Hoofdstuk 1: The challenge of organizational communication
Vier aspecten die van grote invloed zijn geworden op onze manier van denken:
1. Globalisatie: de wereld is steeds meer met elkaar verbonden op allerlei terreinen
→ outsourcing: uitbesteding van banen naar lagelonenlanden.
2. terrorisme: set van strategieën over onverwacht geweld tegen individuen wat zorgt
voor angst en verdenking onder grote groepen mensen. Gevolgen:
- war on terror: Het is belangrijk om begrip te hebben over hoe terroristische
organisaties werken.
- homeland security: grensbewaking, het in de gaten houden van mogelijke
terroristen en het hebben van een noodplan bij een terroristische aanslag.
3. klimaatverandering: mensheid heeft een grote rol in klimaatverandering:
- industriële revolutie
- Organisatorische communicatie is terug te vinden in debatten over globale
opwarming
- Organisatorische communicatie is terug te vinden in mogelijkheden voor
bedrijven om zich bijvoorbeeld als ‘groen’ te representeren.
4. veranderende demografie: Demografieën gaan over statistische beschrijvingen van
kenmerken van een populatie. Wetenschappers plaatsen populaties vaak in
generatiecohorten, waarbij er gelijkenissen zijn in geboortejaar en ervaringen.
Requisite variety: organisaties moeten even gecompliceerd zijn als de problemen waar ze
tegenaan lopen.
- Gecompliceerd denken over organisaties: vijf eigenschappen van organisaties:
sociale collectiviteit, organisatorische en individuele doelen, coördineren van
activiteiten, organisatorische structuur en inbedding van de organisatie binnen
een omgeving van andere organisaties.
- Gecompliceerd denken over communicatie: Eerdere modellen over communicatie
zijn te simplistisch voor de communicatie van nu. Eerst het S-M-C-R model gebruikt:
een bron draagt via een kanaal een bericht over naar de ontvanger.
Transmissiemodel: simpel, maar in sommige gevallen wel te gebruiken. Het
constitutieve model (dat gaat over het produceren van betekenis): metamodel
waarbinnen andere modellen passen. Hierin passen ook zeven domeinen van
communicatietheorieën:
1. Retoriek: de kunst van het publiek spreken
2. Semiotiek: leer van tekens (symbolen)
3. Fenomenologisch: ‘echte’ communicatie vindt plaats in een dialoog
4. Cybernetisch: communicatie is gericht op informatieoverdracht,
communicatie als systeem
5. Sociaal-psychologisch: communicatie is het proces waarmee individuen
interacteren en elkaar beïnvloeden
6. Sociaal-cultureel: communicatie is een proces dat socio-culturele patronen
produceert en reproduceert
7. Kritisch: communicatie kan ongelijkheid aan het licht brengen
,Hoofdstuk 2: classical approaches
Machinemetafoor: organisaties moeten op machines lijken.
1. specialisatie: specialisatie van taken in een organisatie lijkt op die van een machine
2. standaardisatie: onderdelen van machines zijn inwisselbaar, werknemers ook
3. voorspelbaarheid: organisatie werkt ook voorspelbaar door regels en standaarden
Henri Fayol en zijn Klassieke Managementtheorie
Elementen van management:
1. plannen: vooruitzien, nadenken over hoe je het best je doelen kan bereiken
2. organiseren: organisatiestructuur en de verdeling van (hulp)bronnen
3. command: door instructies weten werknemers wat er van hen wordt verwacht
4. coördineren: activiteiten moeten met elkaar in overeenstemming worden gebracht
5. controleren: verifiëren of alles volgens plan verloopt
Principes van management: hoe elementen worden toegepast (structuur)
1. Hiërarchie: formele en duidelijk gedefinieerde keten, van de top naar de werkvloer
2. Eenheid van bevel: Elke werknemer heeft maximaal één leidinggevende.
3. Eenheid van richting: alle medewerkers in één team leveren dezelfde activiteiten
die te koppelen zijn aan dezelfde doelstellingen.
4. Werkverdeling: Werknemers moeten zich kunnen bekwamen in enkele taken.
5. Order: Werknemers moeten weten wat ze moeten doen en waar ze dat moeten.
6. Span of control: er moet een maximaal aantal werknemers zijn dat onder je
bevoegdheid kunnen vallen.
Drie principes over machtsrelaties:
1. centralisatie: besluitvorming ligt bij het topmanagement
2. Autoriteit en verantwoordelijkheid: bevoegdheid is afgestemd op
verantwoordelijkheid.
3. Discipline: alle leden van een organisatie moeten de regels naleven.
Drie principes over geschikte beloningen:
1. Vergoeding van personeel: werknemers moeten beloond worden voor hun werk
met geschikte salarissen en voordelen.
2. Gelijkheid: werknemers moeten rechtvaardig behandeld worden in beloning
3. Dienstverbandstabiliteit: Mensen krijgen de gelegenheid hun werk in de praktijk te
leren.
Drie principes over de gepaste gevoelens van werknemers:
1. Ondergeschiktheid van het individu aan het gezamenlijk belang
2. Initiatief: managers moeten de inspanningen van een werknemer waarderen en
sturen om in het beste belang van de organisatie te werken.
3. Esprit de corps: harmonieus samenwerken
→ Fayol stelt een aantal principes voor om de structuur, machtsrelaties, het
beloningssysteem en attitudes in een organisatie te sturen.
→ prescriptieve theorie: hoe een organisatie zou moeten zijn.
, Max Weber’s Theory van Bureaucratie
Weber noemt kenmerken van een ideal type theorie: de kenmerken van een ideale
organisatie. Hij benoemt vooral de zes managementprincipes van bureaucratie:
1. hiërarchische autoriteit
2. taakspecialisatie
3. centralisatie van macht
4. Gesloten systemen: bureaucratie is afgesloten van invloeden van de omgeving
5. Belang van regels: overal moeten opgeschreven regels voor zijn
6. Functioneren van autoriteit: bureaucratieën werken door een systeem van
autoriteit, macht en discipline. Autoriteit is gebaseerd op drie mogelijke terreinen:
- Traditionele autoriteit: gebaseerd op lang bestaande overtuigingen
- Charismatische autoriteit: gebaseerd op de persoonlijkheid en het
vermogen van een individu om volgers aan te trekken en ermee om te gaan.
- Rationeel-juridische autoriteit: gebaseerd op de rationele toepassing van
regels die zijn ontwikkeld door te vertrouwen op informatie en expertise.
→ rationeel-juridische autoriteit domineert in een bureaucratie.
Frederick Taylors Theorie van Wetenschappelijk Management
De theorie van Taylor is ontstaan wegens onvrede over verschillende punten:
- Nieuwkomers leerden taken door te kijken naar ervaren werknemers. Dit systeem is
alleen effectief als de ervaren werknemers de taken uitvoeren op de meest efficiënte
manier.
- De manier waarop werknemers werden beloond voor hun werk ging door middel van
stukloon (systematic soldering). Op deze manier werd het gedemotiveerd tussen
werknemers om harder te werken, omdat dan de norm hoger kwam te liggen.
Taylor heeft vier stellingen opgesteld over een systeem voor succesvol management:
1. er is één beste manier voor iedere taak: gevonden door time and motion studies.
2. Juiste selectie van werknemers: De werknemer moet goed bij de taak passen.
3. Trainen van werknemers: Trainers moeten getraind worden op basis van de
resultaten van de time and motion studies.
4. Inherent verschil tussen management en werknemers: Managers zijn geschikter
voor een andere taak dan arbeiders.
Taylors systeem moet er dus voor zorgen dat wetenschappelijke methoden ervoor zorgen
dat een taak zo goed mogelijk wordt uitgevoerd. Oplossingen voor de problemen:
- Leren door ervaring: Door de time and motion studies wordt er gekeken wat de beste
manier is om een taak uit te voeren.
- Systematic soldiering:
→ minimale norm moet gebaseerd zijn op de time and motion studies
→ Door het selecteren van specifieke werknemers voor specifieke taken, zouden er
minder teams zijn en daardoor minder sociale druk tussen werknemers.
Communicatie in klassieke benaderingen:
- inhoud: task-related communication. innovation-related communication en
maintenance-related communication (over sociale onderwerpen om relaties te
scheppen) worden sterk gedemotiveerd.
- richting: vertical flow of information, communicatie gaat downward
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jolijnejoosten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.