Hoorcollege 1 (30-08-22) – Introductie Creativiteit en Cognitie
Creativiteit = originaliteit + bruikbaarheid
- Het ‘creativiteit’ stadium gaat over ideegeneratie. Innovatie gaat over de daaropvolgende
stappen m.b.t. het implementeren van ideeën.
Manieren waarop creativiteit bestudeerd wordt:
Magnitude van onderzoek naar creativiteit
- Mini-c creativiteit: De manier waarom informatie geïnterpreteerd en gecombineerd wordt bij
de constructie van kennis en begrip (roze olifant, voorstellen/inbeelden).
- Kleine-c creativiteit: De creatieve activiteiten waar iedereen in kan participeren (recept met
pasta willen koken zonder pasta).
- Pro-c creativiteit: Ontwikkeling van creatieve vaardigheden voorbij kleine-C creativiteit die
nodig zijn om te functioneren in een professionele omgeving (app maken, kennis nodig).
- Grote-c creativiteit: te herkennen aan duidelijke, eminente creatieve bijdragen aan een
creatief domein.
Foci in onderzoek naar creativiteit
- Product: Theorieën en beoordelingen op basis van analyse van de kenmerken van ...
producten; kunstwerken, uitvindingen, publicaties, muzikale composities,
marketingcampagnes, enzovoort"
- Persoon: Theorieën verkregen door het vergelijken van wiskundigen, architecten, schrijvers,
etc. [ontwerpers, ontwikkelaars van marketingconcepten] ... in termen van kenmerken die
indicatief of contra-indicatief zijn voor creatief potentieel. “Begint met de soort kennis die je
hebt, een persoon kan leren.”
- Proces: Theorieën die gericht zijn op het begrijpen van de cognitieve mechanismen die
optreden wanneer een persoon bezig is met creatief denken of een creatieve activiteit.
- Plaats: Creativiteit hangt vaak af van de omgeving of het klimaat waarin het individu zich
bevindt. Plaats betreft theorieën die rekening houden met interacties tussen persoon [,
proces,] en omgeving. “Interacties met andere personen, cognitie kan niet alleen vanuit een
individu bestudeerd worden, ook de omgeving.”
Hoe denken leken over creativiteit?
Individuele ervaringen
- Spontane inzichten worden gemakkelijk onthouden
- Negatieve ervaringen, zoals frustraties worden sneller vergeten dan de positieve ervaringen
Creativiteit van anderen (wat je van andere mensen om je heen ziet)
- Je ziet alleen de uitkomsten, niet het proces of het harde werk
- Gebaseerd op mythen over geniale en bijzonder succesvolle mensen
Zelfhulpboeken
- Basis in 1950-1980 studies naar creativiteit
- Focus op out-of-the-box en flexibel denken
Wat de leek denkt (Baas et al., 2015)
- Proces: Creativiteit gebeurt onverwacht en wanneer je niet gefocust bent. Creativiteit vereist
flexibel denken en toenadering.
- Plaats: Creativiteit gebeurt wanneer je reist en relaxt bent.
- Groepen: Creativiteit gebeurt wanneer je alleen werkt en met andere creatievelingen werkt.
- Stemming: Creativiteit floreert tijdens positieve stemmingen en deactiverende stemmingen.
Maatschappelijke relevantie van creativiteit
- Creativiteit drijft innovatie, met positieve gevolgen voor de economie.
- Beïnvloed beleid en politiek.
, - Veranderende arbeidsmarkt leidt tot een run op mensen met specialistische vaardigheden
die niet geautomatiseerd kunnen worden (zoals creativiteit).
- Creativiteitsscores op basisscholen gaan gestaag omlaag de laatste jaren, dit staat haaks op
het belang van: creativiteit voor de economie, de creatieve industrie, de
arbeidsmarktbehoeften, etc.
Creativiteit in NMD en meer
- Ontwerpers zijn creatieve probleemoplossers
o Design thinking is een subset of creatieve denkprocessen.
o Onderzoek naar creativiteit ondersteunt daarom direct de onderzoeks- en
beroepspraktijk van ontwerpers.
- Ontwerpers faciliteren creativiteit
o Onderzoek naar creativiteit maakt ‘evidence based facilitation’ mogelijk.
o Facilitatie is essentieel voor de beroepspraktijk, denk aan ‘co-design’, ‘opportunity
spotting, ‘design proces’, etc.
TENTAMEN: alles uit de slides en paar keer toepassen van iets zoals een theorie, 10 open vragen.
,Hoorcollege 2 (06-09-22) – Procesmodellen van creativiteit
Drie basis modellen over creativiteit:
1. Wallas’ procesmodel (1926)
- “... eerste analyse van een probleem, definiëren van een
probleem, ... bewust proces dat gegrond is in educatie,
analytische vaardigheden en probleem-relevante kennis”
- “... niet bewust met een probleem bezig zijn. ... maar
onbewust gaat de geest verder met het werken aan een
probleem, door ketens van associaties te vormen.
- “... wanneer een idee je bewustzijn binnendringt vanwege
het potentieel bij te dragen aan een oplossing voor je
probleem. ... in een ‘flits’, een plotselinge bewustwording.
- “... betreft het evalueren, verfijnen en verder ontwikkelen
van het idee”
2. Guilford’s (1957) Divergent en Convergent denken
- Guilford zei dat het doorlopen van activiteiten is niet genoeg. Je kan prima een creatief
proces doorlopen en geen creatieve oplossing vingen.
- Je moet variatie creëren (divergent), veel gevarieerde responses en dan heb je allerlei opties
dus hoe groter de kans dat je daar wat mee kan wat leidt tot een creatieve en bruikbare
oplossing.
- Een beweging in je denkproces die toewerkt naar één oplossing (convergent).
3. Campell’s BVSR model (1960)
Beschrijft hoe een gedachtenspoor tot creativiteit kan leiden
(Gaat vooral over individuele ervaring van creativiteit)
“Variatie op zich kan in veel gevallen een vorm van divergent denken. Het divergent en convergent
denken komt in de andere twee modellen ook terug maar in andere vormen. “
, Finke’s Geneplore model (1992)
TENTAMEN: Wat zijn de relaties tussen Guilford’s divergent en convergent denken, Campbell’s BVSR
model en Finke’s Geneplore model?
Procesmodellen van creativiteit:
Cognitieve literatuur model (Mumford & Mclntosh, 2017)
“Categorie en caseselectie: in eerste stappen heb je ‘te veel’ informatie dus dit moet je gaan
selecteren en filteren.”
Facilitatie literatuur modellen (Isaksen et al., 2010)
Design thinking literatuur modellen (Dam & Siang, 2019)