helften > debetzijde (links) en creditzijde (rechts) in Scontrovorm (T-vorm).
Creditzijde;
Eigen vermogen (door eigenaren verkregen) en schulden (vreemd vermogen, door derden
beschikbaar gesteld) > passiva.
Laat zien hoe de onderneming is gefinancierd.
Debetzijde;
De bezittingen > activa.
Toont hoe de financiële middelen zijn aangewend.
Inventaris;
Lijst van alle bezittingen en schulden op een bepaalde datum met vermeldingen van
hoeveelheden (waar kan) en waarden ervan.
Dubbel boekhouden;
,Tweezijdige registratie > leidt tot optellingen waarbij de debet- en creditzijde in evenwicht
moeten zijn. Zijn minstens twee posten betrokken.
In de boekhouding begint men met een openingsbalans.
Boekingsdocumenten;
Documenten die gegevens bevatten die in een boekhouding worden genoteerd op de datum
die op het document is vermeld.
Boeken;
Volgens de regels van het boekhoudkundig systeem de mutaties in de boekhouding
opnemen en verwerken.
Debiteren;
Plaatsen van een bedrag met omschrijving en datum op de debetzijde van een rekening.
Crediteren;
Plaatsen van een bedrag met omschrijving en datum op de creditzijde van een rekening.
Kosten laten het eigen vermogen afnemen.
Winst laat het eigen vermogen toenemen.
Grootboek;
Voor elke balanspost afzonderlijk een overzicht bijhouden van de wijzigingen die zich voor
hebben gedaan.
Grootboekrekening of balansrekening (kortweg rekening);
Overzicht van één balanspost in het grootboek = specificatie.
Moet aan het begin van een periode vanaf de balans worden geopend (indien mogelijk,
anders met eerste mutatie), openingsregels;
- Bij het openen is de balans in evenwicht.
- Komen alle debetbedragen zonder haakjes te staan in de kolom balans.
- Komen alle creditbedragen met haakjes te staan in de kolom balans.
Boekingsregels van een grootboekrekening;
- Ontstaan of toename van bezit op een rekening bezit > debiteren.
- Afnemen van bezit > crediteren.
- Ontstaan of toename van schuld > crediteren.
- Afnemen van schuld > debiteren.
- Ontstaan of toename van eigen vermogen > crediteren.
- Afnemen van eigen vermogen > debiteren.
Rekening afsluiten;
Debetbedragen – creditbedragen = bedrag in kolom balans.
Als het saldo positief is > debetsaldo. Negatief > (creditsaldo).
Winst- en verliesrekening (resultatenrekening);
Geeft een overzicht van opbrengsten en kosten weer > het brutowinst of –verlies.
,Kosten en opbrengstrekeningen = hulprekeningen van het eigen vermogen (dezelfde
boekingsregels als bij het eigen vermogen).
Hulprekening komt niet op de balans voor > naar EV.
Privé = geen hulprekening van het eigen vermogen > direct naar EV.
Kolommenbalans;
Combinatie van saldibalans, winst- en verliesrekening en eindbalans = een intern stuk voor
een onderneming.
Hulpmiddel om uit de adm gegevens (saldibalans) > de winst- en verliesrekening en de
eindbalans te kunnen afleiden.
Saldo van de hulprekeningen van het eigen vermogen wordt opgemaakt (leegboeken) =
opbrengst met de kosten vergelijken > verschil naar de rekening winst.
2 – Uitgaven en kosten, ontvangsten en opbrengsten
Volledig accountcyclus;
1. Vastleggen van transacties
2. Boeken van vastgelegde transacties in de desbetreffende grootboekrekeningen.
3. Opstellen van saldibalans
4. Aanpassingen aan het einde vd verslaggevingsperiode (om fouten te verbeteren)
5. Opstellen aangepaste saldibalans
6. Opstellen winst- en verliesrekening
7. Sluiten van de grootboekrekeningen
8. Opstellen eindbalans’.
Journaliseren;
Middel om het gevolg van verschillende transacties op de financiële positie van een
onderneming te beschrijven en te analyseren.
- Eerst de grootboekrekening noemen die wordt gedebiteerd,
- Daarna de rekening noemen die worden gecrediteerd > “Aan”….
Realisatiebeginsel (realization);
Op welk moment moeten we de opbrengst als gerealiseerd zien?
- Bij contante verkoop > ontvangst kasgelden.
- Bij verkoop op rekening > moment van facturering.
Confrontatiebeginsel (matching);
Op welke moment worden de kosten als gerealiseerd gezien?
- Kosten toekennen aan producten (productmatching) óf
- Kosten toekennen aan perioden (periodmatching) > om verkopen in een maand mogelijk te
maken moeten er kosten gemaakt worden, nl hypotheek en advertentiekosten ed.
(!) kosten in de juiste periode op de winst- en verliesrekening krijgen.
Nettowinst geeft het perioderesultaat weer >
Productmatching (opbrengst verkopen minus inkoopprijs verkopen = brutowinst) –
Periodematching (huur, hypotheek en overige kosten in die maand) = nettowinst >
perioderesultaat.
,Bij een resultatenrekening op transactiebasis (uitgavemoment en ontvangstmoment
loslaten) > ontvangsten kunnen ongelijk zijn aan de opbrengsten en de uitgaven ongelijk aan
de kosten.
3 – Realisatie- en confrontatiebeginsel
Twee soorten voorraadsystemen;
1. Permanent bijgehouden voorraadsysteem > inventarisatie heeft een controlefunctie.
Permanence is dan dan mogelijk > rekeningen die maar één functie heeft.
2. Systeem waarbij periodiek de voorraad wordt bijgehouden (kleine ondernemingen) >
inventarisatie is nodig voor bepaling begin- en eindvoorraad.
Indien er geen aanpassingen nodig zijn =
Periode waarop kosten betrekking hebben komt overeen met de verslaggevingsperiode >
saldo direct naar resultatenrekening = zuivere kostenrekeningen.
Indien er wel aanpassingen nodig zijn =
Periode komt niet overeen met verslaggevingsperiode (vb vooruitbetaalde huur in een
periode) > niet direct naar resultatenrekening; deel gaat naar balans = gemengde
kostenrekeningen.
Bedrag dat niet in een bepaalde periode thuishoort > naar balans.
Resterende bedrag > naar resultatenrekening (moet nog toegekend worden aan de
desbetreffende periode).
Aanpassingen worden gemaakt nadat de voorlopige saldibalans is opgesteld = stap 4 in het
accountcyslus.
Transitorische posten (= overlopende posten);
- Anticipatieposten;
Betaling vindt achteraf plaats > in een latere periode.
Nog te betalen kosten komen (als schuld) credit op de balans.
- Uitstelposten;
Betaling van kosten ligt in een periode vóór de periode waarop de kosten betrekkingen
hebben.
Vooruitbetaalde kosten komen (als bezit) debet op de balans.
Bovenstaande komt overeen met de opbrengstenrekeningen;
Opbrengsten komen overeen met periode > saldo direct naar resultatenrekening = zuivere
opbengstenrekening.
Opbrengsten komen niet overeen met periode > deel naar resultaten, overige naar balans =
gemengde opbrengstenrekening.
Transitorische posten (= overlopende posten);
- Anticipatieposten;
De ontvangst van de opbrengst vindt achteraf plaats > in een latere periode.
“nog te ontvangen interest” Debit Aan “interestopbrengst”.
- Uitstelposten;
De ontvangst van opbrengst ligt in een periode voor de periode waarop de opbrengst
betrekking heeft.
,“vooruit ontvangen huur” Credit Aan “huuropbrengst” = als schuld te zien omdat er nog
huurgenot geleverd moet worden ( “vooruit ontvangen huur” = geen hulprekening van het
eigen vermogen, “huuropbrengst” wel).
Accrualbeginsel (to accrue = toerekenen);
Opbrengsten en kosten worden verantwoord in de periode waarop ze betrekking hebben.
Tegenhanger van het kasbeginsel.
Realisatiebeginsel;
Moment waarop de opbrengst geacht gerealiseerd te zijn. 2 mogelijkheden;
- Kasbasis (moment van ontvangst van de opbrengst)
- Transactiebasis (moment van afsluiten van de transactie)
Indien op transactiebasis > Accrualbeginsel.
Omdat kosten tegenover de opbrengst van de transactie worden gesteld > als ware met de
opbrengst worden geconfronteerd = confrontatie of matchingbeginsel.
Matchingbeginsel;
Houdt in dat uitgaven zoveel mogelijk ten laste worden gebracht van de periode waarin de
corresponderende opbrengsten worden verantwoord. Onder te verdelen in 2;
Productmatching = confronteren van opbrengst met de inkoopwaarde van het verkocht
product.
Opbrengst – inkoopwaarde verkoop = brutowinst.
Periodematching = kosten die verder noodzakelijk zijn om verkoop mogelijk te maken.
Brutowinst – overige kosten (huur, loon, rente, ed) = nettowinst.
Permanente balans en winst- en verliesrekening (permanence de l’inventaire);
Er zijn geen aanpassingen nodig > zuivere rekeningen = grootboekrekening heeft één functie.
Transitorische posten samengevat;
1. Bezittingen (activa) worden omgezet in kosten > bij vooruitbetaalde huur, bezittingen
nemen af door kosten per periode op te voeren = uiteindelijk “0” op rekening.
2. Schulden (passiva) worden omgezet in opbrengsten > bij vooruitontvangen huur,
schuld neemt af door opbrengsten per periode op te voeren.
3. Nog te betalen kosten worden toegerekend (accrualbeginsel) > kosten worden in een
bepaalde periode opgevoerd, hoewel ze nog betaald moeten worden (bijv lonen).
Wordt als schuld opgevoerd.
4. Nog te ontvangen opbrengsten worden toegerekend > Opbrengsten van een
bepaalde periode worden in die periode al toegerekend, hoewel de bedragen nog
moeten worden ontvangen. Wordt als vordering opgenomen.
Berekening eigenvermogen, 2 manieren;
1. Bezittingen – alle schulden = eigen vermogen.
2. Eigenvermogen – nettowinst – prive = eigen vermogen.
, 4 – Het administratieve proces verder uitgewerkt
Enkelvoudige of individuele boekingen (journaalposten);
Gegevens stuk voor stuk boeken.
Collectieve boekingen (journaalposten);
Wanneer het aantal gegevens in een periode te groot is om te verwerken.
Feiten die zich regelmatig voordoen kunnen in één werkblad of dagboek worden
aangetekend > waarna in één boeking te worden verwerkt.
Kasboek en bankboek;
Dagboeken waarin ontvangsten en uitgaven worden aangetekend.
Geen verschil tussen kas- en bankboek.
Liniatuur van een kasboek
Datum Omschrijving Tegenrekening Debet Credit Saldo
1 jan Saldo Pm € ….
- Kasboek wordt geopend met beginsaldo = eindsaldo vorige periode. Tegenrekening = pro
memorie > worden niet gejournaliseerd; staan al in het grootboek.
- Ontvangsten komen debet; bij tegenrekening welke rekening gecrediteerd moet worden.
- Uitgaven credit; bij tegenrekening de rekening welke gedebiteerd moet worden.
- Omschrijving = verwijzing naar boekingsdocumenten.
Aan het eind van een periode > boekingen worden opgeteld (behalve pm-posten!) en een
collectieve boeking gemaakt. Kas (D) en Kas (C).
Register ontvangen facturen (inkoopboek)
Alle inkopen op rekening > in het algemeen ook de contante inkopen. Collectieve boeking;
Voorraad goederen (D) aan Crediteuren (C) of
Voorraad goederen (D) aan kas (C).
Liniatuur register ontvangen facturen
Datum Factuurnummer Leveranciers Bedrag
€ ……
Register verzonden facturen (verkoopboek)
Verkopen op rekening > in het algemeen ook contante verkopen.
De verkopen die contant betaald worden > in kasboek. Afgifte goederen > diverse-
postenboek (later magazijnafgiftenregister). Collectieve boeking;
Kolom verkoopprijs: Debiteuren (D) aan opbrengst verkopen (C).
Kolom inkoopprijs: Inkoopwaarde verkoop (D) aan voorraad goederen (C).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Anita01. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.